Bos, uitzichten, dorpje nabij drielandenpunt Thüringen/Bayern/Hessen
Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?
zondag 28 mei 2017
zondag 21 mei 2017
Epilogue
zondag 14 mei 2017
Voorbij de laatste steg
Torenhoog; na veld h7, het weideveld van één van de
twee zwarte paarden waar regelmatig de zwarte koning een tijd lang zijn
toevlucht zoekt, ligt het laatste veld, h8.
Naast veld g8, ook synoniem voor het ganzenbordveld (63!), volgt de
laatste van de vier hoekvelden vanwaar men via de vier torens alle velden, dus de gehele wereld, kan
overzien en begrijpen dat de aarde allerminst een bol is zoals merkwaardig
genoeg door zo vele hoogmoedige, vulgaire, dwaze en bekrompen geesten wordt
beweerd; zoals men tracht zoveel lege wetenschap in de menselijk geest te
pompen.
Vanaf de vier hoeken, dus ook vanaf veld h8
doorzoekt men, overziet men, en mist op zijn tijd de juiste voortzetting; wordt
soms het nagestreefde doel gemist; achter de toren, achter veld h8 niets dan
leegte; duisternis, en plaats voor dimensies waarvan wij geen flauw benul
hebben.
Het één volgt op ’t ander; in één jaar gewaaierd
over vierenzestig velden; voor de achttiende mei; in de maand van het 450-ste
jaar van de onsterfelijke Monteverdi; angstvallig dicht staat de Spica bij Jupiter; laag
in’t zuiden, laat in de nacht was de
samenzwering tussen Saturnus en de maan; nog enkele weken en de zon zal de
kreeft raken en zijn halfjaarlijkse reis naar de steenbok weer beginnen en
vanuit de toren vanaf veld h8 is ’t allemaal goed waarneembaar; inmiddels suist
een komeet het luchtruim binnen en een achtergebleven herfstblad ritselt over ’t
net geschoren gras.
Een onweersbui; een ferme regenvlaag; een
groentekraam met aardbeien van de koude grond, fris en rood; loper, pionnen en
andere stukken gorden zich aan; de strijd gaat weldra beginnen; reeds is veld
h8 leeg achter gelaten en doolt de toren over de lijnen en rijen: veld h8 blijft
regelmatig lang onbezet; doelbewust.
Is dit het laatste?
Droef draai ik mij om en kijk terug; even, even maar terwijl natte
hemeldruppels mijn aangezicht en die van ’t bord strelen; een caleidoscoop van
zwart en wit; inmiddels trachtte, honderd jaar tevoren, Philippe Pétain,
muitende Franse soldaten met zachte hand in het gareel te krijgen; de Grote Oorlog
zou nog ruim een jaar voortduren; hoofdschuddend staar ik over ’t bijna lege
bord en zie de laatste hoek; achtergebleven en verlaten, nog steeds, veld h8. Vierenzestig
velden voorbij; voor immer.
Alle raadsels ontrafeld? Nee, onmogelijk. De uiterste duisternis
rondom het bord is te afschrikwekkend en met een blijde heimwee roept een
argeloze toekomst mij; naar mate je de eigen slavernij onderkent, wordt de
werkelijke vrijheid afgedwongen; een bal op het Comomeer; het inzicht van Kirilov; techniek en
wetenschap, moderne wetenschap als de zang van Sirene, scheep gegaan, het land
verlaten, ja, de ons achterliggende horizon vernietigd; ik wend het hoofd terug
van ’t omkijken en weet dat de klippen niet ver meer zijn; niet in staat tot
zelfanalyse en meegesleept door trots, wegzakkend in een grondloos moeras.
Dan, opeens, ergens vanuit een uithoek van ’t bord,
hoorngeschal: Wolfgang en Ludwig, onnavolgbare triolen en strofen en het nog
jonge groen wordt met een dun goudlaagje overdekt: ook de aardbeien op de groente kraam. De zon breekt door; dwars
door de milde regen en er kleurt een schitterende boog van a1 tot h8; van het eerste
tot het laatste hoekveld; tot voorbij de laatste steg. Intens dankbaar en gelukkig tik ik nog wat
laatste letters; de laatste letters dit jaar.
Aldus schreef ome Willem
donderdag 11 mei 2017
Het wonder
Voorovergebogen staarde hij naar de stukken; zelf
had ik, nadat hij met de pion d2-d4 had geopend, gekozen voor een tegenzet van
één van zijn vele eerlanggeleefde tijdgenoten: Pb8-c6 waardoor ik het andere
dier braaf op g8 in de paardewei liet staan, en zet van Юхи́м Боголю́бов, Efim,
Efim Bogoljoebov.
Hoewel fris, was de dag mooi geweest en een
eenvoudige rekensom leerde dat het inmiddels zijn meer dan 38.800ste
dag was; bijzonder, want hij kon nog vertellen over wat hij een eeuw geleden beleefde. Hoe de stad er uit zag, de mensen en hoe een
compleet andere sfeer de omgeving domineerde.
Buiten reeds uitgebloeide narcissen; een voorjaar
dat tot de zomer nadert; geparkeerde bussen op de brede parkeerplaats en regelmatig
strijkt een spreeuw op het tableau voor het grote venster neer waar wat voer op
ligt; geïnteresseerd en vooral genietend kijkt de Professor er even naar
terwijl ik mijn volgende zet overdenk.
“Je zal maar tijdgenoot van Efim zijn geweest” dacht
ik tijdens het bedenken van een volgende zet; “Misschien is dit de eerste keer
dat je van me gaat winnen” had de oude heer vooraf nog op gestrenge toon
geopperd en inmiddels deed ik mijn best; zag wat kansen en tastte de stelling
met een steeds volgende zet af.
In de morgen had ik nog wat in de buitenlucht
gefietst; nog wel een jas aan want het bleek nog aardig fris. Maar overal jong groen, fleurige kleuren en
een naderende vrolijkheid vanwege aanstaand warmer weer; maar hoe lang zal het
optimisme duren?
Steeds meer kraakt het
al in haar voegen: onrust wordt sterker en is voelbaar, maar menigeen ontvlucht
het door ontkenning; anderen weer door zich in het edele denken te dompelen en
ik staar naar het veld g8, het voorlaatste veld g8 waarop na een zet of twaalf
nog steeds het koningspaard graast.
Hij had het zelf voorgesteld: “Het is alweer een
lange tijd geleden dat ik een stuk heb aangeraakt; een paar maanden geleden,
geloof ik”, sprak hij, “toen Jan Nagel even langs kwam” en hij kon zich na enig
reconstrueren zelfs de datum nog herinneren terwijl ik die inmiddels alweer
vergeten ben.
Een leuke combinatie en ik veroverde een pion;
onbewogen schoof mijn oudste vriend door; zijn gezicht verraadde niet de minste
emotie en ook mijn paard had veld g8, het voorlaatste veld, verlaten en mengde
zich in de strijd terwijl onderwijl mijn koning op het voornoemde veld, veld
g8, had plaatsgenomen: mijn koning in de paardenweide.
Stevig verdedigend, na ruim een uur had ik weliswaar
nog steeds dat ene pionnetje meer, maar ervoer steeds sterker dat ik niet
meer door zijn strategisch opgestelde pionnenmuur kon komen; hij had mijn
aanval kundig afgeslagen en een guitige glimlach kwam er voor kenners op zijn
gezicht en vanonder de oude grijze snor klonken de woorden: “Het is een wonder
dat ik nog leef…”.
Na anderhalf uur werd tot remise besloten; “Eigenlijk
is dat altijd de meest eerlijke uitslag” zo sprak hij diplomatiek en pedagogisch;
zag dat de professor moe was en na nog wat politieke beschouwingen vertrok ik
weer met in gedachten dat dit misschien toch wel zijn laatst gespeelde partij zou
kunnen zijn terwijl die wonderwoorden nog steeds door mijn hoofd resoneerden: “Het
is een wonder dat ik nog leef….!”
Aldus schreef ome Willem
woensdag 10 mei 2017
De reis in -voornamelijk gele- kleuren, begin mei 2017
Afgelopen week, de eerste-meireis
Weg, zoals elke reis weer opnieuw begint |
...door Noord-Frankrijk, Noord-Oost |
hier al in 't midden |
morgenstond ten zuiden van Grenoble |
3 mei, nog sneeuw op de Col de Croix-Haute |
en dan over de uitgestrekte Alpenwegen |
de formatie nabij Sisteron |
brug over de Durance |
het eerste schilderachtige Zuid-Franse dorpje |
Rians reeds voorbij.... |
Granache en Carignan |
de weg nabij Saint Remy en Provence |
Rhônebrug |
soms zijn de wegn smal |
maar wel mooi |
in de bergen nabij Lodéve |
waar de gele brem bloeit |
opeens, de regenboog.... |
Jawel! |
Lodeve |
over de Rhône nabij Châteauneuf du Pape |
Hoe mooi, hoe heeeeerlijk!! |
de brug op |
Pont-Espriet |
Rhône, alweer... |
Albe, in de Ardesch |
smal he! |
...Alwéér |
ongelukkie, op de snelweg... |
...de volgende morgen... Mist.... |
zilverakkers |
later, paardenbloemengeel.... Luxemburg |
Terug, Nederland, Roermond-Venlo.... |
Abonneren op:
Posts (Atom)