Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

maandag 26 december 2016

Eerste Decemberreis 2016

Bij Gien passeer ik de Loire


recht en stil

eindeloos ook




Afbraak, raar eigenlijk...

tweede reis, nabij Beauvais, de zon komt door




aankomst in Doulens

De angstlucht

Het is in de loop der jaren een geducht veld geworden; toch ook weer niet.  Reeds vroeg ontdekt door Pietro Carrera, zeventiende eeuw, en ’t veld wordt door de pion overgeslagen indien deze direct wordt gespeeld.  Echter, jaren later, heel veel jaren later is het passeren van ’t veld echt in zwang gekomen.



De week begon somber en bleef het ook; een grijze toendradeken hing voortdurend in de lucht en had een absurd tevens onheilspellend karakter; maar zelfs de dag daarna wist ik nog van niets. Het was pas woensdag dat ik er van hoorde: Berlijn, kersmarkt, twaalf doden, de wolken hadden niet gejokt.

 

Overgeslagen; maar Pierre was wel diegene die als één van de eersten een achtdelig schaakwerk liet drukken; Il Giocco della Scacchi, een vooruitstrevend studiewerk en de acht delen werden als eerste boek op het eiland Sicilië gedrukt: 1617, najaar, Messina.  Overigens bevatte het boek, na huidige inzichten, enige vermoedelijke onvolkomenheden zoals het de bewering dat Palamedes de eerste schaakspeler ooit zou zijn geweest, ja, zelfs de bedenker er van was. 

 

Chateauroux, zo’n beetje het centrum van Frankrijk, was de eerste bestemming, of beter: de eerste eindbestemming nadat ik reeds op de maandagmorgen te  Compiegne na enige weken van afwezigheid een aantal vaten had afgeleverd;  dinsdag, terwijl het donker nog voortduurde, werd het voertuig door hardwerkende werklui gelost waardoor ik reeds in de vroege ochtend de terugreis begon, een terugreis via eerst nog twee laadadressen, mij niet onbekend: ééntje nabij Vierzon, de ander in het noorden, nabij Lille.

 

Het was uiteindelijk de  Engelse schaker Jacon Sarrat die begin 1800 de werkelijke tactiek van het overslaan door de c-pion met zwart begon te doorgronden, maar het duurde tot halverwege de twintigste eeuw wanner het algemeen in gebruik werd genomen: reeds op de eerste zet als antwoord op het witte e4: door de c pion werd het veld c6 overgeslagen: c7-c5 waarmee de Siciliaan aan invloed toenam, zodanig, dat na die tijd het winstpercentage van zwart aanmerkelijk toenam; in zijn boek “Gedane Zaken” (1977) brengt de schrijver Van den Berg een metabletisch verband aan: dat gelijkertijd met het  dekolonialiseren van Afrika ook de zwartspeler bewijsbaar meer won dan voorheen.


Het wolkendek bleef onaantastbaar hangen; absurde berichten in de krant en steeds meer angst vult de onderliggende atmosfeer; veld c6, overgeslagen, maar soms ook weer niet. Vroeg weergekeerd, woensdagmiddag, betekend nóg een reis, fysiek niet al te gemakkelijk, maar terwijl de het toendragrijs plaats maakte voor meer brokkelwolken en soms wat flauwe zonneschijn rolde ik door het noorden, ouderwets: Laon, Soissons, op weg naar de lichtstad.


Chanoeka, gelijktijdig met kerst: licht in ons duistere bestaan, als een antwoord op het bange, meer nog dan somber.  Tijden kwellen, maar aan de einder gloort een lichtstreep: een open paradijsdeur die steeds gesloten wordt bij elke poging om de drempel te passeren; gelijk de bewaarder van Kafka terwijl het veld c6 nog steeds niet is uitgespeeld: plaats voor de loper, plaats voor de dame. Ook uit Parijs keerde ik weer; figuurlijk passerend c6, dwars door de angstlucht.

 

Aldus schreef ome Willem.


zondag 18 december 2016

December, Amsterdam-Zuid

Woensdagmiddag

Sarphatiepark

Hoe karakteristiek

Terwijl de zon zijn weg naar 't duister zoekt

Een nar?

Ben ik een nar? Gaat het verder? Immers reeds aangekomen op de zesde lijn, is 't niet?  En daarbij: a6 voorbij en reeds wankel op b6 waar menig pion duistere zaken deed tegen een witte loper of paard; maar kan het? kán het?

Kabbelt het voort?  Oude whisky, nieuwe rum! Tanend jaargetijde en een laatste volle, volle maan voorbij. Komende week vertrek ik weer; met voor de meesten onbekende bestemming.

Met de koning wel, alsook met de dame en de toren; beginnende van aldaar waar het stuk bij de beginopstelling staat elk veld slechts één keer te bezoeken om daarna terug te keren tot het veld waar ze vandaan komt, iets, wat een loper nooit lukt, maar een paard?  

Even zoals b6 bestaat, bestaat de bestemming naar waar ik heen ga; evenzo als veld b6 op 't bord aanwezig is, evenzoo dool ik de komende week weer door Franse dorpen en steden, soms tot ergernis, soms tot welwillende gezindheid van hare  bewoners. 

Heeft men 't al een geprobeerd met een paard? Vertrekken van b1 en dan zetten en elk vakje slechts één keer bezoeken om dan, aan het einde, weer te keren naar b1? 

Toe maar!  Doe maar! Nog een week en de lichten van de kandelaar worden ontstoken; Chanoeka, of men neemt, zoals in het de ziener uit Anathot een slordige 650 jaar voor onze jaartelling in zijn tiende hoofdstuk optekende: een stuk hout uit het bos gehakt -arbeid van werkmanshanden met de bijl- met zilver en goud siert men het op, met spijkers en hamers maakt men het vast, zodat het niet waggelt.  Vreemd gedrag van miljoenen; het eindejaarsslepen met een den of spar.  Maar zeg nu eerlijk; afgezien van 't veld b6: ben ik nu echt een nar? een dwaas? een gek? Of hoef je daarvoor niet persé op b6 te staan?

Aldus schreef ome Willem 

Op het MATJE?

16.12.16, Posted by 

Het zijn sombere tijden en 2017 wordt nog aanzienlijk somberder ondanks de nieuwsjaarkaarten met de beste wensen die u gaat versturen. 

Rodrigo Duterte, ik geef toe iets verder van uw bed dan menig andere aanhanger van het populisme,  dat in de jaren dertig trouwens gesundes Volksempfinden heette, is een onsmakelijk man die roept dat wanneer Hitler 3.000.000 Joden kon vermoorden hij, als president van de Filipijnen,  af kan rekenen met hetzelfde aantal drugverslaafden in zijn land. 

Het genoemde aantal is fout, maar erger is dat Duterte door de nazi's vermoorde Joden met drugsverslaafden vergelijkt. Hebben we onze minister  van Buitenlandse Zaken de Filipijnse ambassadeur al op het matje zien roepen?

woensdag 7 december 2016

De zesde rij

Slechts enkelen wordt het gegeven, niet voor de eerste keer een eerbiedwaardige koningszet van a6 naar b6,  ja, slechts een enkele éénling haalt voor de tweede maal de zesde rij terwijl de winter met haar rillevrachten de eerste koude over ons heeft uitgestort en een halve maan tussen Waterman en Vissen staat en rond de diepste duisternis, wanneer de Orion de maan volgt achter de horizon, in het oosten Jupiter : tussen het eerste laatste kwartier en de nieuwe maan kan het zover komen: Ka6-b6!

Kaalgeworden bomen; een braafliggende wind terwijl steeds meer somberheid over het avondland lijkt neer te zalven; zwart en wit, rood en zwart: "De mens", aldus de zoon van  Chérubin Beyle  "is niet gelukkig, omdat ze ijdel is" en steeds korter, korter zijn de komende dagen.

 

Op zich al 'n vreemd en eigenaardig veld voor de koning, wit of zwart, dat maakt geen verschil, maar soms is 't een werkelijkheid voor een ieder die voor elk veld zijn eigen jaren invult, beginnende bij a1.  Sommigen halen het einde van 't bord niet, anderen, zoals Howard Staunton, halen precies het laatste veld; niet voor niets prijkt op de grafsteen van deze vroege schaakmeester een statig schaakpaard; velen echter reizen over de einder heen en starten, symbolisch, weer opnieuw, maar wie?  Wie haalt voor de tweede keer het laatste veld?

 

Verwarrende gedachten ; een groot dwaallicht ben ik, zoals een dwaalster aan het duistere firmament, een Jupiter of Saturnus en daarboven, ook nog de weg kwijt: dolende gedachten terwijl velen het goede alleen maar waarderen om beter, fanatieker, tegen datgene wat men kwaad heeft genoemd tekeer te gaan; het lijkt niet langer meer uitsluitend duister, maar of ze beter begrepen wordt?

 

Zestigers, ja, zeventigers maken aanstalten en schuifelen voort langs de rand van de eerste  rij; drie en zeventig, een aanvang met de tweede keer de tweede rij: ooit, in het toenmaals, was er een ander soort mensen;  men beheerste één idee. Tegenwoordig zijn we nerveuzer, ontwikkelder, ja, gevoeliger zelfs, schaken beter en hebben twee of meerdere ideeën tegelijkertijd; welk een ironie, ik, idioot! Maar het absoluut van het NEE voert ons in de droogste woestijnen; de held weet dat het einde van zijn strijd altijd de dood is; het absurde gaapt ons aan en grijnst en steeds verder raken we op drift, steeds meer ontwricht door de begeerte die nergens meer te vinden is: tenslotte zoeken we in ons datgene wat de goddelijkheid van onszelf totaal ontkent: dat wil zeggen, een zoektocht naar het onbezielde: de grootste scherpzinnigheid is daarmee verworden tot de grootste blindheid: "Zij zullen de dood zoeken, maar deze zal van het vlieden!" Het demoon heeft één naam: Legioen, uniek en talrijk tegelijk. Duizelingwekkende val, sprong in 't duister. Zelfs als ze waarheid spreken logen ze.


<P>


Buiten, de zon schijnt; door kale takken staar ik in het blauwe; vrij en onverveerd, verlost van schaduwen der onwetendheid; ontsnapt. Een zwart-witte ekster doorklieft de lucht zonder een spoor achter te laten. Dan, een lokroep, maar die hoor ik niet, want ik luister naar de kilte die door de takken stilletjes tot mij fluistert; wat, kan ik niet verstaan.  Nochtans speur ik de blauwe woestijn af op zoek naar voedsel voor een dorstige ziel; wiens probleem is het eigenlijk?



De derde, vierde rij: wie meegeteld heeft begrijpt, dat aan het einde van vierde rij de acht en tachtig werd bereikt en nóg eens acht jaar verder: zes en negentig, voor velen een nauwelijks vattende leeftijd, wellicht onhaalbaar geacht. En toch! Nogmaals een rij verder! Verwondering, verbijstering misschien en als onmogelijk geacht: honderd en vier! 


Mijn  ogen verlaten de blik door de oude boom; ietwat neerslachtig kijk ik naar de grond; gedachten zwerven rond en eindigen op het bord, op a6, precies op a6, het eerste veld op de zesde lijn; toen de oude van dagen hier de eerste keer was, had hij de leeftijd van één en veertig jaar; in het jaar toen ik op a1 verscheen droeg hij reeds zijn karakteristieke snor .

 

Vrachten razen ondertussen even zonder mij over de Europese wegen die, naarmate de onvrede toeneemt, steeds rechtser lijken te worden. Hoezo?  Heb ik onjuist geteld?  Maak ik alweer een fout op het bord? Wederom een stelling verkeerd beoordeeld? Hoe verder men afdwaalt van de Eeuwige, hoe meer toch zinkt men weg in het irrationele; om vervolgens te verdwijnen in  onze eigennaam en –waan:  a6, een zwart veld, een zwart gat; nochtans komt voor de ene enkeling veld b6 in zicht. Achtergedachten zinken weg terwijl op de achtergrond Händels Messiah,  "Ev'ry valley shall be exalted" klinkt.

 

Aldus schreef ome Willem. 


dinsdag 29 november 2016

Het veertigveld

Het musje streek neer onder de ogen van de grote roerganger, hipte wat rond en pikte wat kleine zaadjes van de grond; even maar, toen fladderde het beestje weg en verdween in de lucht, een kort ogenblik met de ogen gevolgd door de roerganger; toen veranderde alles.


Steeds langer de nachten, en kouder. Omstandigheden beletten mij te reizen; een heldere Jupiter dwaalt door de nacht, de panelen schoven en wensen verward; een dreigend gevaar nu de zesde rij in beeld komt.


Het enige veld met een nul aan de zijlijn, de veertigste, een vijfde achtste veld, h5, Dh5, zoals de 21e zet in de tiende partij, een zet uit een andere wereld, het veertigste veld slechts verlicht door het flauwe schijnsel van een steeds afnemender maan vlak voordat ze achter de horizon verdwijnt waardoor de schaduw van de stukken op het bord zich groter voordoen dan ze zijn; wie toch, wie vreest niet voor een dame op h5?


In het Franse Noorden koude, vriesweer, terwijl het doden voortging; de twee jaren daarvoor hadden er al genoeg geleverd, maar nog leek het niet voldoende. Jonge jongens werden de graven ingejaagd, loopgraven, onder erbarmelijke omstandigheden en 't leverde alleen bloed op, schreeuwend bloed: tussen 1916, november 2016, de maand temidden van de Grote Oorlog, en ons jaar bevind zich, verscholen, de jaren van de grote honger, veroorzaakt door één enkel musje, veroorzaakt door één enkel waanidee; in al zijn waanwijsheid werd door de grote roerganger een groot volk opgedragen om alle mussen te doden om daarmee een grotere oogst mogelijk te maken; in verbazingwekkende korte tijd werden miljoenen mussen gedood en ooit is er in het rijk van de grote roerganger een tijd geweest dat er in het land geen mus meer rondvloog; ongeveer tussen nu en de Grote Oorlog in. 


De weg terug; nooit gaat Jupiter zijn weg terug, en ook de maan niet. Dubbele gedachten maken plaats voor enkelvoudige; en andersom: een pion op h5 kan ook niet terug. De mussenmoord bleef niet zonder gevolgen: het bleek propaganda, het bleek dwaasheid te zijn, zoals doorgaans elke propaganda berust op gedachten van dwaze en bekrompen geesten; na de moord werd het land overvallen door sprinkhanen en andere insecten die niet meer door de mussen in toom werden gehouden; onverkort vraten ze het graan op en nog voor de oogst was alles verdwenen; de grote honger kostte in een aantal jaren aan vijfenveertig miljoen keer één enkele mens het leven; mijn voorstellingvermogen schiet te kort! Ondanks de Grote Mislukking bleef de grote roerganger zijn positie behouden; tijdens de grote honger, in het jaar tussen de Grote Oorlog en het jaar nu, 1966, verscheen zijn Rode Boekje.


Duizelig staar ik naar veld h5, het veertigveld, steeds dieper dring ik door in een wereld vol onmogelijkheden: voor de meeste mensen heeft een schaakbord slechts een zestien velden, een kleine groep telt er twee en dertig; slechts een enkeling weet, kent er meer en zoals in een muziekklank er een vergelijk is tussen de eerste en achtste noot, zo ook tussen a en h, velden met vensters naar de buitenwereld, h5 pal naar 't oosten vanwaar binnenkort weer magiërs komen; de dag ontwaakte en Jupiter verbleekte.
Planten, bomen, gras en stuiken leven en groeien, nogmaals kijk ik naar h5 en begrijp dat de zesde lijn er achter opdoemt. Kooldioxide, koolstof verbonden aan twee (di) zuurstofatomen (oxigenium) reist op zonlicht naar de flora; water, hydrogenium, ook weer verbonden met twee zuurstofatomen, voegt zich in haar samen tot koolstof-waterstof-zuurstof, suiker (c6-h12-06) en wie goed rekent begrijpt dat er daarmee zes atomen zuurstof vrijkomen, zuurstof voor mens, plant en dier, om de ademen.

Velden vol rijst en koren, adem schiet mij te kort; roergangers om ons heen vol met dwaze boodschappen. Doet u, doet u wel eens boodschappen?  Onheil dreigt alom; boze machten gaan onheil vullen, bekers, vaten vol grim en gram: miljoenen hongerdoden staan voor de deur; geloof hechten aan de onheilsboodschap "verminder de kooldioxide, haal het, zoals ooit de mussen, uit de lucht" De kooldioxidemoord is reeds begonnen; ze zal leiden tot verminderde groei en bloei; en daarmee tot de grote catastrofe: een bord heeft nu eenmaal meer dan veertig velden.  

Aldus schreef ome Willem


donderdag 24 november 2016

Heimweeterugblik

Alweer even terug, drie weken alweer, 1 november, toen ik door een herfstig Luxemburg wandelde.

Terloops vond ik nog wat plaatjes op een toestel....

Zulke kleuren doet een ver verleden wakkerschudden

winkels dicht, het is een feestdag....

Relief op een gevel

en boxen op een openbare muziektent

Binnenstad, waar ik een jaar daarvoor niet alleen wandelde....

Beet, beet wat?  Beetgenomen?  Beethoven? 

Jawel, de heimwee vult de dag

het oude hotel Cravat......


Willem de Tweede, alom geprezen in Luxemburg!

verloren blad

leuke namen

toch?

maandag 14 november 2016

Het Wittepietenplan

Het Wittepietenplan

Het is al jaren geleden; maar ik kan wel zeggen dat ik er van veraf bij geweest ben; toen, in 1965, door onder meer Luud Schimmelpennink het Wittefietsenplan werd gepresenteerd; destijds een plan dat door velen als onzinnig en, bovendien, als onuitvoerbaar werd afgedaan, zelfs nadat deze zelfde Luud het als raadslid van de Gemeenteraad Amsterdam in 1967 ter stemming bracht; bijna niemand bleek er, tóen, warm voor te fietsen.

En het veld g5? Het veld, naastgelegen van het Hollandse vakje f4?  Is het wit? Is het zwart?  Zwart natuurlijk, dat behoort een ieder te weten! Neem je tegenstander mee op weg waar twee plus twee vijf is en vind de weg terug over een nog smallere weg waar slechts plaats is voor één’)  G5 is doorgaans een veld recht voor een kort-gerokeerde koning;  een levensgevaarlijk veld. 

Overdenkend: de geschiedenis wringt zich in eigenaardige bochten. De tóen, door PROVO naar voren geschoven oplossing bleek te vroeg; zoals de “Der Tolle Mensch uit Nietzsche’s Vrolijke Wetenschap ontdekte dat ook hij te vroeg kwam met de verkondiging van de Godsmoord; het was een scherpzinnige analyse van de zijn tijd terwijl nagenoeg niemand, tot op de dag van vandaag, de boodschap van “der Tolle Mensch “ begreep!

Zo ook g5: hoe weinigen kennen de betekenis van dit uitgelezen zwarte veld, bijkans recht voor beide koningen; slechts de schaker, en hoe weinigen schaken er toch: was ooit het schaakbord een ondoordringbare jungle: computers hebben als kettingzagen het oerwoud veranderd in een totaal ander landschap ‘’), maar elke deur in ’t spel die de computer sloot opende zij weer een andere, totaal vreemde en andere deur ‘’’) waardoor, uiteindelijk, het oerwoud ondanks de kettingzagen toch niet in verval raakte; ook de situaties op en rondom het veld g5 niet.

Zoals de toenmalige meerderheid niet begreep wat ze afwees, zo ook in de des- en onze tijd: Wat Nietzsche ons wanhopig trachtte te leren in dat we niet half beseffen wat we onszelf aandoen als we G'd dood verklaren…  De Eeuwige zelf kan ondertussen wel tegen een stootje en vraagt zich lachend af wie die Nietzsche ook alweer was.  Dat G'd dood zou zijn, is niet zijn probleem, maar het onze. Dat het Wittefietsenplan van Schimmelpennink het toen niet haalde, was eveneens een grote misser, zij het van geheel andere orde.

Hetzelfde geldt voor onze huidige tijd: het oeverloze gezemel omtrent Sinterklaas en Zwarte Piet: wie meent, dat deze discussie nieuw is, wil ik even herinneren aan het destijds gepresenteerde Wittepietenplan; juist: we schrijven 1968, een klein jaar later na het proclameren van de witte fiets: terug kerende feiten, geschreven door, nota bene, een aangetrouwd familielid en verschenen in het blad Panorama.  

Kort na de publicatie werd de schrijfster bedreigd en trachtte men haar over de balustrade van haar flatwoning de duwen hetgeen een zodanige impact op haar heeft gehad dat ze er verder maar het zwijgen toe heeft gedaan: de intimidatie had dus gewerkt, maar daarentegen gevoel ik enige verplichting om dit zogenoemde Wittepietenplan nogmaals te presenteren, 48 jaar na dato met een vermelding dat mijn reeds overleden aangetrouwde nicht haar tijd ver vooruit is geweest.


DOOR

M C (RIET) GRÜNBAUER

In deze tijd van verandering en vernieuwing op elk gebied is het mijns inziens niet langer verantwoord ons aloude Sint-Nicolaasfeest in de huidige vorm te blijven vieren. Graag zou ik de Zwarte Pieten veranderd zien in Witte Pieten.

Terwijl over de hele wereld de neger bezig is zijn image te verbeteren; terwijl de slavernij al meer dan honderd jaar geleden is afgeschaft, blijven wij maar doorsukkelen met de oude traditie de neger als slaaf voor te stellen. Wij halen ieder jaar Sint Nicolaas binnen met zijn duizenden zwarte knechten. De machtige Meester zit op zijn schimmel of op zijn troon. Piet moet lopen of zware zakken sjouwen en hij mag naast de troon op een krukje zitten, aan de voeten van zijn baas. Slechts wanneer Sint met één Pieterman per auto een school bezoekt, mag Piet meerijden.

Hoewel Sint uit Spanje komt, spreekt hij vloeiend Nederlands. maar hij wordt vergezeld door Pieten die hier ook al eeuwen komen en nog nooit behoorlijk Nederlands hebben leren spreken. Dus moeten ze wel heel dom zijn! Vertederd zegt men dan: „Wat een grappig gebroken taaltje. Datzelfde taaltje wordt echter door onze eigen kinderen gesproken als ze twee jaar oud zijn.

Om er nog een schepje bovenop te doen en de kinderen niet al te bang te maken, laten we de Pieten ook nog opdraven als acrobaat of clown.
Ik heb sinterklaasfeesten bijgewoond (en hier spreek ik niet van jeugdervaringen) waar, om de lange middag te korten, de kinderen op de volgende manier werden beziggehouden. Op een schoolbord werden héél makkelijke sommetjes geschreven.
Piet moest die uitrekenen en natuurlijk waren alle antwoorden fout. Na iedere fout klonk een daverend gelach op, waarna een van de aanwezige kinderen de juiste uitkomst mocht invullen.

Over schoolbord gesproken. Enkele jaren geleden las ik een ingezonden stukje in een tijdschrift. Het ging over een mopje uit dat tijdschrift, ”dat een negerjongen voor een schoolbord voorstelde en het hoofd van die jongen was natuurlijk onzichtbaar”  De schrijfster. kennelijk zelf een kleurlinge, vroeg of het nu werkelijk nodig was dergelijke mopjes te plaatsen en uitgerekend in de sinterklaastijd, waarin donkere mensen het toch al zo zwaar te verduren hebben, omdat ze steeds voor Zwarte Piet worden uitgemaakt.
Dezer dagen kocht ik een sinterklaasboekje. Hieruit citeer ik: De loopplank werd uitgelegd en daar stapte de schimmel met Sint OP zijn rug aan wal. Drie Pieten waren erbij. Die hadden wel griezelige zwarte gezichten , ze lachten toch vriendelijk. Ze droegen zware zakken.'

Hieruit volgt dat iedere neger een griezelig zwart gezicht heeft,
Dit ook uit het volgende versje :

Zwarte, Zwarte Piet, wat laat je me toch schrikken. Zwarte. Zwarte Piet, dat mag jij niet.

Pietje, Pietje. als roet

Pepernoten strooien, dat is goed.

Piet is bovendien een stiekeme gluurder en een klikspaan. getuige het volgende . lied:
Pietje gluurt door elke schoorsteen
En hij noemt de Goede "Sint, die geduldig staat te wachten, Ieder ongehoorzaam kind.
Alles ziet die slimme Piet. Zich vergissen kan hij niet.
Het is niet verantwoord een zeer kwetsbare groep, waarbij misschien wel onze donkere gastarbeiders, al deze dingen in de schoenen te schuiven !

Waarom krijgen we bij een grote fles van een bepaald artikel een sleutelhanger van Sint en bij een kleine fles een sleutelhanger van Piet cadeau? Ver gezocht, zult u misschien zeggen. Toch is het een feit.

Al jaren houden deze dingen me bezig, maar ik kon er niets tegen beginnen voor ik een oplossing had gevonden. Wel, eindelijk heb ik er één, die eenvoudig uitvoerbaar is. We hoeven er niets voor te doen; Alleen maar iets voor te láten. Kunnen nalaten het gezicht van Piet zwart te maken. Het blijft zoals het is: blank. In plaats van met Zwarte Pieten komen we met Witte Pieten opdraven. Met het weglaten van die zwarte gezichten benadelen we niemand. Wel doen we heel velen er een enorm plezier mee, want in wezen stellen wij met Zwarte Piet een neger voor aan onze kinderen en wel op een manier, die hun hun hele leven bijblijft. Wij laten hen pret beleven ten koste van een ander ras.
Na deze kleine ingreep kan het hele feest blijven zoals het was. Maar de kwestie van herkenning, zult u zeggen, want we verdoezelen het gezicht om voor de kleintjes te verbergen wie Piet is. Op de scholen bijvoorbeeld zijn het vaak de kwekelingen die voor Piet spelen.

Als we werkelijk mee willen werken aan het verbannen van dit onrecht, zie ik hier geen probleem. Sint kan namelijk hier te lande zijn knechten huren in plaats van ze mee te brengen uit Spanje. Degenen die voor Piet spelen zijn door hem uitgekozen om te helpen. En om de oude Sfeer van de intocht te handhaven, kan men de kinderen makkelijk wijsmaken dat enkele Pieten de Sint tegemoet zijn  gereisd om hem te verwelkomen.

Als tweede sterke motief voor het invoeren van Witte Pieten wil ik hier de angst van onze kleuters noemen. Maken ze geen zenuwslopende weken door voor de grote dag eindelijk daar is ? Mijn zoontje van bijna vijf. die af en toe iets opvangt van mijn activiteiten op dit gebied, vroeg: “Mam, hoeven we nu niet meer bang te zijn. omdat we misschien Witte Pieten krijgen”.  Zo iets zegt genoeg. In deze tijd van voortgeschreden pedagogie en psychologie hebben we toch geen Boeman meer nodig om ons kind in bedwang te houden ?
Er zijn kleuterscholen die mijn standpunt delen en alleen Sinterklaas laten komen. Heel goed! Het is echter mijns inziens onmogelijk de Pieten geheel af te schaffen, zeker buiten schoolverband.

Sommige mensen zeggen : “Moet deze onschuldige volkstraditie plotseling overboord worden gegooid?”

Ik kan daarop antwoorden dat het sinterklaasfeest niet altijd in deze vorm is gevierd. De Goede Sint leefde omstreeks de jaren 250-325. De viering van zijn feest begon pas in 1087, toen zijn beenderen, die door grafschenners waren gestolen, per schip werden teruggebracht. Vandaar dat de Sint ook heden ten dage nog over zee tot ons komt.
In de archiefstukken is nog geen sprake van zwarte knechten.  In de elfde eeuw bestond er nog geen negerslavernij. Ook het aspect „kindervriend" is nog afwezig. Over het ontstaan hiervan bestaan vele legenden. Een ervan is dat Nicolaas, bisschop van Mira, drie gevangenen op wonderbaarlijke wijze van een terechtstelling zou hebben gered. In die tijden beeldden kunstenaars de heiligen groter af dan de gewone mensen. Later heeft men de gevangenen voor kinderen aangezien.

Degenen die ontkennen dat er van rassendiscriminatie sprake is. moet ik toegeven dat er inderdaad een legende is die zegt dat de Pieten slechts stoute kinderen zijn die door Sint voor straf in de inktpot zijn gestopt,  maar niemand denkt daar meer aan hij een Zwarte Piet ziet. Iedereen denkt aan een neger.

Ook in de tijd dat onze ooms uit Indië met verlof kwamen en hun baboes meebrachten voor de verzorging van het gezin dacht niemand aan rassendiscriminatie. Wie anders zou je naar Holland meebrengen dan een gekleurde gedienstige ? Maar de tijden zijn veranderd. De ooms zijn terecht uit Indonesië gezet. Wij leggen geen verband meer tussen Oom en Sint.

Er is weleens geïnsinueerd dat ik een Zwarte Piet en een Witte Piet zou willen instellen. Ik vat dat niet serieus op. lk zie het als een nieuwe bespotting van donker gekleurde mensen.
Velen zeggen ook: Je hebt wel gelijk: ik heb er nooit over nagedacht. En daar gaat het om!  Wij moeten eens wakker worden geschud!

U scheldt misschien maar één keer iemand uit voor Zwarte Piet. Diegene die dat ondergaat, moet het echter veel vaker aanhoren.

Ik herinner mij dat mijn broer vroeger werd uitgescholden voor brillejood.
Aanvankelijk reageerde hij niet. Maar één knaap bleef aan de gang. Iedere morgen op weg naar school kwamen wij hem tegen. Tot mijn broer er genoeg van kreeg. Hij gaf de knaap een oplawaai en dit gevecht werd dagelijks voortgezet. Ik stond erbij met de bril in mijn hand, want dit kostbare instrument mocht niet sneuvelen. Het eindigde pas toen mijn broer die andere knaap twee tanden uit de mond had geslagen. Ik voel nog de voldoening.
Denk nu niet dat ik vóór geweld zou zijn, voor Black Power. Nee, wij moeten zelf tot een ander inzicht komen.

„Brillejood" hoor je nu niet meer. omdat we weten dat de bril een zegen is. Zo is in de huidige samenleving een neger al lang Iemand.  Waarom bedélen we hem in ons volksvermaak nog steeds een vernederende rol toe ?

Wat we aan de ene kant opbouwen, breken we aan de andere kant weer af. Hebben we niet pas die voortreffelijke serie Dubbelspion op de televisie gehad ? Twee mensen die samenwerken: een neger en een blanke. In diezelfde periode een documentaire, Donkey Amerika. gepresenteerd door Bill Bosby uit Dubbelspion. Dat is toch in het rassenverdeeld Amerika maar mogelijk

Hoe kunnen wij dan onze aloude Zwarte Pieten zonder gewetensbezwaar weer van stal halen ? Moeten in de warenhuizen de Pietenpoppen weer wekenlang op en neer klauteren en rare fratsen vertonen, omdat het zo gezellig is daar met onze kinderen naar te kijken ?
Velen zullen zeggen:  “Als het allemaal moet veranderen, vind ik er niks meer aan.”  Maar zijn de majorettes die de muziekkorpsen voorafgaan ook niet leuk? 

En zouden Blanke Pieten in hun leuke pakken niet even mooi zijn?  Ze mogen van mij zelfs hun zwarte pruiken ophouden en hun oorringen aan. Als dat zwarte gezicht er maar af gaat: Als blanken kunnen ze even grappig blijven doen, maar veel domme dingen. die volgens mij samenhangen met het zwarte gezicht, zullen verdwijnen.
lk heb over deze zaken verschillende instanties in ons land aangeschreven. De meeste reacties waren gunstig.

Vooral van de zijde van de kleuterscholen is men enthousiast, weliswaar uit de overweging dat we de kleintjes niet bang moeten maken, maar dat leidt tot hetzelfde doel.
lk hoop dat er onder hen die de organisatie van een sinterklaasfeest in handen hebben er velen zullen zijn die daadwerkelijk werken aan mijn “Wittepietenplan”.

December 1968, Panorama. (nummer 49).   Aldus schreef, ooit Riet G.



‘) Michael Tal, vrij vertaald
‘’) Nigel Short, vrij vertaald

‘’’) Viswanathan Anand, vrij vertaald

De eerste novemberweek

Zonnig, herfst, en 100 jaar na het midden van de Grote Oorlog

1 november, dolen door Luxemburg



De herfst kleurt alles Goddelijk...

...en kaalt de bomen....

nevels rondom

Trois Vierges





De volgende dag; in de streek met het Franse Goud


De heuvels van de Buguy, nabij Pont d' Ain


soms wat small...

..................................!

weer een andere dag, in de Bourgogne





...en de Beaujolais


De heuvels, het laaggebergte in

dat geeft mooie uitzichten, zeker over het goud







op weg naar huis

langs akkers met -onder meer- winergraan




soms nog een wijngaard....  nabij Irancy