Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 4 mei 2012

De bomenzang.

Moravië is schitterend, zeker zo in het voorjaar en bovendien heeft de tijd hier op onderdelen stilgestaan, ik snorde al vroeg de grote industriestad Ostrava en later Opava voorbij en vandaar, op weg naar Bruntál, door glooiende heuvels en bergen, er lag nog flink wat sneeuw op de Amenský Vrch tot aan de Vysoká Hora, hoge bergtoppen achter Bruntál. Zo heeft een Poolse vrije dag ook zijn voordelen.

Een adembenemende weg voerde omhoog, de weg naar Rymařov en daarna over de Skřítek met even daarvoor een verrassend prachtig panorama op de nog besneeuwde Pradéd, de Velký Děd en de Medvědi Hřbet, toppen van de Hrubý Jeseník, de weg slingerde zich door een eeuwenoud woud, hoge, zingende bomen met relatief dikke stammen, de bomen, ze vertelden hun verhaal, een verhaal van de hier stilstaande tijd.

Zo kwam ik aan te Šumperk waarna nog een prachtige tocht volgde, via Červená Voda met een reeks haarspeldbochten naar boven, op weg naar Jablonné, het weer werd wat onstabiel, er zaten onweerswolken in de lucht en op zeker moment leek ik langs de plek te komen waar een nepbebaarde Kuifje, de professor en Kapitein Haddock tijdens de achtervolging door de Bordurische politie met een okergele auto de bocht uit vlogen; het zag er nog net zo uit als op de plaatjes op bewuste bladzijde van het boek; rond de middag passeerde ik het oude mijnstadje Žamberk en hier hielden de bergen op.

Fleurige fruitbomen, bloeiende paardenkastanjes, één groot feest, de bomen vertelden mij onderweg stilzwijgend levendige sprookjes, ik luisterde intens met mijn ogen, het was spannend, superspannend, 't leek net echt, 't wás ook echt, het pittoreske Vamberk kwam in zicht, een dorpje, al tijden onveranderd, op de oerlelijke nieuwe supermarkt na.

De weg werd drukker, druk zelfs, het knooppunt Hradec Králové volgde en ik wurmde mij door het verkeer naar Jicín, ik begon aardig op te schieten, het verdere verloop beschreef ik eens eerder: Mělník, bekend omdat daar de Vlatva in de Labe stroomt en daarna Slaný en dit keer verkoos ik Louny en Chomutov om via het onwerkelijke en gure, gribusachtige oord Hora Svatého Sebestiána, dat midden op het Ertsgebergte ligt, Tsjechië te verlaten. Weer zag ik in de spiegels het zinderende uitzicht, tot ver de republiek in.

Via het voormalige Karl Marx Stadt snorde ik nog naar Leipzig en onder de rook van de grote stad bleef ik staan.

In het donker zie ik ze nog steeds voor me, de verhalen die de bomen mij vertelden, de schakeringen van licht en donker die ze in hun libretto schreven, de liederen die ze zongen, de prachtige zangen der stilte, ze vervullen nog mijn oren, en met deze eeuwige, ja Eeuwige Klanken en beelden sukkel ik dankbaar in een heerlijke slaap.

Aldus schreef ome Willem.
---