Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 25 juli 2012

Het nogwel.

De sfeer is beklemmender dan menigeen durft toe te geven, ik ervaar ze als ongenaakbaar, men gaat nog, nog wel, ja, maar voor hoe lang?

In alle vroegte, alle lichten op groen, het kriekende Luxemburg, rond zeven uur snorde ik reeds nabij Nancy, op weg naar Lyon en in Epinal reed ik even langs een boulangerie waarna ik met een meergranenbrood rijker verder reed.

Leeftijdsgenoten kunnen het weten, ik heb de tijd nog geproefd, de tijd dat men ging, vaak voor het eerst, het kón, de euforie had menigeen opgeslokt, men trok er, liftend of rijdend, op uit, alles bleek mogelijk, de wijde wereld in! Een sfeer van overwinning, onbezorgdheid en jubel, de tijd dat men er voor het eerst kwam, de verre stranden, andere steden, de toerist werd geboren, was niet exclusief meer, 't was in een mum voor iedereen weggelegd.

Het was warm, de weg doorsneed enigszins gerepte en grotendeels ongerepte natuur, ik genoot van cul- en natuur, langs bekende plekken, Vesoul, Arbois, Lons.

Nog één keer maakte ik eenzelfde soort van euforie mee, even na het vallen van het gordijn toen "het westen" in korte tijd overspoeld werd door oosterse trabantjes, men kon, en mocht opeens, dus ging men, naar streken waar ze veel van hadden gehoord maar nooit waren geweest, heel het oosten op ontdekkingsreis.

De jaren vergleden, de nieuwigheid werd sleur, na men mocht werd het men moest, vakantie als plichtsbetrachting, men sleept(e) zich van vakantie tot vakantie steeds voort.

Probeerde het nog, maar er stonden er teveel aan de dokken, ik had geen schijn van kans, dus trok ik er fietsend op uit, door het terugkerend Lyonees spitsverkeer, ik reed een flink stuk, deed boodschappen, dronk prikwater, genoot van de zon, de bloemen, en tijdens het vallen van de avond van de vrijkomende geuren, de even verder groene olmen wogen zacht op het ritme van de wind.

De poet raakt op, de brandstof duur, er is veel, te veel mee gesmeten en gemanupileerd, na de kanteling, de tijdskanteling begin dit jaar is het steeds meer voelbaar, het overleven, men gaat, men gaat nóg, nog wel, het kán nog, maar voor hoelang? De vakantieplicht en de daarnaan verbonden reis is er goed ingesleten, een must, ze gaat voor veel, zoniet alles, vaak de verantwoording voorbij, ik proef steeds meer de fatalistische sfeer, men gaat, wellicht voor het laatst.

Moe kwam ik aan bij het voertuig, het werd stilaan wat koeler en in de avonduren bestudeerde ik de langsgekomen gezichten, een steeds meer somber achter de lachgelaten, men wéét het ook, maar tegen beter weten in duwt men dit weten van zich af, al winkelend de Eurostrofe tegemoet: er is vermoedelijk ook geen ommekeer meer mogelijk.

De vraag is niet óf, maar hoelang nog, hoe lang kunnen de materiële beentjes het allemaal nog dragen?

Aldus schreef ome Willem.
---