Inmiddels heeft een woedende steenbok de zon met
wiskundige precisie voor het zoveelste jaar achtereen weer teruggekopt wat
betekend dat daardoor de dagen weer langzaam gaan lengen.
En zo, vanwege het naderende jaareinde, kunnen weer
wat cijfers worden genoteerd al laat ik dit keer de kilometers achterwege;
immers, en het is af te lezen aan het ruim aantal mindere buitenlandse nachten,
werden vele kilometers dit keer niet door mij weggereden.
Het zijn de laatste reizen; wellicht volgen er nog
een paar. Afgelopen periode nog één keer
in Duitsland geweest; echter zonder fototoestel waardoor ik dit keer geen
opnamen maakte.
Fantastische luchten, besneeuwde hellingen en het
passeren van de oude grens tussen oost en west hetgeen ik nog steeds als
ongelofelijk acht, ware het niet dat de werkelijkheid al weer bijna dertig jaar
anders is.
Afgelopen jaar, en daar zijn ze dan, de cijfers:
België drie, Luxemburg vijf en Duitsland tien.
Frankrijk ruim bedeeld met 52, Italië negen en Spanje bleef achter met
twee. Oostenrijk en Zwitserland elk
slechts één. Samen 83 en dat was de
afgelopen jaren altijd wel meer geweest. We zullen jaren terug moeten gaan dat
een getal gelijk of onder de 82 geeft; zeker ruim in de vorige eeuw.
Wat niet betekend dat deze trend zich niet zal
doorzetten. Vermoedelijk zullen de komende
jaren de getallen als maar minder worden; de behoefte om te reizen neemt met
het ouder worden steeds meer af.
Misschien ook wel dat dit de laatste keer zal zijn
dat ik zogenoemde jaarcijfers noteer. Er is immers een tijd van begin waardoor
er ook altijd weer een tijd van ophouden, stoppen zal volgen.
Het is het verhaal van de vrachtrijder die steeds meer
op de spreekwoordelijke rem gaat staan; en daar komt bij dat er andere zaken
zijn waar, althans deze, vrachtrijder zich steeds meer op gaat toeleggen zoals,
en dat moge inmiddels wel bekend zijn, het edele schaken wat een steeds grotere
rol in ’t leven gaat spelen.
Met het zich in volle aandacht begeven op de
vierenzestig velden ontloop ik ook de grote, míjn grote, ergernissen waaraan ik
me zou kunnen stoten; zoals dat in naam van de vrijheid alle vrijheid lijkt te
worden vernietigd.
Ondertussen luister ik naar Antonio’s largo van de winter; de winter, de donkere
tijding waaruit straks het voorjaar wordt geboren; in een ingewikkelde stelling
probeer ik een midwinterzet te vinden.
Aldus schreef ome Willem