Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 2 augustus 2013

Snelwegstory.

Nitz komt veel voor in het oosten van Duitsland, veel steden en dorpjes eindigen op nitz, maar wat zelfs weinig duitsers weten, is, dat het niet een Duitse of Saksische, maar zijn oorsprong vindt in een Slavische taal, en wel het Sorbisch en nitz een eeuwenoud woord voor beek of -klein- riviertje is. Neem daarbij in acht dat chem of khem het sorbische grondwoord voor steen is en het zal menig lezer niet meteen duidelijk zijn dat mijn eindbestemming vandaag Karl-Marx-Stadt was, een stad die men tevergeefs op de "navi" zoeken zal noch te vinden is in een moderne gedetailleerde atlas.

De weg er heen, een kilometers lange snelweg; in Duitsland is er weinig alternatief; men begon er al vroeg met snelwegen bouwen, met Italië als eerste in Europa; vanaf 1920 lagen er al plannen klaar en rond 1929 begon men met de snelweg Berlin-Rome, de tegenwoordige A-9; vanaf Gießen snor ik over een stuk na-oorlogse A-4, voor de oorlog Reichsautobahn 80, later in de morgen rol ik over het vooroorlogse deel; ik 1935 werd ze vanuit Dresden naar het westen gebouwd, reeds in 1937 was het gedeelte tot aan Jena klaar, in 1939 tot Weimar en nog weer later, 1940 tot Wandersleben, soms overigens met slechts één baan, met provisorische omleidingen door moeilijk te overbruggen dalen. Tot slot kwam in 1941 een stuk tot net voorbij Eisenach gereed en begon men twee bruggen te metselen, juist twee bruggen over een dal wat na de oorlog de grens tussen oost en west zou vormen; rond 1943 waren de bruggen vrijwel klaar maar door de oorlogsontwikkelingen nooit in gebruik genomen zodat de bruggen tijdens veertig jaar ongebruik langzaam in verval raakten; één van de twee werd tijdens de Duitse terugtocht voor een deel door Duitse troepen opgeblazen; de ravage heeft er tot midden jaren zeventig van de vorige eeuw lange tijd roerloos bijgelegen.

'S-morgens jagen, 's-middags vissen, was een uitdrukking die Marx in zijn boek Das Kapital bezigde, een titel waarvan zijn vrouw menigmaal verzuchtte dat zij liever had gezien dat Karl tijdens zijn leven wat meer kapitaal had vergaard dan er zoveel over te schrijven: toch denk ik dat Marx, in de grond van zijn analyse, gelijk had; machines nemen zoveel werk uit 's-mensenhanden dat er in de toekomst nauwelijks meer dan drie à vier uur gewerkt zou hoeven worden. De rest kon besteedt worden aan jagen en vissen. Maar Marx zag één ding over het hoofd. Of; hij waarschuwde al voor dat fenomeen.

Steenbeek dus, want dat betekend de naam Chemnitz, honderd jaar geleden de rijkste stad van Duitsland; het kreeg de bijnaam "het Manschester van het Oosten"; even voor twaalfen meldde ik mij met de Franse lading, lading waar ik zo vreselijk lang op had moeten wachten en lading, die ik ook nog eens niet kon lossen: morgenfruh was het enige dat de oostduitser kon zeggen en deed meteen het loket weer toe; een cursus Menschfreundligkeit zou voor deze knul geen overbodige luxe zijn. Gelukkig bracht een tweede transportbedrijf in de stad uitkomst; bij veel vriendelijker mensen en op een ver voor de oorlog uitziend industriepark kwam ik van de lading af. Ze waren met het probleem bekend; wij waren zeker niet de eersten en ach, het waren goederen uiteindelijk bestemd voor supermarkt Lidl, dus zat ik er nog minder mee; wie zichzelf respecteerd en zich teweer wil stellen tegen slavernij koopt niet bij Lidl's en Aldi's; het is dát, waar Marx op wees; eerlijke verdeling van rijkdom.

En zonder dat ik Marxist ben, integendeel, kon hij het hier wel eens bij het rechte eind hebben gehad. Wie thans de nieuwe zelfverrijkers in ogenschouw neemt, acht slaat op de bonuscultuur moet wel constateren dat de opgeslagen arbeid (want geld is opgeslagen arbeid) op deze wijze niet eerlijk wordt verdeelt!

Hooguit drie, vier uur, zo meende Marx, vrachtrijders doen er vaak tien uur langer over; ik kon het niet laten; met de fiets reed ik de stad binnen, de stad die even, vanaf 1953 tot aan 1992, Karl-Marx- Stadt heette (in '92 per referendum afgeschaft, 75 procent was voor herstel oude naam Chemnitz). In het centrum, vlakbij het enorme, voorheen oud D.D.R.-hotel Congres, staat vermoedelijk de grootste buste ter wereld; het enorme hoofd van Marx, treffend, op een wijze die het midden houdt tussen angsaanjagend en indrukwekkend; achter het hoofd een in oud-socialistische stijl gebouw met daarop in diverse talen zijn spraakmakende leus; proletariërs aller landen, verenigd u! Maar gezien de latere ontwikkelingen heeft Marx hier geen gelijk gekregen; slaan wij acht op het vakantiegedrag van de moderne proletariër dan past daar meer de leus: proletariërs aller landen, stuift uiteen, bij.

Rond 1938 bezocht de Autralische journalist Stephan H. Roberts Duitsland, zijn wetenswaardigheden schrijft hij in een spraakmakend boek "Het huis dat Hitler bouwde" en halverwege beschrijft hij een paar bladzijden zijn bevindigen over het recente fenomeen Autobahn. Beschrijft het als een onzinnig iets, gevaarlijk ook; "je krijgt, na een half uur rijden, de neiging om met je voertuig over de weg te gaan zwabberen".

Inmiddels had ik de terugtocht aaanvaard; via een landstrasse en Leipzig stuurde ik de weg op naar Göttingen, een snelle, maar tamelijk saaie, en stille, weg.

Niet voor niets ging ik er daarom bij Leineburg af, vervolgde de reis over de Bundesstrasse waar ik verse kersenverkopers tegen kwam.

Een beetje gelijk had Roberts wel.

Aldus schreef ome Willem.


---