Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 2 februari 2016

De achtste opus

Nog hoor je, in de verte, de echo; vooral in de achtste opus van Joseph Joachim, de vage echo van het met paukenslag beginnende vioolconcert van zijn grote voorganger Ludwig; een korte terugblik vol mijmerende klanken.

Gelijk de afgelopen dag, wanneer ik wederom, voor de zoveelste keer. Voor de zoveelste, ja, omdat ik 't niet tellend heb bijgehouden; wederom deinend over golvende Ardennen, terugdenken naar een toen, toen deinen nog als dijnen geschreven werd.

Voor donker en drukte weggesneld tot voorbij Rotterdam, naar Maasland, en vandaar vertrokken naar de oostzijde van La Douce France; de oostzijde, maar nog wel blijvend aan de westkant van de Elzas; Liége, Wemperhard, Thionville, over een traject, route, afstand waaruit volop echo klonk van momenten dat ik er voorbij snorde; een wegstervende echo, want een zeker einde komt steeds meer in zich; de partij geeft steeds minder aanleiding tot verwikkelingen en misschien dreigt er spoedig wel een pat.

Een merkwaardig pat op de paden van weleer; de rustplaats op de oude N-70, de weg vlak langs de Moselle; het water zong liederen die ik lang niet had gehoord.

Die ik lang niet had gehoord.

Tijdens het vroeg duister bereiken de klanken mijn ogen en terwijl ik er naar kijk zie ik een tijd die even als een voorbijwiekende flard terugkeert; wegstervend in herinnering van weer een eerste februari.

Zoals in voornoemde achtste opus.

Aldus schreef ome Willem.

.