Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 27 november 2013

De vuurspraak.

Wellicht, vermoedelijk, de oudste, danwel één van de oudste, snelweg door onherbergzaam berggebied, Serravalle-Genova, en ze slingert dan ook uiterst merkwaardig, vooral van noord naar zuid (zuid-noord is van een wat later datum), langs rotswanden, met veel bochten en ze werd geopend in 1935. Reeds! Het overvalt mij: de meeste bouwers van deze noeste arbeid, denk ik, leven niet meer, ja, leefden al niet meer toen ik halverwege de jaren negentig voor de eerste keer deze route reed.

Tijdens ons leven komen we van alles en iedereen tegen; de meesten komen we nooit tegen, velen slechts een enkele keer, anderen meerdere keren, weer andere regelmatig en sommigen ontmoet men elke dag, al is dat laatste in mijn beroep niet vanzelfsprekend, contact met moderne communicatiemiddelen daargelaten.

Zonnig, maar koud, zo was het weer, zo bleef het weer, donker tot Lyon waar ik ruim voor de afgesproken tijd kon lossen, en daarna op weg naar het hooggebergte, vanaf Chambery verkoos ik de oude weg, de lange, rechte, van oudsher brede wegen, door brede dalen, omzoomd door hoge laanbomen benevens enorme alpenreuzen, thans gekleedt met een wolwitte hoed en meestal vergezeld, links of rechts, door een snelstromende rivier; halverwege de weg naar Albertville rechts af, net als vroeger, over een smalle brug en daarna de kilometers lange weg af naar de Mont Cenis, Lanslebourg en Modana; oude en nieuwe tijden door elkander verweven, soms onder of over de moderne snelweg heen, langs de thans gesloten toegangen naar de Madelaine, Glandon en de Galibier en rond de middag doorstak ik de Alpen via de ruim elf kilometer in 1980 geboren pijp, Frejus geheten, en trad, of beter, reed een zonnig bella Italia binnen.

Vriend en vijand, vijand en vriend, de één heeft meer van het één dan de ander, dat wisselt per individu, maar allen, wij allen, komen allemaal, ooit, vroeg of laat, die ene vijand tegen, een vijand die nimmer vriend wordt en ze lijkt onverzadigbaar, ja, ís onverzadigbaar, en niet zodra ze iemand vastgrijpt laat hij nimmer los. Nooit zegt zij: "Het is genoeg!" en onweerstaanbaar slokt zij op; mens na mens, dier na dier, vlinder na vlinder; onze laatste vijand, de dood. Slechts één keer komen we hem tegen, meteen de eerste, maar ook de laatste keer.

Slingerend daalde ik af, genoot van zonnestralen door de kaalgeworden bomen, reed de weg als enige, enige vrachtwagen, want anderen prefereren de veel betunnelde snelweg en vanaf mijn positie zag ik hier en daar vanuit berggaten enorme bruggen naar een volgend gat in de bergen springen; ik daalde af, zoals nog niet zo héél lang geleden iedereen, naar Susa; de snelweg kwam net even voor tweeduizend gereed, vervolgde weg 24, afwisselend springend naar weg 25, totdat ik bij Avigliano de snelweg nam, Turijn zuidelijk passeerde door de stad noordelijk te laten liggen en joeg de in de zeventiger jaren van de vorige eeuw gebouwde snelweg over, de autostrada dei vini, langs Asti en verliet haar bij Alessandria-noord waarna ik via Pozzolo Formigaro en Novi Ligure bij Serravalle de oude, zeer oude en kronkelige snelweg naar Genova betrad, al is bewiel of beband wellicht een juister woord, en eenmaal aangekomen tot vlak voor laatstgenoemde oude stad snorde ik links af door de vele tunnels van de aldaar, op geniale wijze, geschapen snelweg, langs Portofino, Rapallo tot aan Sestri Levante, juist de plek waar zij tot 1969 "ophield" en pas later, halverwege de jaren "70", verder werd geopend tot Livorno.

Tegenover ieders laatste vijand is daar de vriend, de enige vriend, de eerste en laatste vriend die wij gewoon zijn liefde te noemen, zo u wilt, Liefde, en niet zodra zij iemand vastgrijpt, ook zij laat niet los, want onweerstaanbaar roept zij "Nooit meer los!", even sterk en heftig, krijgt nooit genoeg van de geliefde lief te hebben, gelijk een vuur dat door al het water van de Ligurische zee waar ik thans over uitkijk niet geblust kan worden, een vriend(in) ontstoken in vrouwen- en mannenharten en de wildste stroom spoelt het niet weg, het blijft immer achter! Blijft waaien als een eeuwige paradijswind; een onbetaalbaar goed, verkrijgbaar zonder geld! Liefde als protest, een protestsong tegen de laatste vijand, als brug over een diepe, diepe doodsravijn.

Ook in Sestri was het koud, toch waagde ik een poging, maar na enkele kilometers met verkleumde handen toch maar terug; onderweg had ik een kleine "trattoria" gezien en door het raam zag ik een open vuurtje branden, wat later bleek een open oven waar pizza's en vlees in werd gegrilld en, binnengetreden, warmde ik mijzelf er aan, tot aan etenstijd, half acht, aan toe.

Starend in het vuur, dat de koude had verdreven, mijmerde ik verder. Vuur, welriekend vuur, braadvuur, warmtevuur, grillvuur, vulkaanvuur, kookvuur, ondergronds vuur, smeedvuur, stinkend vuur, ovenvuur, ellertsvuur, lucifervuur, louterend vuur, zonnevuur, koudvuur, hemelvuur, vernietigend vuur, hellevuur, dodelijk vuur en liefdesvuur, vuur, waar dood en leven samen komen, maar waar louter Liefdevuur het wint, tot en met de laatste vijand.

Aldus schreef ome Willem.
---