Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 18 december 2013

Hardogend.

Toch nog, toch nog een kleine toegift met de oude DAF, en ach, of ik er blij mee ben of niet, laat ik maar even in het midden. Inmiddels steekt een straffe wind op die de stuurhut in de versleten veren doet kraken.

Maandag, eigenlijk een beetje gekkenwerk, maar omdat ik de slaap goed uit had en mij begon aan de oever van het meer van Nantua een beetje begon te vervelen, in het holst van de nacht, drie uur, vertrokken, uiteraard, via het geitenpad, Izenore, Thorette, Arinthod, de dorpjes wakkerschuddend, en dan, ouderwets, via Lons le Saunier en Besançon naar Nederland terwijl ik rond acht uur, nabij Epinal, de tijd nam om een stevig uiltje te knappen; buiten, 't is onstuimig, in de verte hoor in een hond huilen. Hoor in een hond janken, in de verte. Kán dat?

Een hand zal nooit zien of ruiken, een oor nooit gaan zien, een oog niet horen, evenmin de voet; voor wie het verklaren wil is dat alles duidelijk, maar komt dit verklaren overeen met onze werkelijkheid?

Nederland bereikte ik in de middag, in Weiswampach had ik mijn laatste boodschappen gedaan en eigenlijk was ik te vroeg teruggekeerd. Te vroeg, want nu kon ik voor 't jaareinde nog een reisje maken: reisje, maar reisjes kunnen worden opgerekt tot soms een hele tocht.

Vandaag overleed hij, "Ronny" Biggs, ik kan mij de krantenberichten van weleer nog herinneren, al was ik nog betrekkelijk jong; zelfs op jeugdigen had de treinroof indruk gemaakt, en thans blijkt, een onuitwisbare en dat klopt niet met de wet van Müller die hij beschreef in zijn "Specificiteit van de zintuigen" en waarin een wetmatigheid wordt beschreven die nog vandaag de dag in een vrijwel onaantastbare autoriteit verkeer; het oog zal nooit horen, een oor nooit zien. Nooit! Nooit?


Nadat ik dinsdag de goederen uit Frankrijk en Italië in Nederland had rondgebracht, zou ik laden, laden, eerst in Kesteren, daarna in Veenendaal, een volle vracht voor Bretange, relatief ver zát na zo'n lange Italiëreis, maar.

Het zou gelijk te laden zijn, maar toch, toch bleek het niet gereed. Wachten. De volgende morgen misschien, acht uur, tien uur, na de middag en tot slot werd het 25 uur later, de volgende dag, vandaag dus, tegen vijven dat ik vertrekken kon, meteen maar, hups, de file in.

In avonduren rolde ik, zo kwaad dat het kon, verder. België door, Lille en Arras voorbij, gevallen bladeren zwierven door de straffe wind de weg over, Ronald Biggs heb ik nooit gekend en toch heb ik een beeld van hem, hoor hoe hij destijds de trein stil zette, zie hem praten en met volle zakke poen lopen; voor een tweede keer hoor ik een hond in de verte.

De verte, ik hoor het gehuil in de verte. Dat klopt al niet met Müllers wet, want verte is een zaak van zien. Daarbij zie ik de hond terwijl de storm rond de stuurhut raast en de gordijnen dicht zijn. Ik zie het hoofd omhoog, de nekharen, wapperend in de harde wind, in gedachten de kleur, en op de achtergrond neem ik een veronderstelde boerderij waar waarvan ik de geuren zonder neus, dus zonder ruiken, waarneem.

Het zal duidelijk zijn; begrijpen en "verstaan" van talrijke zaken lopen niet parallel, zijn kennelijk totaal iets anders dan het verklaren van dezelfde zaken.

Ronald Biggs, februari nog overleed zijn broeder in het kwaad; Bruce Reynolds; de maan verdween achter wolken, alweer de hond. Het geel van een citroen is zuur-geel, schreef ooit, Jean-Paul Sartre, en het geel van een banaan zoet-geel. Soms ziet het oor, hoort het oog, teveel.

Zienderorend. Kunt u mij verstaan? Zo vanaf uw scherm?

Aldus schreef ome Willem.
---