Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 28 oktober 2016

De terugkeer

Een reis door het voormalige Oost-Duitsland, Thüringen en Saksen, herfstkleuren, mist en regen, miezerige regen en nog zo hier en daar een oude, matblauwe of dofgrijze Trabant, nog een laatste restant van de ruim drie miljoen gebouwde voertuigen van het merk dat de betekenis van "vriend", of eigenlijk, "maatje" heeft, afgeleid van het Duitse woord Erdtrabant dat zo precies mogelijk vertaald  "iets dat om je heen draait"  betekend en het Duits is voor, onder meer, satelliet terwijl ook de maan soms als Erdtrabant wordt aangeduid en de naam kwam voort uit het resultaat van een in de na-oorlogse begintijd der DDR uitgeschreven prijsvraag; de bedenker en inzender ervan is door de grijze rook van de tweetaktvoertuigen bedwelmt en in het verleden naamloos verdwenen.

Nog is het bord niet op, niet leeg; integendeel: temidden van het strijdgewoel bevindt zich het veelgebruikte veld e5, uitermate geschikt voor een eerste zet van een zwarte pion; geschikt ook om door witte pionnen en stukken onder "vuur" te worden genomen; benevens het nevenveld d5 zijn het doorgaans de velden waar op en rondom de meeste strijd wordt gevoed en gevoerd; e5, waar in de loop der vele jaren dat het spel gespeeld wordt een ongekend aantal pionnen werd geslagen, zoveel, dat ze wellicht de graankorrels vervangen kunnen en die er niet zijn, maar die nodig zijn om op het eerste veld één, het tweede veld twee, het derde veld vier, het vierde 16 en steeds kwadratisch vermeerderd tot alle vierenzestig velden zijn aangedaan, te vullen.  

Eerst nog een paar Nederlandse adressen: Ede, Maurik en Duiven; het was nog maandag en overwegend grijs; daarna door, via Dortmund naar Kassel en na de middag rolde ik bij Witzenhausen over de voormalige deeltijdgrens die 45 jaar stevig tussen beide streken onwrikbaar gestand hield en twee werelden hermetisch trachtte te scheiden; nog steeds: miezer en grijs, aan het bovenliggende wolkendek kwam maar geen einde.  Heiligen- en Dingelstadt volgden, over de B-247, langs Mühlhausen, nog voorbij Gräfentonna waar ik een stikdonkere rustplaats vond nabij een oude keet waar men als vleessoort louter "Schweinenfleisch" kon serveren: ik besefte het; dit was Deutschland waar het varken de meeste magen vult; ik nam genoegen met sauerkraut , samen met toast met kaas; wellicht net zo vet, maar toch weer anders.

Wanneer verschijnt de laatste pion op d5?  Wanneer is het de laatste keer dat ik in het oude Oost-Duitsland verbleef? Rondreis? De dinsdag, eveneens grijs en motterig. Eerst Erfurt, de stad waar Luther, Thomas Luther opgroeide¸ stadgenoot Lothar Zinn volgde en DDR-schaakgrootmeester werd en in 2002 op spectaculaire wijze Robert Hübner versloeg; een partij waar het veld e5 slechts twee keer door een pion werd bezocht en pas in het eindspel één keer door een toren en op de laatste zet één keer door de zwarte koning werd aangedaan waarna Hübner de vlag streek, maar ja, wie weet dat allemaal, wie weet dat allemaal nog! 

Na Erfurt pal naar 't oosten, Weimar, Jena en Gera voorbij, en zelfs nog voorbij Grimmitschau, en jawel, waar in Glauchau zich mijn eerste losadres bevond waarna ik doorreisde in zuidwestelijke richting; ware het helder weer geweest; ik zou de contouren van het ertsgebergte gezien kunnen hebben.  Zo kwam ik door Zwickau, juist!  De stad waar de  "Trabi"-fabriek zich bevond en waar het oude logo vervangen is door twee letters, VW, sinds kort een logo dat staat voor gesjoemel met rook; iets van weleer is kennelijk toch een beetje blijven hangen. 

Hield de regen op?  Brak de zon soms even door? Nadat ik nabij Plauen de rest van de lading had achtergelaten schoof ik het gevaarte door het Thüringer bergland, over de Saale naar Bad-Lobenstein en daarna door zoetbergend landschap bekleed met eeuwigzingende bossen met onnavolgbare herfstkleuren: soms, soms even was het wolkendek wat dunner; hield de regen op en, ja hoor, een enkele, spaarzame zonnestraal dat even als een gouddraad in een schaduwveeg ogenblik het zichtbare een andere dimensie gaf: Probstzella, Neuhaus am Rennweg, Katzenhütte waarna ik bij een fabriek te Grossbreitenbach aankwam, een grote fabriek midden in 't bosgebied waar lading van Nederland aanwezig was. 

Een dameoffer waarna alles anders wordt, zoals in de partij van Luther tegen Hübner, ver weg van e5, dat weer wel. De woensdagmorgen keerde ik terug en nog steeds bleef het grijs, ongekend grijs als de spaarzame haren van een oude man; maar toch, daar was een lichtpunt.

Donderdag terug in Amsterdam, toefde een wijle buiten het veld, kort Buitenveldert genoemd, waarom weet ik eigenlijk ook niet.  Maar wel was ik blij verrast dat de vorig jaar gesloten "broodjeszaak" in de Scheldestraat weer haar deuren opent, alleen de locatie wisselde, maar vanaf volgende week is het weer mogelijk in Amsterdam een zowel goed als koosjer broodje te versnaperen.

Soms, de ene keer blijft een veld onbezet, een andere keer verlaat een pion of stuk het veld e5 en keert er niet weer; dan blijft, in dit verhaal, e5 leeg achter tot het einde van de partij; weer een andere keer wordt e5 vaak bezocht; het is steeds wisselend.  Of ik ooit nog in de oude DDR kom?

Sal Meijer keert terug: zondagmiddag, Buitenveldert.


Aldus schreef ome Willem

zondag 23 oktober 2016

Het Veld der Velden

Er zijn maar weinig velden met een vergelijkbare agressieve uitstraling; kenners weten dan meteen over welk veld het gaat.  Of juist niet, natuurlijk, maar duidelijk is dat juist op het veld d5, vooral aan het begin van de strijd, het heftigste gevecht wordt geleverd; het is immers her enige veld dat in twee zetten tijd drie keer van kleur veranderd: het veld op zich is al wit en kan op de eerste zet reeds bezet worden door een zwarte pion. 

<P>

De herfst deed reeds zijn intrede; afgelopen week een eerste rit met een andere truck; een Zweedse Volvo nog wel: zo eind oktober, wanneer het nieuwe jaar reeds begon, de Grote Verzoendag voorbij ging en de eerste november reeds in beeld komt; ondertussen gisten de druiven en zal begin volgende maand vanuit de net-geoogste druiven de eerste wijn uit de vaten de flessen vullen; 2016, rond de tijd dat 499 jaar terug een zekere Maarten voor de tweede keer als een soort protest wat stellingen tegen de toenmalige Roomse clerus, althans zo gaat het verhaal, op de kerkdeur van Witteberg spijkerde.

<P>

Mocht de witte speler reeds met de zet e4 geopend hebben, dan kan hij direct het stuk op de tweede zet met zijn witte pion veroveren en wordt het veld in bezit genomen door een wit stuk.  Maar de eerste zet is nog niet voorbij, of  de zwarte dame komt in beweging: voor de tweede keer wordt het veld in bezit genomen door een zwart stuk, een stuk nog wel!

 

Snorde ik afgelopen week nog door de linies van de Grote Oorlog heen, door de golvende vlakten van weleer waar voornamelijk Duitsers en Fransen elkaar naar het leven stonden, waar de grond doorlopen bloedrood kleurde en bezocht ik zowel het geheimzinnige Bretagne alsmede het dal van de Loire en Cher en reisde ik via de Champagnestreek, waar ik zelfs de binnenstad van Reims aandeed, weer naar huis; komende week zal het juist de omgeving zijn waar de man die naar Martinus van Tours werd vernoemd zijn voetsporen en stellingen achterliet; waar, enige tijd later, een zekere Bach van zich liet horen; kortom: Leipzig en Eisenach komen wellicht deze week in beeld; V.V., uiteraard.

 

Nauwelijks staat de dame bij de tweede zet op d5 of een paard verjaagt haar naar een onbekende stelling: de derde zet werd door dit uitgevoerd en weg is ze, de dame, het veld d 5 leeg achterlatend, maar doorgaans niet voor lang. Veld d5, misschien wel het meest strijdlustige veld onder de velden en opmerkelijk om juist nu te noemen, zo honderd jaar na ’t midden van de Grote Oorlog, na twee zetten weer leeg achtergelaten; er omheen de stukken, figuurlijk ingegraven en de lopen, loerend op het moment het veld wederom te bezetten om vanaf daar de vijandelijke koning te matten.

<P>

Aldus schreef ome Willem

 


de voorbije week

Maandagmorgen vroeg vertrokken; richting West-Frankrijk, eerst door België en via Amiens en Evreux schoot ik bij Mayenne 't eerste plaatje....



Mayenne

En verder rolde ik door, door naar het begin van de Bretagne over doorgaans mooie, rechtgolvende wegen




Door soms aardiger stadje waar de herfstkleuren de omgeving mysterieus verven.  Na twee adressen lossen nabij Rennes, terug in pal-oostelijke richting, langs, onder meer, Sable sur Satre en op weg voorbij Tours



voorbij en over de Cher, maar daarna volgde een lange reis richting Eperney en Reims

 .
..en kwam zodoende langs mosterdvelden die geel kleuren, en langs afgeschoren korenvelden.




Maar plotseling: wijngaarden, ik kwam aan in de  Champagnestreek



en hier en daar bezocht ik een bubbeltjeswijnhuis...



en als laatste een stop midden in Reims, recht tegenover de eeuwenoude kathedraal





daarna weer terug naar Nederland....  Als laatste plaatje de regenboog, rechts van Zierikzee terwijl ik over de Schelde snorde.



zondag 16 oktober 2016

Het wereldonderwijs

Bestaat het wel?  Kun je het niet gewoon glashard ontkennen?  Echte liefhebbers weten wel beter!  Afgelopen week werden de kaarsen op de kandelaar uitgeblazen; het werd daardoor alleen maar donkerder op aarde.

Maar het gebeurt met regelmaat, het gebeurt maar al te vaak!  Het lijkt wel of de historische geschiedenis steeds weer anders wordt beleefd, edoch het ontkennen van feiten, hoe werkelijk ook plaatsgevonden, lijkt me een ridicule onwerkelijkheid.  Maar ook dat vindt plaats.

Komende week snor ik weer over enkele van de vele zwarte wegen die Europa rijk is, kom ik weer terug in bekende en reis ik misschien wel in onbekende verten en vanwege de technische achteruitgang van de huidige moderne ontijd kunnen er door mij geen berichten meer vanuit die verten naar het blog geschreven worden: zelfs geen plaatjes worden verzonden. 

Niettemin: ontkennen dat het volgende veld, het veld c5 bestaat is één zo’n dwaze feitverwijdering; daar kun je dan nog vrede mee hebben indien er dwaze, bekrompen en domme geesten zoiets gaan beweren; wie echter het bord in zijn geheel gadeslaat kan er niet omheen: veld c5 zit ingesloten tussen c4, b5, c6 en d5, een veld overigens van cruciaal belang; een veld dat normaal gesproken bij elke partij wel één of meerdere keren bevolkt wordt door één of meerdere diverse stukken.  Neen, de aanwezigheid van veld c5: er is geen ontkennen aan

De Titusboog te Rome waarop de Menora staat afgebeeld; net zo duidelijk te zien als het veld c5 op ’t vierenzestig velden grote bord: het niet kennen van het schaakbord is daarom vergelijkbaar met het niet kennen van de geschiedenis.


Maar het ontkennen van feiten in de geschiedenis is vele malen erger: ontkennen van de holocaust –en ze zíjn er!- ontkennen van de moord op het Armeense volk –en ze zíjn er!- het ontkennen van zoveel feitelijkheden; de ontkenning is er zolang de mensheid geschiedenis schrijft; ontkennen van feiten is niets anders dan het uitblazen van kaarsen, het doven van licht.


Volgende week het eeuwenoude Feest: een oud volk bouwt, al eeuwen, een hut van takken; bovenin een opening van waaruit de hemel gezien kan worden, de hemel van waaruit een eeuwig licht verwacht wordt; een week lang verlangen en een traditie die teruggaat, feitelijk teruggaat tot hun veertigjarige reis door Sinaï.


Feitelijkheden, daar denkt de “United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization”  met Irina Bokova aan het roer toch wel ietjes anders over ondanks het bewijs op de eveneens eeuwenoude Titusboog; maar tevens een bewijs dat de gedoofde kaarsen op de Menora zoveel duister verspreid dat ze blind maakt.  


Lachwekkend en stompzinnig als het niet zo bizar was: dat met een “democratische” stemming de geschiedenis kan worden herschreven: het nieuwe wereldonderwijs deed nog net voor de loofhut zijn intrede: het ontkennen van de Joodse historie in het land Israël. Het is net zo dwaas als het ontkennen van veld c5 op het schaakbord.

Maar ik memoreerde het al eerder: het “mág” allemaal weer!

Aldus schreef ome Willem


zaterdag 15 oktober 2016

Oud-Nieuw Amsterdam

Nee, geen plaatje van een deel van Oud-Amsterdam, maar wel een typerende oude foto van een nieuw gedeelte van Amsterdam; Osdorp uit de jaren zestig, misschien zelfs einde vijftiger jaren van de voorbije eeuw.






Een pleintje, zandbak met spelende kinderen; op de achtergrond de flat van De Wildeman, links de huizen aan de Ookmeerweg.  slechts één enkel voertuig, eentje die we nu een oldtimer noemen.

Inmiddels werden de kinderen bejaarden; de moeders die op 't balkon de was droogden....

vrijdag 14 oktober 2016

De molen







De molen, Soest, een prachtige oktoberdag.  Alsof ze een wake houdt....

Wie kent de diepe gedachten die zich om en nabij deze molen gedacht worden?


woensdag 12 oktober 2016

De b5-toren

Lang duurt ze, dit jaar, lang, want hoewel ze reeds begon, toch blijft een groot deel van het loof nog standvastig groen aan de bomen terwijl de stilte ze nog onaangeroerd  laat.

Een weifelden stap verder op voor wit vijandig terrein; ook het veld b5 mag niet onbesproken blijven; de onheilspellende sfeer:  'Pathétique', in b geschreven, of anders de sombere klanken uit de zesde van de man die eens zei: "Er stroomt geen Joods bloed door mijn aderen, maar ik voel de verachtelijke haat van alle antisemieten als ware ik een Jood", ook uit klanken samengesteld passend op een veld als b5, zijn zesde, geschreven in Stalin's tijd, uiteraard, in b.

Een tussenstop; misschien is 't niet meer dan een voorlopige tussenstop, een tussenzet, ein Zwischenzug waarbij, volgens de Hamletschrijver, wanneer het onzichtbare zichtbaar wordt  "het onmogelijke mogelijk blijkt en dan datgene dat wat overblijft, hoe onwaarschijnlijk ook, wel op waarheid moet berusten!"

Niettemin; waar gaat het onheil heen, waar strijkt ze spoedig neer nu miljoenen euros in ijltempo worden bijgedrukt door een Italiaan die gewend is aan de o zo vele nullen , de man zonder geschiedenis, want hoewel we dag noch uur kennen:  voorzeker, een schokkende inflatie staat als een neerwaartse orkaan voor onze financiële deur; duidelijke bespiegelingen: Pjotr en Dmitri; beide op de zesde, wie zag de lijnen die naar b5 voerden? Wie ontketend de golvende bewegingen van de zee waarin al onze loze beloften en voornemens verzinken?

Geen reis, dit keer, alweer niet, eenvoudig weg omdat ze er niet is. Geen weg; zelfs geen doodlopende. Slechts een wankele wandeling langs velden vanwaar soms groot onheil dreigt; of er één bezoeken waarmee een beproefde Spaanse aanval begint: b5!, loper b5, reeds op de derde zet!
Ze stonden er voor zonsondergang; bij de zee, bij een kwispelende rivier, de aandacht gevestigd op de vissen, de orthodoxen, aan de vooravond van de Grote  Yom, de Yom Kippoer, de dag van vandaag, niet alzo genoemd, maar alzo is in het zijn van de dag; niet zomaar verfoeide Pjotr de werken van Richard en inspireerde William's toneelspel Dmitri tot sidderend tonenspel.

Misschien binnenkort, terug naar de gaarden, terug naar de bergen, tussen het gewoel der wielen, rubber en asfalt, wellicht, misschien, even een stil verlangen; vandaag echter even verpozen op b5, een toren op b5!

Een toren, een zwarte toren op b5, dan een zwarte loper op d5 en eveneens een zwarte koning op d1; slechts één wit stuk, een witte loper op a4: wie ziet de koning? Waar staat hij? Vertel me waar hij staat! Vertel me!

De D-759, een Franse departementaal, maar een doodlopende, een onvoleindigde, vol trieste, depressievolle strofen van de diepgeraakte en zieke Frans, 1822, ook al in b; b-mineur zelfs, de route nabij Thouars nabij de twee riviertjes sevres, onvoltooid, zoals zijn korte leven. En toch, b-5 blijft me bezighouden, vooral de toren op b-5 en de onzichtbare witte koning.

Aldus schreef ome Willem 

maandag 3 oktober 2016

De herfstwind

Ooit was ze een frisse lentebries, een lekker briesje waar iedereen van genoot, vooral op wat té warme dagen. Maar dat was, dat was in haar jonge dagen toen de mensen nog blij met haar waren, want rond die dagen was ze voor velen een welkome gast en kwam ze overal binnen; de deur stond overal voor haar open.

De bladeren van struiken en bomen giechelden wanneer ze kriebelend langs vanaf de stam naar boven klom en ook de rivieren en beken dansten met veel plezier met haar in 't rond; alles werd o zo fris groen en zij zorgde als een kunstige minnestreel voor de juiste klanken en ook het gras galmde mee.

 

Er over; a5, een veld waar ooit de lente zou beginnen, maar terloops aan gene zijde van 't bord terecht kwam in het jaar 5778 dat vandaag zijn aanvang nam: naar gene zijde, over de drempel naar de donkere zijde van 't bord, over de drempel van 't nieuwe jaar, alsof de Rubicon werd overschreden: géén weg meer terug en de tijd dat iedereen nog leefde van de wind is gekend in haar einde.


Ja! Ach, in de zomer!  In de zomer hield ze haar winterslaap; niemand wist meer waar ze was en slechts zo nu en dan verscheen een foto van haar in de krant: weg bries, weg alle wind en zelfs op het veld a5 bleef het windstil, tot vandaag het nieuwe jaar zijn aanvang nam.


 Alles werd anders. Niet alleen bleek de muziek ook zijn achtste noot te hebben: meer nog: van h4 naar a5 kan geen enkel stuk in één zet, maar na de zeven stappen van a tot en met g speelt de muziek verder en swingt door over nieuwe treden naar een nieuw a b en c: steeds acht tonen op een octaaf; als een octopus spreidt zij haar veelkleurige klanken uit naar alle windstreken, zelfs in sub!  En daarom: de struiken, de bomen, ja, zelfs de uitgestrekte velden moeten niets meer van haar hebben , nu, terwijl zij uit haar winterslaap ontwoken is; alles blijft dicht en iedereen vergrendelt de ramen met luiken en is voor haar nergens binnen meet plaats.

Na haar zomerse winterslaap is ze ook wat grimmiger, en aan wisselende stemming onderhevig, geworden. Soms mept ze flink om d'r heen; het eerste gehuil in de schoorstenen waarvoor nog rookhoen moet worden afgedragen is reeds hoorbaar en in al haar ongedurigheid rukt ze reeds wankelmoedige bladeren van de bomen: een enkele keer valt er een tak of twijg op het nog verlaten veld a5, tegengehouden door de witte pionnen op de velden a- en b4.


Als een oude zwerfhond doolt ze voort; de aangejaagde wind met buien in haar windbuil waarmee ze te pas en onpas kwistig rondstrooit: vanaf a5 nog een half donkerbord te gaan, opgejaagd, totdat ze, moe van 't gieren, liggen gaat: de herfstwind, opgejaagd door haar eigen adem, doodmoe.

Langzaam maar zeker klinken nieuwe strofen; de KV 408, Mozarts 28E in a, in a5, óp a5 terwijl het neergevallen blad dat onbedachtzaam van de boom werd gerukt windstil haar oor te luister legt; de octopus wiegelt op het hoog en laag van de klanken mee; Shana Tova; uit de herfstwind stijgt de echo boven uit haar slaap .


Aldus schreef ome Willem