Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 30 november 2011

Pizzalucht.

Het was behoorlijk mistig, vanmorgen, zodat ik niet erg veel van de omgeving zag. "Kom je een keer in Slovenië, zie je er niets van", dacht ik nog bij mijzelf.

Niettegenstaande dat had ik het losadres al snel gevonden, het begon zowaar te sneeuwen tijdens het lossen, maar toen de handel er uit was, reed ik richting Ljubljana dat de Duitsers nog steeds Laibach noemen.

Onderweg reed ik plotseling even de mist uit en kon links en achter mij een glimp van de kale karawankenbergen opvangen. Even maar, want ik dook al weer snel de mist in.

Onder het voortschrijden keek ik links en rechts naar een gelegenheid voor een kop koffie of zo en ook hier viel het mij op.
Hoe het u vergaat, weet ik niet, maar, naast dat ik mij meer en meer ga ergeren aan de overal opduikende "restaurants zonder kok", de uit Amerika overgewaaide hamburgerepidemie, gaan mij al die pizzatenten ook de keel uit hangen.

"Ook hier", dacht ik toen ik verder reed en overal met een zekere regelmaat een pizzaboer ontwaarde en dan vraag ik mij toch af waarom.

Richting Postojna vond ik wat leuks, mitsgaders een supermarkt er bij zodat ik eens kon kijken wat hier allemaal te koop was om al snel tot de conclusie te komen dat de "jajem" in Slovenie erg duur is en er zeer weinig echt "lokale" produkten zijn te verkrijgen. Zelfs Slivovic stond niet in het schap!

Van Postojna, bekend op de enorme grotten, naar Gorizia was het ronduit zonnig en al snel reed ik in de bakermat van de pizza rond waar ik net voor twaalf uur het eerste klantje, opzij van Udine, reeds had geladen.

Toen volgde nog een losadresje en een laadadresje, beide tussen Pordenone en Conegliano en onderweg daar naartoe reed ik door een Noord-Oostpolder-achtig landschap en alleen aan de bergen rechts op de achtergrond weet je dat dit hier Italië is en in dat landschap ligt het dorpje Provesano San-Giórgio di Richinvelde, een naam die u vermoedelijk helemaal niets meer zegt, maar een naam, een dorpje, dat een aantal jaren geleden lange tijd prominent in het Nederlandse nieuws is geweest en toen ik een wegwijzer naar Spilimbergo zag, ging ik even met mijn rechterhand naar de rechterkant van mijn hoofd voor een salut en mompelde even "at your service" en onderwijl zag ik de beelden van de destijds lafharige politieke moord terug.

In Duitsland worden de braadworsten, in Frankrijk het drie-gangen menu, in België het Fritkot en in Slovenië dus de chiwapchichi vervangen door de Pizza, welk een waanzin!

Zelfs in een brave, nationalistische, landen als Oostenrijk en Zwitserland rolt de Pizza door de straten, het is gewoon akelig om aan te zien. Een walging maakt zich van mij meester!!

Nadat de bubs er weer in zat, toog ik in het donker naar het noorden en reed via Auronzo naar Innichen en was toen waar ik gistermiddag nog langs snorde, sloeg er links af en bleef staan in Toblach waar ik op zoek ging naar een eenvoudige doch voedzame maaltijd.

Wie nu mocht denken dat ik iets tegen de pizza "an sich" heb, heeft het mis, maar pizza's horen thuis in Italië en het getuigt van een culinair onvermogen overal waar de pizza buiten Italië opduikt.

Natuurlijk, de italiaanse keuken is niet te versmaden, maar dat men buiten dit land overal mimetisch gedrag vertoont geeft toch wel aan dat men de eigen keuken maar snert vindt terwijl met een beetje chauvinisme en inspanning er heus wel iets van de nationale gerechten te maken valt.

Trouwens, buiten Italië kunnen ze er niets van, de pizza is nooit zo lekker als hier, Italië, en meestal krijg ik braakneigingen van de buitendelaarse Pizza. De lucht alleen al! Ze stinken vaak, en dan de benamingen die men er aan geeft, zoals "amerikaanse" pizza wat zoiets is als Zimbabwaanse klompen, het slaat nergens meer op!

Midden in het dorpje loop ik een restaurant binnen en bekijk de menukaart waar ik een pizza met kaas bestel.

Pizza,s horen hier, en niet elders! Als de ober de voortreffelijk gemaakte lekkernij voor mijn neus zet, snuif ik een heerlijke geur op.

Aldus schreef ome Willem.
---