Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

maandag 11 april 2022

Het G'dsgeschenk

 

Alles was dichtgegaan, opeens.  Winkels, kantoren, ja, en wat nooit eerder gebeurde; zelfs de kerken.

Vanuit de verte komt iemand op een fiets aansnellen; verder is de omgeving stil, stiller dan ooit, stiller dan een kortgeleden voorheen.

Toch herken ik de nieuwgeschapen sfeer, ik ken en herken het van mijn reizen die ik in opdracht uitvoerde achter het “IJzeren Gordijn”  waar op de gezichten verlangen te lezen was naar een ooit dat het toen misschien wel eens kon overtreffen of in ieder geval kon doen wederkeren.

Het leek wel met één enkele vingerknip; alsof een groot deel van de mensheid vanaf toen bezeten werd door demonen, een schrille angstkreet werd uitgeroepen en regeringen sloten zowat alles op wat zich bewoog.  Een nieuwe, bedompte wereld werd een feit. En voor hoe lang? 

Slechts een enkeling waagt zich nog buiten terwijl het reeds voorjaar is en ik vraag mij af of de teloorgang ook van míjn gezicht af te lezen is. Immers moeten we sinds de angstkreet onze vrijheid afstaan voor een kennelijk onzichtbaar gevaar. 

Zelf sta ik op van de boomstronk waar ik even rust vond en loop al mijmerend verder het verlaten bos in waar ook net de voorbijrazende fietser in verdween; in de verte hoor ik snerp- en zanggeluiden van vogels, maar welke weet ik niet.

Ooit, zo mijmer ik, werd de mens angst aangejaagd met het Allergrootste, De Allerhoogste, het allergrootste wat men zich maar kan voorstellen en sinds kort wordt eenzelfde angst aangejaagd met het allerkleinste en beide, zo lijkt het, zijn een misvatting.  Sterker: een leugen.  

De weken, de zomer, de maanden gaan voorbij, het jaar 2020 taant ten einde en er gaan geruchten over de komst van een verlosser, maar dit keer niet liggend in een kribbe.  Nog steeds kijkt menig medemens angstvallig om zich heen en het lijkt wel of iedereen schrikt van de ander. 

 

Ja, het is een absurde tijd geworden.  Nog niet zo lang geleden spraken we onze verontwaardiging uit over de onvriendelijke toestanden in een land als Iran waar vrouwen voor het niet of onjuist dragen van een hoofddoek werden bestraft, maar onze verontwaardiging is als sneeuw voor de zon verdwenen nu het onszelf betreft. Wie zijn mondkapje niet of onjuist draagt, geen voldoende afstand van de ander houdt of thuis een feestje geeft kan ook straf verwachten. 

Maar we houden moed! Want nu de nieuwe prik die een groot deel van de bevolking ontvangt als haar Vaccias haar intrede heeft gedaan zal aan alle waanzin spoedig tot een einde komen.  Meent men.

Het is december 2020 wanneer het kind in de kribbe volledig wordt ondergesneeuwd door wat velen zien als het nieuwgeboren heil; excellenties maken er zelfs een diepe buiging voor en overal, nagenoeg wereldwijd, klinkt de heilsboodschap: “De prik is tot onze verlossing gekomen !”

Zelfs in kerken klinkt de heilsboodschap; vanaf  menig kansel wordt gepredikt “Het is een geschenk van G’d!” en wie, ja wie o wie waagt het om deze oproep te negeren?  Wie waagt toch dit geschenk niet te aanvaarden?

In het hele jaar 2021 wordt het gepredikt als een nieuw aanvullend sacrament, echter stilaan wordt steeds duidelijker dat het cadeau toch niet geheel aan de verwachting voldoet. Er wordt gegoocheld met percentages om te verdoezelen dat het niet werkt; een auto rijdt wel of niet, maar nooit voor slechts 50 of andere procenten.

Maar inmiddels is menigeen al zo gedeprogrammeerd dat feiten er totaal niet meer toe doen.  De reeds geënte massa zoekt in de haar zelf opgeroepen duisternis naar zelfbevestiging op gelijkerwijze als destijds het Duitse volk deed middels een nare snorremans.  

Mensen die stikken van angst, trachten met psychische wreedheid anderen in dezelfde angst te werpen. 

Onzin wordt verheven tot zin.  Echter tot zinloze zin en ik denk terug aan de woorden uit De zondebok (René Girard): in menswetenschap is het altijd zó, dat men een verklarende waarheid toekent aan de ondoorzichtige gegevens juist vanwege die ondoorzichtigheid en datgene waar men in het geheel geen vat op heeft toont zich als een naadloos geheel omdat twijfel nergens meer kan binnendringen.

En dat zien we, medio voorjaar 2022, twee jaar na dato, duidelijker dan ooit.  Angst voor de Allerhoogste is een slechte raadgever; angst voor het allerkleinste eveneens.  

Het meest twijfelachtige, het absurde en ook de leugen wordt dermate als zeker voorgesteld dat logica, ja, zelfs de geringste twijfel nog maar enige kans heeft.

In alle vezels van de maatschappij klinkt de (on)heilsboodschap van de Vaccias; in kranten, op radio en TV, ja, elke mogelijkheid wordt aangegrepen om het te promoten. 

Maar het meest aangrijpende is wel dat zij die beter kunnen en moeten weten, zij, die zich herder van hun kudde wanen en roepen dat het een geschenk van de Eeuwige is, thans moeten beseffen dat hetgeen zij roepen en prediken louter blasfemie, godslastering is.

De nacht is donker en koud en in gedachten dwaal ik onder een heldere maan naar die plek met uitzicht op de zee waar de ene eenling het opnam tegen een kleine 1000 Baäl- en Asjera-priesters. Het is bijna middennacht half maart en ik zie een halfwas maan midden in de Tweeling staan; een huiver vervult mij.

 

Als het werkelijk, zoals zij, die herders,  profeteren, dat het een G’dsgeschenk is, dan heeft Hij de kudde en haar herders mooi in de maling genomen. Maar aangezien de Allerhoogste en Eeuwige dit nooit, maar dan ook nooit omwille van zijn Naam zou toestaan, moet geconcludeerd worden dat alle herders die deze vaccias, welke thans alleen al in Europa tienduizenden doden op haar naam heeft staan, gepredikt hebben als een Geschenk van G’d, gelijkenis vertonen met de Baälpriesters op de berg Karmel ten tijde van Elia.

 

Immers; als de Eeuwige wat weggeeft is dat altijd volmaakt. Vandaar dat Hij destijds zichzelf heeft weggegeven; als Messias. Hij houdt niet van half werk.

 

Aldus schreef ome Willem