Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 27 november 2014

De zwarte taling

Opeens is het, was het kouder, plotseling lijkt de zonderlinge herfst plaats te maken voor kil, guur weer; het overviel mij tussen de eenden, de herfsteenden op een boerenhoeve te Beesd waar ik wat teruggetrokken in de jaskraag door afgevallen blad slenterde, blad dat ook op motorkappen van de mij omringende voertuigen terecht was gekomen; rode, grijze en gele eenden.

Het was toch al afzien omdat ik avond tevoren de grootste moeite had om mijn tegenstander te verslaan en eigenlijk had ik dat, die grote moeite, mijzelf aangedaan door in een Italiaanse opening een paar schoonheidsfoutjes te weven en ook in het middenspel hier en daar een onnauwkeurigheidje achterliet waardoor ik de boel ingewikkelder maakte dan nodig; maar edoch, rond twaalven en met allebei nog maar weinig speeltijd op de klok wist ik de partij alsnog naar mij toe te trekken; 't was mooi, spannend geweest en ver na middennacht kon ik pas gaan slapen; van koude en kilte was toen nog niets te merken.
Zou 't komen door 't eerste kwartier in de steenbok bij welker kring de zon over een kleine dertig dagen zal keren? Of de leeuw die Jupiter opjaagt?

In de middag voor de schaakavond deed ik extra m'n best om van de laatste fraaie kleuren te genieten, trof zowaar nog een laatbloeier aan, begreep dat het zo langgzamerhand weer tijd werd voor Stondsdorfer, Don Giovanni of andere onstuimige klanken om mijn gemoedsrust te bedaren.

De volgende dag voelde ik door de tergende wind als een Leporello de kerkerkilte waar Florestan zo onder had geleden en verlangend naar een diepe winterslaap; verliet ik na de middag het herstellingsoord op de heuvel.

Met een eend, een zwarte taling, thans bestand tegen een onwaarschijnlijk slechte winter.

Aldus schreef ome Willem.


Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel