Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 31 oktober 2013

De tweede pech.

En inmiddels brak de dageraad weer aan, net als gisteren, elke dag wordt hernieuwd door de glans die zij geeft, elke dag lijkt daardoor anders, is daardoor anders; voor mij kale bomen in zachte nevel gehuld, erboven nog een maanschil, alleen een maanschil, want de sterren verbleekten reeds.

Het was bar, gisteren, toen ik vertrok, want een dikke mist lag over de route en boven mij zag ik slechts de maan, een iets dikkere schil dan nu, terwijl de pracht van de sterren mij toen door de mist werden onthouden; en zo kachelde ik de donkere morgen door, over de gemiddeld achthonderd meter hoge weg waarvan ik alleen de strepen zag en niets van de omgeving meer waarnam. Zo hier en daar een lange en hoge brug, dat maakte ik uit de borden op, en verder nauwelijks verkeer en zo passeerde ik Tulle, sloeg af naar het zuiden en nog steeds in nachtelijke omstandigheden daasde ik door de mist verder hoewel er wel iets meer verkeer op de weg kwam.

Brive voorbij, en vervolgens naar Cahors, onderweg, eindelijk, brak de dag door. Nee, niet dat ik daar veel aan had, hoor, want de mist bleef, hardnekkige mist die pas ophield toen ik afdaalde naar Cahors en aldaar de Lot overstak. Echter voor even, want toen ik de weg naar Villeneuve op ging, was de mist nog grimmiger; van Villeseque zag ik nauwelijks iets, het was bar en boos op de d 656, en pas na Tournon-d' Agenais werd het beter, ja, meer nog, brak plots de zon door; opeens bleek ik in een staartje van de zomer beland, reed langs tuinen met palmen en bananenbomen, snorde door Villeneuve sur Lot en rond tienen kwam ik aan aan de andere kant van dat stadje, in Sainte Livrade sur Lot, waar men echter niets besteld leek te hebben, maar na een half uurtje wikken en wegen ging er toch bij iemand een "lampje" branden; we gingen toch maar lossen.

Van daaruit was het niet erg ver naar het eerste laadadres dat zich aan de noordkant van de Garonne bevond, net voorbij de aardbeienstad Marmande, ja, net voorbij La Réole, te Gironde sur Dropt waar ik zes paletten zou laden, hetgeen geschiedde, ware het niet dat de derde pallet bij het inrijden in de oplegger omviel, hetgeen enige ravage veroorzaakte en het laden daardoor wat langer duurde.

Rond een uur of drie vertrok ik, met opgeruimde lading, op weg naar het volgende adres, door enorme wijngaarden, geschikt voor niet al te beste wijn, wijngaarden gekleurd in bruine en rode herfsttooi, daarboven een paar witte wolken, maar bovenal een aangename zon en het was lang geleden; Libourne, Le Chalais, de d-674, Angoulême en toen de N-10 op, niet ver, tot Manslé waar ik afsloeg, want niet ver daar vandaan, westelijk, lag Aigre alwaar ik een volgens adres had en waar ik net na de schemer, in het donker, aankwam.

Daar bleek ik niet meer te kunnen laden, maar ook niet meer te rijden. Niet alleen was de rijtijd op, maar ook bleek er onder de cabine iets als een getergde ratelslang te sissen en kreeg ik de oude brik niet meer in enige versnelling en opeens flikkerden allerlei rode en oranje lampen.

Na enig bellen en wachten stond de DAF-service bij me, voerde de juiste reparatie uit zodat de oude trouwe Daf zijn dienst dit jaar afmaken kan; daarna eten in het pittoreske dorpje in een smal straatje; het was fris geworden, wel onder de vijf graden, maar gelukkig leek het niet te gaan misten, niet te gaan misten zoals gisteren.

Kom, ik ga maar eens verder, want achter mij hoor ik de laadmeester roepen; de lading gaat er zo in en het wordt afzien vandaag; nog ééntje laden nabij La Rochelle en dan het land nog uit. Anders sta ik morgen') een hele dag stil.

Aldus schreef ome Willem.
') Morgen; 1 november, franse feestdag.

---