Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 28 februari 2013

Noord-Luxemburg

Waar de bomen nog vol rijp zitten.

Luxemburg

Dwars door de binnenlanden.

Luxemburg

De weg Arlon-Mersch

De laatste ari.

De Februarimaand taant ten einde, de maand, dit keer ruimschoots gevuld met karrenvrachten kil en koud weer, met weer, desolaat weer, weer dat uitnodigt tot lametteren; waar je chagrijn van zou worden overmits het ook nog bestaat uit te korte dagen.

Het is trouwens verbazingwekkend dat de door sommigen voorspelde aardse opwarming met zoveel kil en ijskoud weer gepaard gaat hetgeen de gemiddelde burger met een stijgend ongeloof vervuld.

Even, rond de middag, was er gisteren sprake van een kleine doorbraak toen ik rondreed in de Amsterdamse zeehaven, een bardt in het wolkendek; even maar, want op weg naar onze zuiderburen werd ik al snel een illusie armer; de zon bleef schuil achter een ongehoord stil wolkendek.

Inmiddels wurmt de politiek zich in velerlei bochten; door de wet gesanctioneerd onrecht stijgt gestaag, alles wordt stukgeregeld en niemand weet meer met succes te ageren; de kundigheid is ver te zoeken, men doet maar wat terwijl op de werkvloer de flexwerker steeds dieper in het moeras wegzinkt en in zorghuizen bejaarden verkommeren.

Bij Brussel, in Vilvoorde, bleef ik staan bij een oude nozemtent naast de verbrande brug waar het binnen stinkt naar sigarettenrook en twee grote Mechelse herders zodat ik maar kort even binnen bleef en de stuurhut opzocht.

Daarnet reed ik vast naar de klant, te pogen de eerste te zijn, hetgeen lukte. Bij het losadres werd het hek om zes uur opengedaan door een fiere Vlaamse dame die, hoe aardig, een beker koffie voor mij inschonk en mij meedeelde dat er om zeven uur "begonnen" werd.

Straks nog even naar het drielandenpunt B-F-L, Aubange en ik mag mijzelf toch een sneeuwvrije dag toewensen deze laatste ferbuaridag waarmee ook eindelijk de ari uit de maand verdwijnt die dit jaar wel voor heel erg langdurige en naargeestige sombere koude zorgde.

Op deze laatste ari dit jaar heeft de sibeer ons nog steeds grimmig in de tang.

Aldus schreef ome Willem.
---

woensdag 27 februari 2013

De schaakavond

 Roel van Duijn en Professor Johan van Hulst.

Beukenhout.

Je ziet ze wel eens, en ze worden vaak op marktplaats aangeboden; van die plastic schaakstukken, nep, lelijk, vreselijk en wat dat betreft prijs ik mij gelukkig lid te zijn van een schaakvereniging die laat spelen met echte, houten stukken. Weliswaar betaal je daar een hoge contributie, maar dat heb ik er dan ook graag voor over: houten, "levende" stukken!

Vandaag wilde ik er heen, per-sé, om te zien waar hij heeft gestaan, de grote, behagelijke haagbeuk, daar, in het Westerpark, de beuk die mensen zonder spreken of preken toesprak, als je het teminste maar wilde horen.

Maar ik bevond me nog bij onze oosterburen, dus betrachtte ik enig geduld; eerst twee klanten lossen, Essen en Wesel, maar toen dat gebeurd was snelde ik herwaarts, eerst maar naar huis en toen op weg, naar het Westerpark, vlak bij de Haarlemmerpoort en ook vlak bij De Wittestraat, de straat waar tot 1994 het bedrijf waarvoor ik werk gevestigd was: in oude loodsen die inmiddels werden afgebroken en waar daarna geriefelijke woningen werden gebouwd.

Er stond er nog wél één, zo'n enorme beuk, ik schatte hem een slordige honderd jaar, maar dat kon hem niet zijn. Volgens een insider werd hij al begin zeventiger jaren van de twintigste eeuw gekapt en, hoe vreselijk, daarna verbrand, gecremeerd, in rook opgegaan, maar anderen beweren weer dat men haar hout wel degelijk voor andere doeleinden heeft gebuikt.

Al wandelend speurde ik het park af, de kraag tot aan de oren, mijn oren vrezen ook, vooral de koude. Toen ik langs een kale paardenkastanje liep ontwaarde ik een open plek, groot genoeg voor een enorme beuk: en ik vermoedde: hier moest het dan toch wel zijn, nam fotos, staarde lange tijd naar de open plek, stelde mij de grote beuk voor ogen die de jaren zeventig inspireerde, een boodschap, een groene boodschap had terwijl slechts enkelingen luisterden.

Het is trouwens maar gissen waarom deze dierbare welsprekende boom moest worden gekapt. Hij zou ziek zijn zo gonsde het, maar boze tongen beweren nog steeds dat ze te veel bewijsmateriaal bevatte zoals door de toenmalige BVD geplaatste camera's en afluisterapparatuur en om alle sporen uit te wissen werd ze ziek verklaard, gekapt, verbrand, zégt men; hoe diep kan een mens zinken.

Nog een poosje doolde ik doelloos door het parkje, maar laat in de middag vetrok ik weer, nu naar Buitenvelderd om met -vermoedelijk- de oudst Nederlandse schaker naar "onze" club te gaan waar we poogden samen met twee punten weer te keren, waar ik kabouter Roel de foto's van de kale plek liet zien, de open plek die hij herkende als dé plek waar de inspiratiebeuk, ooit, stond, dé beuk met diepe glans, met fluisterende takken en voor Amsterdam van doorslaggevende betekenis is geweest zonder dat de gemiddelde burger het in de gaten had.

Later op de avond had ik nog een verjaardag waar ik even naartoe wilde, maar eerst diende er nog met onze houten stukken te worden gespeeld. De professor vermorzelde zijn tegenstander in vier minuten bedenktijd en 12 zetten, zelf haalde ik een minder resultaat doordat ik, overigens een beetje moedwillig, met bluf en paardoffer mijn partij naar de knoppen hielp, want toen de kruiddampen waren opgetrokken stond ik te veel achter om nog door te spelen.

Voordat ik mijn hand naar de tegenstander uitstrekte keek ik nog een paar minuten naar de verloren stelling, die er ondanks dat, met de puurhouten stukken prachtig uitzag en in gedachten verzonken zag ik het kappen van de oude beuk, zag ik het wegvoeren van het hout naar een grijze loods met golfplaten daken, waar vaardige handwerkers mooie schaakstukken uit het hout gutsten.

Stel je voor: schaakstukken van beukenhout, hout van dé beuk!

Aldus schreef ome Willem.
---

Amsterdam, Westerpark.

Ooit stond hier een enorme beuk die menigeen heeft geïnspireerd.

Amsterdam, Westerpark.

Een dergelijke beuk moet het geweest zijn.

maandag 25 februari 2013

De 25e.

Nog is de winter niet ten einde, nee, zij is nog in volle gang, maar toch: het vermoeden van een aanstaande lente huist reeds in ieder leven, in iedere ziel.

Ondanks dat beleef ik de sfeer steeds grimmiger: sociaal onrecht blijkt aan de orde van de dag, "moderne" slaven dwalen dagelijks over de straten, in grootwinkelbedrijven en buiten, op de velden, symptomen van het terug.
De 25e februari, een historische datum; 1941, de feburaristaking tegen ronseling van Nederlandse arbeiders door de Nazi's én tegen de Jodendeportaties. Jaren later, exact ook op de 25e, de coupe in Suriname door Desi Bouterse: en is kennelijk iets met die 25e februari.

Toch is voor mij niet alles kommer en kwel; vanmorgen vroeg kon ik er weer op uit, eerst naar de thuisbasis, Amsterdam, een oplegger uitlossen op een voormalig eiland in de Haarlemmermeer dat, als ik het goed onthield, eerst nog De Krim en Venneperdorp heeft geheten voordat het definitief Nieuw-Vennep werd, en daarna Amsterdam waar ik mijn voertuig eens een grondige wasbeurt liet geven.

Het is verbijsterend en menselijk tegelijk dat de ogen gesloten blijven waarheen we naar opweg zijn en ook het o zo fijngevoelige zintuig van angst en vrees, het oor, onwillekeurig lijkt te worden toegestopt voor de over ons uitstortende werkelijkheid. Verblind door leugentaal hechten velen waarheid aan onzin, ingeklemd in een web van zichzelf steeds meer tegensprekende wet- en regelgeving; de industriële religie van de eeuwige groei wankelt, des te meer propageert men het Europese "Wij zijn één"-ideologie als het nieuwe geloof dat ongegrond zal blijken, nochtans menselijk, de meervoudige aankondiging van het lijden werd ook niet begrepen en verstaan.

Laat in de middag vertrok ik, richting Duitsland, voor een bijna thuiswedstrijd; ver zal ik niet komen deze week.

De avond viel, donker en bewolkt, geen maan, geen sterren en het blijft guur, noordoostenwind, te veel somberheid voor de tijd van het jaar. Ach, wolken, het zijn ook net mensen: waar zij verschijnen verduisterd de lucht

Gelukkig, een lichtpuntje, het voertuig is weer schoon, fris en fruitig; zo durf ik weer bij de buren op visite. Ook op de 25e.

Aldus schreef ome Willem.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

zondag 24 februari 2013

De terugblik

Vrijdag,

dagje Amsterdam...


Op de terugweg even door Amsterdam heen


Victoriahotel

Havengebouw




Ouderwetse koffieshop

De grens over naar Nederland.



Alternatief, bij De Planck, naar Noorbeek.





Met muziek van Schubert.

De terugblik.

Donderdag




Altijd weer prachtig, de wegen in Frankrijk

De laatste sneeuwresten, vlak voor Epinal

en hier niets meer...


In  Luxemburg is het weer zo ver, sneeuw overal.

De stad



Aubel, in de sneeuw, net voordat ik de grens naar Nederland overschrijd

De terugblik.

Woensdag

Dagje Italië
Op weg door de po-vlakte, hier bij Vercelli



Afgelegen boerderij, een soor kolchoze

De Po met nog een beetje sneeuw aan de kant

Montcalvo



NEEE!!! ZO niet!!!

Laden, en dan terug

Keus genoeg!!!!

De bergen, altijd weer mooi!


Kale lariksen

De terugblik

Dinsdag



De dag begon mistig, grijs en koud.

Hier, op weg naar Pont 'd Ain

op weg naar de Cherdon

De oude weg Lyon-Genéve





Langs het meer bij Cluses


daarboven, de lelijke autobaan

Rond de middag langs het Lac Léman


waar mensen in winterkleren flaneren

Evian


De overkant, Verviers


Vlak voor St. Gingolph


Zwitserland, bij Martigny

Weer de Gran San Bernard op


Een eigenaardig draaiwolk

Italië!  naar beneden.