Welke pion staat voor wat? Naarstig klop ik op 't mysterie; twee keer drie pionnen moeten dan voor de gewone dagen zijn, ééntje voor de zevende en een laatste voor de achtste. Maar welke? Drie links, drie rechts en dan de twee in 't midden; wie zal 't zeggen en bij één van deze twee zijn we inmiddels aangeland, althans bij het veld d2, de vestigingsplaats van dame-pion, wellicht de pion waarmee de meeste keren een partij schaak wordt begonnen: d2-d4.
Op weg met een lading uit Giessen, Giessen in Het Land van Altena, een merkwaardig stukje Nederland; op weg naar Bram, een klein dorpje, stadje, tussen Toulouse en Carcassonne; daar, waar de hoge Spaanse grens met helder weer van ver te zien is; onwerkelijke temperaturen, overdag nabij de veertig.
Welke staan voor zee en land, vogels en vissen, welke twee voor bomen en mens en welke voor zon, maan, licht en het duistere? Mysteries hebben de eigenschap zich niet te onthullen; het veld d2 wordt vanaf het begin door vier stukken gecontroleerd, maar toch ook niet zodanig dat één van deze vier stukken er plaats op neemt; hoewel: de zet Dd1-d2 en zelfs de zet Lc1-d2 komt meerdere keren voor, meer althans dan Pb1-d2; ergo, ook veld d2 wordt tijdens een partij niet al te vaak benut.
Staalblauwe lucht, dorstig weer en vergezichten om over na te denken; zware vracht waardoor hellingen met traagheid genomen werden en door de motor werd afgezien; even na Rodez hield ik het voor gezien, een dagreis die in de morgen nabij Reims zijn aanvang kende en na aankomst permitteerde ik mijzelf bij hoge uitzondering een koud glas bier.
Het spel, de onbegrensde mogelijkheden, het geheim van veld d2 en ik weiger me neer te leggen zonder ontknoping; tastend denk ik verder, strompel langs geheime, opgetrokken wanden: één van de twee of één van de zes andere velden?
Verlaten en donker; de nacht koelt de dagwarmte nauwelijks af en slapen? Slapen doe ik slecht; het veld d2, wat is daar toch mee? De pion vertrok reeds en ik staar naar 't veld dat daar voor de dame ligt, uitgerold als een korte, zwarte loper. "Kom", fluister ik, "geef je geheim", maar 't veld blijft, vooralsnog alleen aangeroerd door mijn ondoorgrondelijke blikken. "Dus wellicht is 't toch d2?", mompel ik op fluistertoon, maar ook deze nacht komt er geen helderheid. Misschien heb ik met mijn fluistertoon toch nog te luid gesproken.
Aldus schreef ome Willem.
.