Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 1 mei 2012

Het wistenweet.

Vannacht, ik was vreselijk moe, ging er vroeg in, ik was onrustig, werd steeds wakker, een onbestemd gevoel maakte zich van mij meester, maar ik sukkelde weer in slaap.

Al om vier uur op pad, de weg op naar Karlovy Vary, aan het noord-oosten werd het reeds schimmig licht. Niet lang daarna snorde ik richting Plzeň en over de hele afstand kwam ik niemand, maar dan ook geen enkele auto, tegen. In de dalen hing soms hardnekkige mist, over de weg dansten witte asfaltelfjes.

Hier, in dit land, hebben ze in tegenstelling tot het "westen", nog een andere kanteling in de tijd meegemaakt, begin negentiger jaren, maar weten de mensen dat hier wel?

Weer ouderwets de weg op naar Nepomuk, en even na Písek stopte ik voor een versnapering, maar toen ging het weer verder, Tábor kwam in zicht, ik zag het liggen achter groen met geel bekleedde weiden, de zon prangde door, de mist loste op.

Via Jindřichuv Hradec bracht ik variatie in de route en over Telč en Třebíč bereikte ik Brno, juist daar ontving ik de droeve mare, de mare dat mijn collega was overleden en onwillekeurig dacht ik aan mijn wakker worden, de onrustige nacht, die dingen zijn geen louter toeval.

Maar velen weten niet meer en zeker door de opkomst van de techniek weet de mens steeds minder totdat zij een door domheid voortgedreven kliermassa is verworden.
Als kind kon, en ik ken ze nog steeds, de telefoonnummers, je onthield dat gewoon, maar nu? Wie kent het telefoonnummer van die ander nog? Eerst "wisten" we dat gewoon, maar nu?
We kennen ons eigen nummer vaak niet eens.

Peinzend ging ik verder, kwam door een dorpje waar langs de doorgaande weg een markt was, honderden mensen, en ik er tussendoor met de kar. Ik las de gezichten, de jongeren weten zeker niet, de ouderen lijken het te zijn vergeten; wie weet er nog iets van vóór?? Ze liepen af en aan, door elkaar, en gingen verder met overleven.

De wegen echter, kilometers zijn ze nog als voorheen, met hier en daar een kleine modificatie, langs de bermen honderden bebloesemde appelbomen, er is vaak weinig verschil als toen, toen ik hier ten tijde van het gordijn kwam, alleen de auto's walmen minder.

Vergeten doen we snel, onze doden, de tijden en de kantelingen daarin, áls die laatsten al worden opgemerkt.

Piekeren, niets dan piekeren vandaag, de droeve mare, de zinderende natuur, de prachtige wolken, het was warm, heet, snikheet zelfs, de raadsels van het leven en het einde daarvan.

Slavkov u Brna en toen een klein pasje over en bij de afdaling een uitzicht over het immense dal van de Morava en tegen de achtergrond bergen, bergen waarachter Slovenië begint; even na Uherské Hradiště bleef ik staan, het liep immers al tegen éénen.

Met zoveel zaken gebeurt het, het weten kalft meer en meer af en het weten beperkt zich louter tot een zoeken, zoeken op google, maar dat is natuurlijk geen echt weten, maar een surogaatweten!

Met de fiets trok ik er op uit, zowaar over een behoorlijke fietsroute, in de smoorhitte kwam ik na ruim twee uur aan in Vesilí nad Moravou, een eerste stadje in de provincie Jihomoravský (Jih staat voor zuid, Zuid-Moravië dus) een stadje waar ik jaren terug even was en ik zocht naar een zekere ijssalon die ik niet vond en na een half uurtje vertrok ik weer naar het oude trouwe Dafje die in Babice op mij wachtte. Doodmoe, vermoeide benen, maar voldaan, ik kreeg hoofdpijn en toen ik naar de lucht keek zag ik dat hoog boven zich grimmigheid ging formeren. Wellicht onweder vannacht?

Wie weet er nog de weg?
Welke chauffeur weet nog?
Niemand meer toch? Bijna niemand meer? Hoe wist men vroeger toch de weg, wist overal te komen zonder enig technisch snufje, wist welke route goed en welke slecht liep, wist van het te lage viaduct op de weg, wat wist men toch veel!

Maar nu? Thans lijkt nagenoeg alle weten gewist.

Aldus schreef ome Willem.
---