Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 4 september 2013

De geluksdag.

Gesmeerd! gesmeerd liep het zeker wel vandaag, met geluk van alle kanten, maar ja, zonder mazzel loopt het immers niet gesmeerd.

Twee adressen zouden vandaag erg vervelend kunnen zijn, één adres in Garons en een ander in het nabijgelegen Nimes; de losklant te Mezieu begon om half negen, ik wist het, en rond die tijd mocht ik door de slagboom het terrein op nadat ik er in alle vroegte er met de fiets op uit was geweest om bij een plaatselijk bakkende neringdoende een broodje met wat zwarte koffie te halen.

En daarna, na het lossen, dat overigens in een vijf minuten gepiept was, op weg naar het zuiden, het zuiden ja, omdat Garons en Nimes nu eenmaal niet in noordelijke richting te vinden zijn, onder een strakblauwe hemel door en eerst een stuk foeilelijke snelweg met daarnaast prachtige natuur die er welzeker voordien geweest moet zijn, want zoiets leg je niet in korte tijd aan. Natuurlijk, na ruim een uur snelweg een repucuratiemoment: Montelimar kwam in zicht en vanaf daar volgde ik de veel mooiere oude N 7, langs Donzere, maar tsjonge, wat wordt het daar de laatste jaren zelfs overdag nog druk: Pont Espriet, Bagnols Remoulins, en toen weer even snelweg. Het zou mij benieuwen, want in Garons had ik rond half vijf een rende vouz, een losafspraak, maar aangekomen en gemeld bij het overigens vaak immer starre Geodis, kon ik met mijn twee pallets meteen voor het dok en was ik in een mum van tijd, rond half twee, weer vertrokken. Vertrokken naar de volgende hindernis te Nimes, rendevouz om achttien uur en waar ik met vier palletjes wel eens meer meer dan een dag gewacht had voordat men genegen was om te lossen. Maar deze keer niet. De drie paletten waren er ook hier binnen een uur uit. Dat bood perspectieven voor de nabije toekomst; voor sluitingstijd gooide ik pousan, een half uurtje voorbij Montpellier, er nog uit en vervolgde mijn weg door over een prachtige route naar het dorpje Roquebrun te slingeren: rond de dertig graden, diepgroen zomers, een traag reeds dalende zon die sommige velden in goudzilveren kleuren veranderde, wijngaarden die zich naar de oogst spoedden, vergezichten over mooie dorpjes zoals Cessenon sur Orb, door straatjes die steeds moeilijker, door het aanleggen van hindernissen, met de grote truck door te komen zijn en rond zessen kwam ik aan in het idyllisch gelegen dorpje aan de Orb en vlak voor de brug over het geheimzinnige riviertje bracht ik een paletje voor iemand en zowaar ontmoette ik er ook terloops en veel te kort twee oude bekenden. Te kort, maar ja, ik had nog teveel uren over en kon nog een klant nabij Narbonne ophalen, ja, kon misschien binnen die tijd zelfs de grens nog halen, achteraf niet eens misschien, háálde het zelfs, exact in negen rij-uren, na de korte klim in ondergaande zon, en met een voornaamzwijgende zee links van mij, de afdaling, La Jonguera, ik was weer eens in Spanje.

Geen spaak in het wiel, alles had meegewerkt, zelfs de lastige klanten. Vermoedelijk een halve, zoniet een hele dag voorsprong. Kom, we gaan snel verder.

Aldus schreef ome Willem.

---