Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zondag 30 augustus 2015

Klein rondje Zwitserland

Een korte impressie

Op weg, via Saarbrücken naar Strasbourg

Langs de Rijn aan de Franse kant.

De Rijn over

op weg naar 't zwarte woud

Hier ergens boven.  In de verte ligt ergens Zwitserland


Zwitserland, nabij Weinfelden

Romanshorn, in de avond

Romanshorn, in de morgen

Verstrek per schip naar Friedrichshaven

op het meer

De Oostenrijkse alpen in 't oosten

Romanshorn worsdt steeds kleiner

in de verte de overkant

een andere veerboot passeert

De overkant


Links de grote fontein in Friedrichshaven



De havenkom

Laden in Zuid-Duitsland, aangename omgeving....

Onderweg nabij Sigmaringen

Schitterende berken langs de weg


dorpje

leuke smalle wegen

En opeens een echt enge truck....

donderdag 27 augustus 2015

De sterren

Zesentwintig sterren telt de frank, voor elk kanton één, de federatie die zijn oorsprong weet nog voordat graaf Floris de Vijfde in 1296 door Gijsbrecht van Amstel, Gerard van Velsen en Herman van Woerden lafhartig werd vermoord. Op 1 augustus 1291, toen de eerste drie, Uri, Unterwalden en Schwyz, een verbond sloten elkaar onvoorwaardelijk te helpen; het werd de start van het alpenland Helvetia. Later, rond 1500 en nog weer later, rond 1800, sloten steeds meer kleine gebieden zich tot de federatie aan. In de morgen verliet ik Romanshorn, Romanshorn in Turgau aan de Bodensee, het kanton dat zich sinds 1810 ook aansloot. En ik verliet het op originele wijze; nadat ik gelost had monsterde ik aan op de nabij gelegen veerboot voor een oversteek naar de overzijde; Friedrichshafen.

Wie echter een Zwitserse Frank van vóór 1978 goed bekijkt en de sterren telt, komt echter niet tot zesentwintig, maar minder; het laatste kanton ontstond in 1979, toen het district Jura zich per referendum afscheidde van Bern waardoor de frank er op de munt een ster bijkreeg; Zwitserland dat gelijkertijd met de Republiek der Zeven Vereenigde Nederlanden internationaal bestaansrecht verwierf bij de Vrede van Westfalen, 1648, en waar de Vrede van Münster onderdeel van was; einde van de tachtigjarige én dertigjarige oorlog.

Kempten, waar ik met de brommert in Augustus 1970 voor 't eerst langssnorde; vlak bij Kempten was het eerste laadadres en 't zat er voor de middag in. En zo rond de middag reed ik weg uit het een uur verder gelegen Masenheim, de oplegger vol met goederen, eveneens voor twee plaatsen in Nederland. De reis voerde me dus door het prachtige diepgroene landschap even ten noorden van de Oostenrijkse Alpen. Golvend land, en altijd aan de zuidelijke horizon hoogopgerichte bergen terwijl de dorpjes en stadjes steeds smaakvol, passend bij 't landschap, werden ingericht.

Zo reisde ik, op weg naar Kempten, langs Isny; en later, in de middag, door Sigmaringen en nog vele andere pittoreske plaatsjes; koos voor de route pal westwaarts aangezien er aan de snelweg Ulm-Karlsruhe reeds enige tijd wordt gewerkt en er dagelijks een file staat van soms meer dan 15 kilometer en, naast dat het op een snelweg altijd minder fraai toeven is, is een vooruitzicht om er langdurig op stil te staan nog erger.

Mede dat ik 't eerste deel gereisd had zonder te rijden, kwam ik nog een heel eind; via een oude vertrouwde route nog voorbij Saarbrücken waar ik een mooie rustplaats vond op een onverlichtte parkeerplek. Een bijna volwassen maan verlichtte vaag de omgeving en een grotendeels onbewolkte lucht gaf goed zicht op een prachtige sterrenhemel; duizenden sterren; daar zijn die zesentwintig op de Zwitserse Frank weer niets bij.

Aldus schreef ome Willem.
.

woensdag 26 augustus 2015

Marckolsheim

De Rijn.

.

Romanshorn

Haven

.

De voeten

Het vergezicht is enorm; na de Schluchsee uitzicht over het toppen van het Zwarte Woud, rustend in de laatste augustuszon; enkele wolken breken het blauw en een geheimzinnige vogel met grote vleugels wiekt stilzwijgend over; onhoorbaar verdwijnt ze in de verte, zoals herinneringen steeds verder uit zicht geraken: weg koerst het gevederde dier, weg, terwijl ik verder snor; aan de horizon Zwitserse bergen en daartussen de Rijn, de Rijn als een blauwstalen ketting tussen Europa en het andere Europa.

De muren van 't fort kraken en op chaos beluste machten spelen men tegen men uit. Oplopende onrust, nieuwe volksverhuizingen en steeds meer vraagtekens beroeren de gemoederen; een
oude droom krijgt steeds meer gestalte in de erfvijanden van weleer; de reus met voeten van leem en ijzer.

Prachtig grijs, soms ook wat neerslag; vooral boven de eindeloze vlakten rondom Troyes vormden de grijze kleuren met de groengoude ondergrond een stilzwijgende harmonie; reeds geoogste akkers werden opnieuw ingezaaid; de eerste jonge lobben schoten reeds op waardoor een geraffineerde groene kleur ontstond; heerlijk slingeren door 't wijdse noorden.

Temidden van deze fasen met een bijna honderd jaar oude dekschuit door de grachten van Amsterdam, de grachten, drukker bevaren dan op andere dagen, op dagen dat er geen vijfjarig evenement is. Enorme drukte, terwijl de oude motor van 't bijna eeuwoude vaartuig ouderwetse rookpluimen liet zien; al drijvend voer het de Amstel op om daarna op te stomen tussen het Amsterdamse Noorden en de creatie van de heren Cuypers en Van Gendt. Aan de oostkant van 't water, dat, afgeleid van 't franse Eau, IJ genoemd wordt, lagen enkele enorme zeezeilschepen met lange masten en er omheen dreven tientallen vaartuigen; op de walkant drommen mensen die zich aan de drie- tot wel zesmasters vergaapten; een kranige zon zorgde voor gestoofde hoofden; er werd veel gedronken.

Het zijn slechts enkele penseelstrepen; donderdag Clamency, dinsdag Romanshorn en daartussen de steeds weer wisselende omgeving die steeds hetzelfde blijft en ondertussen een Europa dat steeds meer danst naar de pijpen van Franse en Duitse makelaardij; terwijl ik geriefelijk onder een bladvolle plataan schuil en de zon onder gaat; zich spiegelt in het meer, stijgen als een geheimzinnige vogel mijn gedachten boven het stadje uit, voeren mij over de toppen van de nabije geschiedenis heen terwijl ik voor me de zonet voorbije toekomst achter het grauwe grijs zie liggen; voor even sluit ik de ogen en ontvouw Daniels droom dat ik uit het oude verhaal ken; zie voeten van leem en ijzer; dan staar ik over 't meer naar gindse bergen waarboven inmiddels de maan is opgeklommen; aan de andere kant de lichten van 't stadje, sfeervol, terwijl de laatste boot uit Friedrichshafen aankomt.

Ze laten mij niet los; ik hen ook niet, al draven ze nog zo hoog; ook niet in de storm die de cabine woest deed schudden; en niet in de slagregens die in de Ardennen volgden; evenmin nu, hier, aan de Bodensee, waar zich geen zuchtje wind bevindt. Ze laten me niet los, mijn gedachten, al scheren ze langs de maan, schieren over het rimpelloze water, terug tot onder de plataan; steeds zie ik de voeten en ik weet wat hen te wachten staat; in verre gedachten hoor ik het volk 't laatste lied uit Beethovens Fidelio zingen.

Aldus schreef ome Willem.

.

zondag 23 augustus 2015

SAIL 2015

Met een oude dekschuit uit 1929 door de Amsterdamse grachten, en dan ons vergapen aan reuzenzeilschepen op 't IJ.  Het was uitermate druk op 't water.....

Hier varen we vanaf de Amstel de Nieuwe Prinsengracht op



File op het IJ

Op de wal drommen menschen

Eén van de schepen

Overal druk

Dat zwarte bootje daar: net een piratenschip


Mooi toch?

Een smikkelboot


Dit soort boten, een kijkgenot


Een zeeuws garnalenvissersbootje.  Van voren rond, zodat het een stuk de wal opgetrokken kon worden

Ginder.  Vermoedelijk een Lemster Aak


En ach.  De politie moest ook even actie voeren. 

met de trekschuit de Prinsengracht weer op.  Past maar net...




De Meeuw uit 1929, met DAF-motor.  Voorheen aangedreven door een kromhout.

De amstel, met ginder de Magere Brug

op 't IJ