Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 31 juli 2013

De laatste juli

Langzaam klaarde de lucht op, uiterst langzaam, maar geheel onder het enorme wolkendek uitkruipen kwam er niet van; zo nu en dan drongen enkele stralen door een open plek dat echter dra door oppassende wolken werd toegesloten.

Gisteren, tja, gisteren, dat was een dag om maar snel te vergeten, maar eigenlijk schrijf ik dat omdat ik weet dat die dag mij nog lang zal heugen; ze zal mij bijblijven als een dag waarin je, als je je niet kalm houdt, een maagzweer zou kunnen oplopen; reed ik vandaag ruim binnen de tijd de uren vol; gisteren kwam ik nauwelijks tot vijf uren. De rest bestond uit wachten zonder vooraf te weten hoelang, maar ach, dat zijn zo de minder fraaie kanten van het leven dat ik leid, en gisteren leed.

Gisteren, eerst, voor zeven uur, door Caen, en via Vire en Mortain naar Saint Hilaire du Harcouêt waar ik zo rond negen uur aankwam: het begon dáár al "goed", want men had nog geen analyse-certificaat op de meel gekregen terwijl dat wel was toegezegd; ergo, voordat er via diverde telefoon- en meelcontacten eindelijk het benodigde document op de meel verscheen, waren we twee uur verder. Intussen had men de twee volle trucks die na mij kwamen reeds gelost.

Maar 't werd nog erger!

Via Mortain en Ger slingerde ik over een prachtige weg naar Flers voor een terugvracht en net voor de middag kwam ik er aan waar ik zou laden bij een bedrijf waar men, geheel tegen Franse principes in, ook tussen 12 en 14 uur doorwerkt.

Nou ja, doorwerkt...

Nu is wachten nooit leuk, mar niet een echt probleem, als je maar weet hoe lang ongeveer, maar bij het betrokken bedrijf kreeg ik het niet te horen. Overigens, het was niet bepaald fietsweer; de regen kwam in de middag soms met bakken uit de lucht en de hele dag bleef de grijze lucht boven La Manche en Calvados hangen; om een vervelend verhaal af te sluiten: na zeven uur bleek de lading er in te zitten en kon ik, eindelijk, vertrekken, maar door het lange wachten kon ik niet erg veel meer rijden; via Argentan en L' Aigle kwam ik toch nog tot Nonancourt waar ik bij een druk bezochte routier zo snel mogelijk de doorstane ellende heb weggespoeld.

Vanmorgen dus met hernieuwde elan weer verder; ik had al wat zitten puzzelen welke route ik zou aanhouden en hoe ik Parijs daarbij kon mijden. In de vroege uren rolde ik via Evreux en Gaillon bij Aubevoye de Seine over en via Les Andelys zat ik al spoedig op de weg naar Gisors, een prachtige route, zoals trouwens het grootste deel van de dag niet te versmaden was; de afwisseling van heuvels, dan weer akkerbouw, dan weer bossen, sopms witte koeien, regelmatig door kleine dorpjes, soms onverwacht slingerend een heuvel op, plotselonge vergezichten; ik reed voor een groot deel een traject waar ik vermoedelijk nooit eerder was geweest en, niet onbelangrijk, voornamelijk over verkeersarme wegen wagen waar geen enkele navi de moderne topobetische chauffeur over leiden zal.

Van Gisors naar de stad met de hoogste Europese Kathedraal, Beauvais, en toen de weg op naar Compiegne, een stad waar ik de truck even stil zette en een uurtje met de fiets bezocht, een stad met aan de zuidkant rondom mirakels mooie bossen waar ergens op een open plek in 1918 de wapenstilstand tussen Duitsers en Fransen werd getekend, een stad, gelegen daar waar de Aisne in de Oise stroomt; na het uurtje en een paar foto's verder reed ik weer, de weg op naar Soissons.

Inmiddels vielen er langzaam wat gaten in het wolkendek; regenen deed het niet veel meer en vanaf Soissons reed ik eerst een stukje richting Reims om er bij het dorpje met de opmerkelijke naam Braine af te slaan, de binnenlanden in waar ik namen tegen kwam waar nooit iemand van hoorde; Vieil-Arcy, Bourg-et-Coumin en pontavert. Even nam, onderweg, de melancholiek de overhand, een sprakje heimwee borrelde op uit mijn achterbewustzijn en dat was toen ik de weg Laon-Reims bij Berry au Bac kruiste.

Ooit, lang geleden, stuurde ik wel eens een prentenbriefkaart naar mijn ouderlijk huis, naar mijn moeder die daar altijd zo verguld mee was en ik herinnerde mij opeens dat de laatste kaart die ik haar stuurde voor haar plotselinge overlijden die van het doprje Berry au Bac was en aldaar schreef, adresseerde, op de brugleuning van de brug over de Aisne.

Guignucourt, Neufchâtel sur Aisne, Poilcourt-Sydney, Neuflize, Juniville, zegt u dat wat? En dan Pauvres, Mazagran en Vouziers, dat laatste wellicht wel, en ik vervolgde mijn weg via de D 947, Germont, Buzancy en bij Stenay stak ik de Maas over en slingerde verder naar Montmédy; na zeven kilometer was ik even in België, reed via Virton naar Aubange, en toen het land weer uit, Luxemburg door, in oostelijke richting; even voor Trier over de Moezel en toen, toen was ik in het land waar de goederen, waar ik gisteren zo lang op heb moeten wachten, voor bestemt zijn. Alleen; er zou nog een lange weg te gaan zijn, een weg die ik vandaag niet meer zou overbruggen; Trier-koblenz-Limburg an der Lahn was het restant wat nog mogelijk was; de rest is voor morgen. Voor de volgende maand.

Aldus schreef ome Willem.
---