Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zaterdag 30 juni 2012

De dijkdoorbraak.

Al heel wat keren kwam ik er over, reeds toen ik het niet eens wist, maar mijn eerste herinneringen gaan ver, héél ver en ik kwam er, zeker vroeger, vele keren per jaar en ondanks dat mijn herinneringen terug gaan tot kindertijd, peutertijd zelfs, is de herinnering van het héél vaak beperkt tot enkele ogenblikken.

Nooit geweten dat Urk zo'n grappig stadje was, wel dat het lange tijd onder de Gemeente Amsterdam viel, dat Amsterdam er nogal wat, met verdiend geld van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, in geïnvesteerd had, want Urk lag op de vaarroute naar open zee: schepen die vanuit Amsterdam vertrokken voeren eerst naar de Het Val van Urk om van daaruit naar het noorden te koersen, en ja, overleden Urkers werden, tot ver in de jaren dertig en in het geheim, door serieuze wetenschappers onderworpen aan schedelmeting omdat men afwijkingen in vorm van grootte verwachtte. (Dat overigens onzin bleek te zijn).

Eiland Urk, dat rond 1936 na de dijk met Lemmer verloor eiland te zijn.

Eén van de vroegste herinnering is, dat ik op donkere avonden liggend op de hoedenplank van de oude Ford, mij liet fascineren door de sterren terwijl het voertuig voortschreed over de betonnen platen van de rijbaan en daar ongeveer vier keer per seconde, afhankelijk van de snelheid, dat aparte geluid ten gehore bracht, een soort moderne housmuziek avant garde, maar dan beschaafd zacht; het gonst nog na in mijn geheugen.

Langs de polderdijk en prachtig bloeiende piepervelden kwamen we te Lemmer, daar struinden we ook nog even rond, we, want met vakantie ben ik zelden alleen. Het oude haventje, het plotseling wisselen van de spraak, het eerste Friese plaatsje met een nog prachtig uitziend stoomgemaal dat het overtollige water uit de zogenoemde Greithoek
wegpompt, Fryslân, de streek waar ik wat mee heb, met name de zuidwesthoek, Gaastelân, waar toen, Pake en Beppe woonden, de reden dat we vroeger altijd de keus maakten: gaan we over land of over de dijk.

Aan het begin, bij Den Oever, nog net vóór de sluizen, stond een blauwe houten keet waar we wel eens koffie dronken, maar ooit verdween het houten tentje, wanneer weet ik niet en aan beide zijden, bij Kornwerderzand en aan de Noord-Hollandse kant, lag een door de Duitse Wehrmacht aangelegde tankversperring: de twee rijstroken reden over enkele "afgezaagde" betonpunten tussen de rijen door en ervoor of erna lagen nog enorme bundels uitgerold prikkeldraad.

In de avonduren hielden we ons op in Makkum, en als de dijk zou roken, dus onder de rook van de dijk, we fietsten er rond, overnachtten er en onderwijl ontstond er bij mij een plan, een idee, want honderden keren passeerde ik de dijk, meestal per auto, één keer met de brommert, maar nooit….

Nooit, of bijna nooit, stopten we bij het torentje, het monument, want daar was de koffie te duur en bovendien herinner ik mij nog de opmerking dat moe slechte ervaring met de bediending had. Eén keer, toen we iemand mee hadden, al weet ik niet meer wie, stopten we er even voor een kijkje bovenin, waar verrekijkers stonden waar je door inworp van 10 cent in de verte kon loeren.

En dan de schaapjes, de honderden schaapjes, de blik op het meer, soms onstuimig, vissers bij de netten, wiegend in de golven. Rond 1971 werd de dijk op de schop genomen, het was net die ene keer dat ik er met de bromfiets over kwam, ze werd een weinig verbreed en vierbaans gemaakt waaroor er een paar kleine gebouwtjes, twee geloof ik, die langs de meerkant stonden, verdwenen.

De twee "huisjes" vormden tot dan bij straffe wind soms voor een naar gevaar, omdat het gevaar bestond dat bij het passeren van zo'n huisje (dat de wind afvong) de bestuurder soms een flinke ruk aan het stuur kreeg.

Niet al te vroeg, rond half twaalf, stapte ik op, op de fiets, helaas, tegenwind en niet zo weinig ook, maar het weer weerhield mij niet, er tegenaan, tegen de tegenwind, Kornwerderzand was een makkie, maar toen, de sluizen, de ellenlange bocht, op weg naar Breezanddijk dat ik al snel in de verte zag liggen, maar dat ook in de verte scheen te blijven liggen, verbijsterd stoempte ik verder.

Na een korte pauze pakte ik de dijk weer op, de uitdaging, wie zou er breken, de dijk of ik, nooit fietste ik de dijk en het wás: nu of nooit, het bord met Oant sjen kwam in zicht, de tegenwind tartte mij, zocht het nooit voor mij, maar toen het monument nog enkele kilometers van mij af was, wist ik dat ik het zou redden, doorgebroken, de tegenwindse dijk gekraakt, na ruim twee uur tegenwerking, en eenmaal in Den Oever kon ik het niet laten terug naar het monument te fietsen, wind mee op de dijk, dat wilde ik ook wel eens voelen.

 

Aldus schreef ome Willem.

 
---

woensdag 27 juni 2012

Amsterdam.

De zwartebeskliniek, in de Johan Siegerstraat.

---

Amsterdam.

IN de Poolse winkel. Met de eigenaar.
---

De Amsterdam Sklep.

De Poolse winkel in de Van Woustraat.
Een prachtig fenomeen in een internationale stad. Allerlei expliciet Poolse producten zijn hier verkrijgbaar, onder andere de overheerlijk Timbark vruchtensappen, ongeëvenaard, maar ja, wat wil je ook: Polen ligt uitermate ver van de evenaar af.

Binnengekomen rook het meteen herkenbaar naar Kiélbassa, geweldige Poolse worst, met de Tsjechische wellicht de lekkerste ter wereld.

Maar ook het inheemse snoepgoed en de koekjes: enkelen zijn werkelijk om van te watertanden. De Poolse Sklep, de moeite van een bezoekje waard.


Aldus:

---

Schaken.

De professor zette een sterk resultaat neer.

---

De adderhaai.

Wolken, wolken en nog eens wolken, met zo af en toe de zon er door, ik ben er niet rouwig om, ik houd zelfs wel van regen.

Wat in de muil van een haai terecht komt, zal en niet snel meer uit ontsnappen, evenals vanuit de bek van een giftige adder.


Denk nu maar niet dat ik in een vrij weekje niets te doen heb. Daar is eerst de dinsdagavond, traditiegetrouw de schaakavond en zoals gewoonlijk sprak ik weer met de nestor af, de vermaarde professor, altijd goed voor een bijzondere anekdote.

Op de club werden we allen ingedeeld in groepjes van vier, we speelden drie partijen en ik werd ingedeeld in de groep met de honderd en één-jarige en geloof het of niet: de professor won met 2 1/2 punt de poule wat betekend dat zijn schaaksterkte in de loop der tijd nauwelijks is ingeboet. Oei, klopt deze zin eigenlijk wel?

Op de terugweg hadden we het nog over "Europa" en daar had hij, uiteraard, als één van de eerste Europarlementariërs een uitgesproken mening over: dat de zaken veel te ver zijn doorgeslagen, uit de hand gelopen, dat op deze manier de Unie juist dáár zal eindigen waartegen zij ooit werd opgericht, namelijk opgericht tegen de verschrikkingen van oorlog en wie deze woorden aandachtig overweegt heeft voorlopig genoeg stof tot nadenken. "Men heeft helemaal niets geleerd" waren zo ongeveer zijn laatste woorden toen ik met hem meeliep tot aan zijn voordeur.

Vóór het schaken was ik nog even aangewipt bij Nino, een Italiaan, een ras Italiaan, eigenaar van een restaurant van uitnemende kwaliteit, al jaren hier, Nederlander werd hij nooit, bleef altijd zijn identiteit trouw, Italiaan dus, in hart en nieren en ik zag het: samen een Euroidentiteit? Kom nou! Dat is toch lariekoek!

Wie thans nog enthousiasme kan opbrengen hoe het er in de Unie aan toe gaat; het lijkt vooral gebaseerd op verregaande naïeviteit, wellicht ook aan gebrek aan kennis terwijl men meent alle kennis van de wereld te hebben.


Nadat de flamboyante, besnorde prof de deur achter zich dicht had getrokken, snorde ik naar huis en kwam langs de kliniek waar ik in de morgen het fotogedeelte van de blackberry trachtte te repareren, maar helaas, dat bleek niet mogelijk waardoor plaatjes vanaf het toestel wazig zullen blijven. Een nevenoplossing ligt overigens in verschiet.

Onderhand kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat de Europese Unie thans wordt gedreven door machtswellust: na één munt, één unie, één Europese indentiteit, één leider, bij mij huivering in plaats van euforie, waar hoorde ik die woorden toch eerder?

Grappig, zo'n reparatiewerkplaats, zo'n zwartebeskliniek voor de moderne telefoon annex radio annex fototoestel annex meelmachine en wat er al niet meer mee gedaan kan worden: als ik dertig jaar geleden alles bij elkaar zou leggen wat ik thans met een "mobieltje" kan doen, zat de laadruimte van de truck al aardig vol.

Nieuwe slogans, in andere jasjes gestoken, Triumpf des Willens van Leni Riefensthal onrolt zich weer voor de ogen af, zien het, maar zijn ziende blind geworden, een onheilspellend drama.


De avond was warm, zwoel bijna, radio vier bracht Bocherini en Beethoven ten gehore, boven mij was het vermoedelijk bewolkt, maar ook het vele kunstlicht zou mij het zicht op de sterren kunnen ontnomen hebben: als ik mij woonstede nader, beginnen net de eerste strofen van La Nozze de Figaro waarin de woorden klinken "Se voil balare, signor contino, il gitarino le suonero" wat zoveel betekend als "indien u wil dansen, heer graaf, dan speel ik wel even de gitaar".

Onderwijl denk ik na, vooral over de woorden van de oude man, een politiek fossiel gelijk, iemand die werkelijk, nog steeds, weet waarover hij praat. Listig als een adder probeert de Eurohaai alles en iedereen op te slokken, chaosmachten nemen het, langzaam maar zeker, over: zo langzamerhand zijn er meer (euro)-wetten dan vliegen.

Maar zoals het kunstlicht mij het sterrenzicht ontnam, ontnemen ongefundeerde angstuitingen en prietpraat van Eurofielen het zicht op de afschuwelijke realiteit.

Aldus schreef ome Willem.
---

zondag 24 juni 2012

Afgelopen week, nog een paar laatste plaatjes.

De eerste foto is van Bivio, de tweede is de Romeinse "berm"paal op de top van de Julier, de derde is in Italië, de vierde laat de twee-taligheid zien van Aosta, de vijfde is Neerrijnen, zicht op Zaltbommel, op de terugweg, en de laatste de plek in Amsterdam waar ooit het bedrijf van CJ. Hendriks was gevestigd, met rechts nog een ouderwetse "peper"-bus.

Afgelopen week.

Via Zwitserland weer terug in La France, en meteen is alles anders.

terugreis.

Even leek het oorlog

Aosta

Let op de mooie zonnewijzer.
Italië, divers...
Chiavenna
Sankt-Moritz. En daarna dezelfde foto van vorige week, Silverplauna.

Afgelopen week.

Het begin van de Rijn.....

Afgelopen week.

Nogmaals op de Julier. Een zwaar houttransport zie ik op zeker moment vóór mij over de haarspeldbochten wringen.

Afgelopen week.

Walensee

vrijdag 22 juni 2012

De vriend.

Aangenaam wakker worden, het was weliswaar sterk afgekoeld, maar nog steeds warm, de zon bescheen de gindse bergen rondom het eeuwenoude Aosta, sommige van die bergen zijn ruim 3000 meter hoog, als voorname heren kijken ze van boven op de stad neer.

Lang geleden, wat heet lang geleden hier, pakweg dertig jaar terug, ik herinner mij een douanestaking: de vrachtwagens stonden tientallen kilometers lang op de strada statele, de doorgaande weg vanaf de Mont Blanctunnel, tijdens het voor-autosnelwegse tijdperk, chaos toen.

Omdat de decarant er nog niet was had ik nog even de tijd, wat rondgekeken in de omgeving, maar rond negenen was het zover, met een nieuw document naar boven, richting Zwitserland, want daar is het document voor, een route die men vroeger zelden reed, vooral vanwege de Zwitserse gewichtsbeperkingen, toen.

En weer sloeg ik de ogen op naar de hoge bergen, het werd, zo vlak voor het einde van deze week, weer zo'n mijmerdag, ik stelde mij de tijd voor dat ze er niet waren, toen ooit niets iets was.

Toen niets iets was, was er reeds mijn vriend, ja, ik heb oude vrienden, maar dit is de oudste, hij was er nog voor het iets, voor de oerknal, zo u wilt, al geloof in niet in oerknallen, maar voor alles vertoefde hij.

Zo reed ik naar boven, het niets werd iets, en wat allemaal, de variatie, geen berg, bloem, steen, wolk of waterval gelijk, hij was er bij toen vanuit het niets het iets, en met het iets alles werd, mijn trouwe vrind, trouwer dan ik ooit kan wezen, hij geeft mij zicht en inzicht, ook vandaag weer.

Zwitserland weer door, op weg naar frankrijk, ik zie en aanschouw, de huizen, de gewoel, het leven, de auto's met de wegen, de scheppingsdrang van mensen, vrijwel tot alles in staat, hoe wonderschoon soms, de kunst, de cultuur.
Wijsheid, mijn metgezel, is vriendelijk en opgetogen, veel leerde ik van hem, hoorde naar zijn stem en zoekt altijd het goede voor mij.

Is het niet mijn vriend Wjjsheid waarmee en waardoor alles is zoals het is, ook de bergen van de jura waar ik overtrok, de Comté, Lotharingen? In de avond kwam ik aan in Luxemburg, vandaag is het de laatste dag voor een drieweekse vakantie, mooie tijd om relaties de verdiepen, ook die met mijn vriend, mijn vriend Wijsheid.

Mijn vriend roept mij, fluistert, en waarschuwt mij, vooral tegen die ander die steeds poogt mijn vriend te wezen; Dwaasheid is zijn naam, ik leen en leende mijn oor al te veel naar hem, de onvriend waardoor er heel wat gaat in deze wereld zoals het niet zou moeten; ik probeer hem weg de duwen, af te schudden, maar telkens dringt hij zich weer op.

Nee, ik moet hem niet, ik ga hem uit de weg en mijn vriend Wijheid vraag ik daarom om raad, een vriend die wel roept, maar zich niet, zoals Dwaas, aan mij opdringt.

Vriend Wijheid, die de nacht gaf waarin ik sliep vannacht, de regen voor de akkers, kom, we gaan weer samen op weg.

Aldus schreef ome Willem.
---

donderdag 21 juni 2012

Aosta.

"Hotel de Ville", het gemeentehuis. Aan de naam is te zien dat de franse invloed groot is. Eens behoorde het immers tot de Savoie.

---

Het nachtgezicht.

De rivier was breed, ze stroomde, gestaag en zie, ik zag het frisse water en opeens, een bries, de oevers waren bekleed met groen, hier en daar een prachtige treurwilg, verder bloemen, geurende bloemen, veel bloemen, in alle kleuren.

De eerste klant vandaag, Osnago, onder de rook van Milaan, ik was er zo van af en toen de mierenhoop in, de Milanese ochtendspits, dat duurde een uur en daarna even stevig door. Hoog in de lucht grijze sluiers, bedompt weer, zoals zo vaak hier, de zon kwam er nauwelijks door. Rond de middag lossen in Piobesi Torinese, onder de rook van Turijn, en ook daar was ik relatief snel de lading kwijt.

Welke rivier het was, ach, ik weet het niet, had er geen idee van. Opeens ontwaarde ik boten, roeiboten, en ik elke sloep zat iemand, ik meende zelfs enigen te herkennen en terwijl ik nauwkeuriger probeerde te kijken hoorde ik een stem vanuit het water, ik schrok, beefde van schrik, de stem, de stem uit het niets dan water.

Terugladen bij hetzelfde adres als een week terug, weer, eerst door typerende Italiaanse dorpen, Villa-Stallone, Canale, Monté, Isola 'd Asti en nog veel meer, door fraaie akkers door, op zeker moment werd het heuvelachtiger en meteen bevond ik mij weer in de prachtige wijnstreek, kasteeltjes, briljante vila's.
Merkel, D'Hollande, Berlusconi, de stem maakte mij de namen bekend van die, die elk in een sloep gezeren was, ik herkende ze ook en toen ik weer beter keek zag ik op elke roeiboot het euro-teken en allen, allen zaten met de rug naar stroomafwaards, ze schreeuwden, schreeuwden naar elkaar, ik herkende de kraakstem van Angela "roeien, kom, roeien, harder, we roeien ons op weg naar het Eutopia!" Ik knipperde met de ogen.

De handel zat er met een uurtje in, en toen op weg, over de superstrada naar Vercelli, het was heet en de sluierwolken van hedenmorgen hadden zich inmiddels aaneengesloten, er onstond een kortstondig tempeest, een klein beetje regen, op weg naar Aosta.

Ze roeiden, allen, alsof alles er vanaf hing, en ze meenden dat ze vooruit gingen, bij elke slag die ze met de roeiriemen maakten scheen de boot stoomopwaarts te varen, en ten opzichte van de waterspiegel leek het ook zo. Leek ja.

Nadat ik in Aosta was aangekomen de fiets uit het laadruim, ik snorde het dorp in, trachtte wat te herkennen want een slordige 25 jaar geleden wandelde ik hier twee dagen rond, ooit, tijdens twee sneeuwdagen in de winter, ik zocht, maar vond niets wat mijn herinnering deed ontwaken.

"De Euro moet gered", riep Rutte, en "lang leve de euro" riep de Spaanse president en ook alle andere leiders roeiden en roeiden, "we redden het, we gaan vooruit" schalmde weer een ander, het was een heel gekrakeel op het water.

Maar. Toen ik naar de oevers keek en de boten zag, schrok ik hevig, want ondanks hun inspanningen bleek alles nutteloos, de rivier stroomde te snel, ze dreven, in tegenstelling tot wat ze meenden, stroomafwaarts en weer riep de onheilspellende stem, de geheimzinnige: "Het heeft geen zin, vertel ze het niet. Aan steekhoudende argumenten hebben ze geen boodschap. Ze zullen je niet geloven!" en inderdaad, ik schreeuwde over het water dat hun roeien een illusie was, en ook waaróm, maar ze lachten mij meewarig aan.
Onderweg snoof ik de heerlijkste geuren op, en op de terugweg werd het zelfs lekker fris. Ietwat vermoeid dook ik, niet veel later, mijn etui in, al snel sliep ik.

Een donderend geluid vulde mijn oren, de rivier, de brede rivier naderde een enorme waterwal, het water stortte wel honderd meter naar beneden, en alle politici zaten er met de rug naar toe, al roeiend hun ondergang tegemoet, dra is het zover!

Opeens begreep ik, het visioen, de mythe van de vooruitgang waarin politici ons willen doen laten geloven, de kanteling die niemand waarnam, het aanstaande drama: ironisch genoeg gaat Mammon ons de das om doen.

Met een schok werd ik wakker, wilde recht op gaan zitten, maar stootte mijn bol tegen het bovenbed, ik wreef door mijn haren, schudde bedwelmd mijn hoofd, het nachtgezicht speelde mij parten, ik dacht na, nam mij voor er over te zwijgen. Zinloos, er zal toch niemand zijn die mij gelooft.

Aldus schreef ome Willem.


---

dinsdag 19 juni 2012

Het stekeleinde.

De hele nacht snuffelde het diertje rond, op zoek naar lekkers en hier en daar vond hij, met behulp van zijn spitse snuitje, wat, allerlei torretjes, pissebedden en rupsen werden in het donker onverwachts door hem overvallen voor dat ze het in de gaten hadden, opeens, hap, slik, weg: opgesmikkeld.

Alleen de pijlers van de Vittorio Emanuel-brug over de Adda bleven origineel, ze stammen uit de vierde eeuw, de brugboog zelf is nauwelijks honderd jaar, zo lees ik op een info-bordje, de brug in Olginate waar in naartoe fietste omdat aan de muur van het restaurant waar ik halt hield een oude pentekening hing van de brug die mijn nieuwsgierigheid wekte: hoe zag het er nu uit?

Onvermoeibaar rommelde het diertje door, arglistig de argeloze insecten plots beet te nemen, een groot weiland lag voor hem, voor hem een tafel vol met lekkers, hij glunderde er van.

Precies na zeven dagen bevond ik mij vandaag wederom op de top van de Julier, nu heerlijk warm weer, zelfs op de top werd de 25 graden aangeraakt, in een pauze genoot ik een half uurtje van de zonnewarmte en onderwijl sloeg ik mijn ogen op naar de prachtige bergen, nog vol sneeuwresten.

Volgens Douwe Draaisma is het niet mogelijk achteruit te denken, het bijzondere is dat elk voorval dat in het geheugen ligt opgeslagen altijd in de juiste volgorde is gerangschikt: geen enkele herinnering denkt men achteruit. Nooit.

Na het weiland, waar diverse regenwormen werden buitgemaakt, door het hoge gras het talud op. Aan de horizon het eerste lichtschijnsel, een zachte morgenbries woei door de groene Rijnvallei.

Tevoren, vanaf de enige Zwitserse klant in Regensdorf, langs diverse meren: Zürichersee, Walensee en bij Chur over Parpan en Lenzerheide, waar zich de langste rodelbaan van Europa bevindt, naar de opgang van de Julier, zinderend mooi weer, de velden, vol met, vooral, gele bloemen, daartussen paars, en overal beken, watervallen groot en klein, in Bivio de inwendige mens versterkt.
Boven aan het talud een gazen hek, maar dat hield hem niet tegen, al zoekend volgde hij het hekwek, zo lang mogelijk, totdat hij er door kon, een, naar later bleek, fatale vergissing, maar de teerling werd geworpen.

Natuurlijk, de volgorde van de voorvallen kunnen verwisseld worden, iets, dat eerder gebeurde, kan in het geheugen in een later, foutief, tijdstip worden geplaatst, maar het voorval op zich is altijd vanaf begin tot eind: niemand denkt, tenzij geforceerd, in achteruit rijdende voertuigen, op de manier zoals een film achterstevoren wordt vertoond. Zelfs zo'n achteruit geprojecteerde film zit in het geheugen in juiste volgorde opgeslagen, dus als achteruit draaiende film.

Chagrijnig waren ze vanmorgen bij de declarant, knorrig zelfs, ik leverde de papieren in en fietste er van door, door naar een vroege bakker die heerlijke koffie had en toen de knorrepotten wat ochtendhumeur hadden ingeleverd keerde ik weer, de papieren waren inmiddels gereed en zo snorde ik rond negenen Zwitserland binnen.

Moe als hij was werd hij wat onoplettend, hij zoch een rustplek, zag iets wat hij voor een zwarte akker aanzag, "slenterde" daar, met een volle buik regenwormen en insecten, naar toe, maar toen, plotseling, fel licht, enorme herrie, en voordat hij ook maar iets in de gaten had.....

Het was al geruime tijd licht, ik was al een tijd in een wakkerroes, even na zessen vertrok ik naar de grens, een klein half uurtje nog. Onderweg zag ik aan de rand van de weg een klein puntig bolletje liggen met een klein, dun en langwerpig spoortje vocht, ik ontweek, uit respect, niet zozeer uit vrees voor een lekke band, een egeltje, net tevoren dood gereden.

Aldus schreef ome Willem.

---

Julier.

Dezelfde plek, één uur en zeven dagen later.
---

Quarten.

Walensee.

---

maandag 18 juni 2012

De wijdwazen.

Bijna leek het toch nog fout af te lopen, maar gelukkig, het is weer allemaal voorbij, de kapitaalvernietiging, althans binnen Nederland, is een weinig ingedamd.

Voor de derde keer op rij een rondje Italië, maar saai? Nee hoor! Zeker niet als je de variatie in het oog houdt, zoals vandaag, nu eens over Maastricht en Verviers, de weg op naar Prüm en via de bierstad Bittburg naar Trier, zo kom je er ook.

Men buigt zich het hoofd, de politici, de Nederlandse burger, want hoe toch de crisis, de economische crisis de baas worden? Maar het antwoord is eigenlijk uitermate eenvoudig, al moet het wel gezien worden, worden willen gezien, maar ja, dat willen, dat wil men niet, dat wil men, om onbegrijpelijke redenen, niet.

Via Saarbrücken, Zweibrücken, Bitche en Hagenau kwam ik aan bij de eerste klant vandaag, net even over de Rijn, in Lichtenau en toen die er uit was reed ik naar Strasbourg, aan de noordkant, want daar had ik ook nog een afleveradresje, maar die bleken de deuren al toe te hebben.

Het betrof negen paletten enveloppen, en net op het moment dat ik besloot de floppen één voor één in de bus te doen, kwam er iemand van het bedrijf opdagen die mij vertelde dat na 13.00 uur de zaak gesloten was, maar uit voorzorg pakte hij de handel toch maar aan.

Het is immers totaal improductief wat ze doen, de voetballers, de hoogspringers, de zwemmers, de hardfietsers, maar voor die non-productiviteit strijkt men soms meer dan een vermogen op.

Na die laatste klant vandaag vertrok ik richting grens, het was bloedwarm, hoog ik de lucht ontstonden schijnbaar vanuit het niets diepgrijze wolken, boven de Elzas bliksemstralen, ik reed vanaf Mackolsheim langs de rijn, tot vlak voor Mühlheim waar ik de Rijn overstak. Niet lang daarna bereikte ik Bad Säckingen, het einddoel vandaag.

In de avonduren fietste ik bij 30 graden een 15 kilometer, bewegen is immers gezond, nietwaar?

En nu net hier zit het onderscheid: Bewegen, sporten, zolang het op amateurniveau blijft, maar om nu miljoenen te stoppen in iets wat niets oplevert is economisch onverantwoord en juist daarom ben ik er niet rouwig om dat die te duur betaalde Nederlandse jochies nu reeds thuis zijn. Dat scheelt misschien een beetje.

Indien alle betaalde sport morgen zou ophouden te bestaan, die voetballers gewoon is aan het werk gaan (het zijn nu, min of meer, veredelde steuntrekkers) en ook alle andere beroeps"sporters" afzien van inkomen uit sport, komt er zoveel poen vrij dat de crisis meteen verleden tijd is.

Maar ja. Dat moet je dan wel zien, willen zien.

Maar "we" willen, dwazen dat we zijn, niet.

Aldus schreef ome Willem.
---

Bad Säckingen.

De Rijn als grensrivier.
---

Hornbach.

Tussen Duitsland en Frankrijk.

---

zondag 17 juni 2012

Het meer.

Lac Léman.

Nog meer plaatjes van de afgelopen week.

De Malojapas weer af. ---- En aankomst bij een "lege" grens. ------ De volgende dag: Parma. ------------ Terug de Simplon weer over. Hier het dorpje met de naam; Simplon. ------------ De bergen van de Simplon.