In de zuidelijke landen en met name Engeland en de Verenigde Staten was er reeds rond 1860 en de jaren daarna iets met de eerste mei, maar vrijwel direct na 1945 als vrije dag vastgesteld.
In nazi-Duitsland werd de dag in 1933 misbruikt door het toenmalige regime toen op 10 april de eerste mei als feestdag werd geproclameerd en een promenade in Berlijn door Goebbels werd uitgeroepen waardoor de nazi's op de eerste mei in één klap alle kopstukken van de linkse oppositie te pakken kregen, maar daarna is de dag zelf als feestdag gebleven; in en ook na de oorlog, en vanaf 1953 als vrije dag vastgesteld. Denemarken, Zwitserland en Nederland zijn de uitzonderingen; daar gaat het werk gewoon door op die, toch wel wat onzinnige, vrije dag, dat natuurlijk na de oorlog achter "het" gordijn overal meteen "feest"-dag werd.
Even na zeven uur vertrok ik, en na een kwartiertje trappen fietste ik de Rijn over, de grens Duitsland-Frankrijk, de stad binnen waar Marie Grosholz geboren werd, een dame die zich specialiseerde in het maken van gezichten van prominenten in was; een dame, die net voor de Franse revolutie goede contacten had met het Franse Hof, maar desondanks de guillotine ontliep vanwege haar waskunst, een dame die trouwde met Phillipe Toussaud, naar Londen verhuisde en aldaar haar eerste verzameling wassen beelden ten toon stelde.
Straatsburg dus, een stad met een wat rommelig voorkomen, en in ieder geval geen echte uitstraling heeft; welaan, ik ben een anti-Europeaan, maar als het dan toch een hoofdstad moet hebben, dan niet Straatsburg, een stad, trouwens met een uiterst besmet verleden, een reden temeer dat het een gotspe zou zijn deze stad als Europese hoofdstad te verkiezen.
Tijdens de ruim honderdvijftigjarige bouw van de, overigens prachtige, Münster, de enorme DOM met een dermate hoge toren dat ze enkele decennia het hoogste bouwwerk ter wereld was, temidden van die periode vond er de eerste grote Europese pogrom plaats, werden in het jaar 1349 ruim 3.000 Joden levend verbrand en de overigen de stad uitgebonjourt; een dringende reden dat deze stad nooit en te nimmer Europese hoofdstad mag worden. Het verdient het niet. Nooit!
Later mochten Joden alleen nog overdag de stad in, moesten een aparte heffing betalen voor elk paard dat ze meenamen, en tot begin 1900 luidde er een avondklok ten teken dat ze allen over de Jodenbrug de stad dienden te verlaten; vanmorgen kwam ik langs dat bruggetje dat tevens de scheiding tussen het oude en nieuwe Straatsburg markeert; het staat er met een bordje bijgeschreven; Pont de Juif, en direct stadinwaarts; Chemin de Juif.
Toen in 1870 Straatsburg weer Duits werd, gooiden de Duitsers een groot deel van de oude Joodse wijk plat en bouwden er enorme, pompeuze bouwsels, onder meer een stadopera, en temidden daarvan een plein, de Kaiserplatz welke thans Place de la Republiek heet. Op het plein, nu, oude bomen, naast het teveel aan pompeus, werkelijk verbazingwekkend; hoge Kastanjes en een Ginkio met een stamdoorsnee van om en nabij een meter!
Inmiddels was de oude stad volgelopen met zwalkende toeristen; plotseling luidsprekergeluiden en door één van de hoofdstraten een demonstratiestoet van linkse signatuur; protesten tegen uitbuiting, 1 mei, het feest van de protesterende massa. Helemaal ongelijk hadden ze niet; Straatsburg kent immers vele bedelaars terwijl ook deze eerste mei op elke straathoek een gelegenheidshandelaar met witte Lelietjes van Dalen stond.
Rond het middaguur fietste ik de Rijn weer over, constateerde dat, vergeleken met vroeger, de brug enkele meters verplaatst was; alle oude douanegebouwen waren verdwenen; slechts een stuk asfalt deed denken aan tijden van weleer.
In de middag bezocht ik nog Kehl, een bolwerk met misschien wel 70 procent allochtonen, voornamelijk van Turkse afkomst; een wildgroei van kebabtenten en nergens hoorde ik nog de Duits taal; later trok ik nog even een sprintje door het wijdse achterland en zo verliep mijn eerste mei dit jaar: zonder enige teken van arbeid.
In de avond mijmer ik wat na; Ginkio Biloba, een boomsoort met goen dat het midden houdt tussen naalden en bladeren: biloba duidt daar op; kenmerkend voor Straatsburg; Frans en toch Duits, Europees, maar met bedelaars, Calvinistisch en katholiek, oud en nieuw door elkaar, oerlelijk geplant tussen verbijsterd mooi; stad, voortdurend hinkende op twee gedachten, zoals de biloba van Ginkio.
Aldus schreef ome Willem.
---