Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 8 november 2011

Jantje.

Opeens maakt mijn brommer een enorme herrie en onder het rijden zie ik, dat ik het boutje waarmee de uitlaat aan de cilinder vast zit, ben verloren.

En omdat er op de weg van Memmingen naar Kempten een enorme verlatenheid heerst is de herrie die ik met mijn brommert maak kolossaal terwijl de in de weiden grazenden subiet op hol slaan als ik langs kom.

Als we met al die herrie door Dietmannsried rijden, zie ik een boerenschuur waar landbouwvoertuigen in en om heen staan terwijl er twee mannen rond lopen, gekleed in blauwe werkkleding. De één een jonge, magere vent, de ander en oude met een hoedje en een geweldige bierbuik.

Zonder mij de bedenken knijp ik in de rem van mijn Mosquito Garelli en Jantje, die met zijn Malaquti achter mij rijdt, stopt eveneens en kijkt mij vragend aan.

De vragende blik beantwoord ik door al zittend op de plof naar de blauwe kielen te waggelen en op mijn allerbeste duits wijs ik op het gat waar de verloren bout heeft gezeten. Na een ervaren technische blik, geworpen op het ontbrekende euvel, loopt de oudste de schuur binnen en komt even later terug met een passend boutje en een ringsleutel om de zaak vast te zetten waarna de magere kiel de opdracht krijgt het euvel te verhelpen.

"Was moes ik betsalen" vraag ik in gebrekkig duits, maar de oude baas wijst het vriendelijk maar zeer beslist en lachend van de hand en zegt dat dat helemaal niet hoeft en korte tijd later rijden Jantje en ik weer verder, op weg naar het zuiden.

Vandaag rij ik er weer, nee, niet over de toenmalige weg, dat is geen doen meer, maar over de snelweg die er toen niet was, op weg naar, weer, Wiggensbach en terwijl ik door het dal van de Iller snor, denk ik aan het hierboven geschetste tafereel, ik geloof dat het 1970 was, toen ik met een vriendje en brommer met vakantie was en uiteindelijk toen in Joegoslavië terecht zijn gekomen.

Joegoslavië, dat land bestaat al niet meer en ook Jantje ben ik geheel uit het oog verloren, maar wat blijft zijn de vele grappige herinneringen, zoals over dat verloren boutje waar ik gratis en voor niets in Dietmannsried een nieuwe kreeg terwijl Dietmannsried ook de afslag is die ik neem om bij het losadres te komen.

Nee, een erg spannende week wordt het dit keer niet want het is een reis, zogezegd, uit het boekje.

Hoewel: gisteren was ik weer eens sinds lange tijd in Sassenheim en reed ik na lange tijd weer eens dwars door Voorhout. Als laatste klant kwam ik nog bij een zeer oud adres, de firma Daas te Aalsmeerderbrug, die sinds mensenheugenis bekend is om zijn rode aarden bloempotten en die daar tot ver in de jaren tachtig van de vorige eeuw nog ook daar werden geproduceerd.

Daarna vertrokken, via Venlo naar Koblenz, en zo kwam ik, uiteindelijk, hier, net voor de laatste echte buitengrens binnen Europa.

Het land wat zo verstandig is geweest niet mee te doen met de nu reddeloos verloren Euro en waar je ook met de boot kan komen als je de Rijn over steekt waar die op zijn breedst is.

In de stuurhut denk ik even terug, naar de reis die ik met Jantje maakte en ik weet nog dat we op de terugweg langs de zuidkant van de Bodensee hebben gereden.

Dan moeten we dus ook hier langs zijn gekomen.

Hoe zou het met hem zijn? Met Jantje? Misschien leest tie het log wel....


Aldus schreef ome Willem.
---