Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

maandag 28 mei 2012

De kerkverlater.

Afgelopen nacht vermoedde ik geen koddebeiers, dus waagde ik het er op en kreeg gelijk, de wegen waren totaal verlaten en gedekt door het duister reed ik van één tot vijf uur van Issoire naar Clamecy, een interessant en leuk klein stadje, gelegen aan de noordkant van de Morvan en dat uiterst belangrijk is geweest voor de verwarming van Parijs en woonplaats geweest van Nobelprijswinnar Rolland. .

Bijna 500 jaar lang werden er in heel de Morvan bomen gekapt voor brandhout en naar dit stadje gesleept waar het met grote vlotten in de Yonne werd samen gebracht en zo werd het vervoerd, via het water, naar Parijs waar de bomen in de winter lekker werden opgestookt, tot rond 1925.
Onderweg, hier naar toe, kwam ik in die vier uur nauwelijks een hand vol voertuigen tegen waaronder één vrachtwagen. Het roept overigens de vraag op waarom er een "verbod" geldt op een tijd dat er werkelijk geen hond op de weg is, maar wellicht toont dit aan dat het hier om louter politieke wetgeving gaat die niets met verkeersveiligheid of van dien aard te maken heeft: integendeel!

Bij het verkennen van het stadje stuitte ik op een oud kerkgebouw, ik nam een foto om, naast hetgeen ik gisteren trachtte aan te tonen, het verschil te laten zien en ook het waarom van het verschil: ik waag een poging.

De foto toont de voorkant.
De kerk stamt uit later tijd, in fasen gebouwt tussen 1300 en 1600, de stijl is Gotisch, de ramen puntig omhoog, de deur enorm, het gebouw geheel imposant, de twee mensen ervoor lijken in het niet verzonken en zelfs als het gebouw leeg is hoor je nog de Gregoriaanse zang door de dikke muren.

Voortschrijdend inzicht gaf te kennen dat de steeds verder verdwijnende god niet was vast te houden, dus wijzigde men de bouw, wilden hem volgen, navolgen, men maakte de Godshuizen hoger en hoger, in de bouw leest men het af, ook hier, in Clamency, dat eeuwen lang door geestelijken uit Bethlehem is beheerd, want Willem de vierde van Nevers had in zijn testament opgenomen dat het gebied rond Clamency gegeven moest worden aan de Bisschop van Bethlehem en toen eind 1100, zo rond het einde van de derde kruistocht, Saladin Bethlehem veroverden, maakten deze daar gretig gebruik van en tot aan de Franse Revolutie bleef Clamency onder gezag van de Bethlehemse bisschop in ballingschap

Wellicht is dat de verklaring waarom de inscriptie israël in Hebreeuwse letters boven aan de hoge deur siert hetgeen mij wat ongewoon voorkwam.

In de middag liep ik even binnen, voornamelijk omdat het in dit soort gebouwen lekker koel is en het buiten erg warm was en eenmaal binnen bleek ook hier de gezagsdrager te schitteren door afwezigheid

Of juist niet, het is immers maar wie of wat je de gezagsdrager van zo'n kerk noemt, ik keek eerbiedig rond, bestudeerde de voorstellingen van de brandgeschilderde ramen en ondekte een fout in een aantal voorstellingen, in die zin fout, dat ze geen overeenkomt vertonen met de verhalen van de evangeliën.

Drie of vier afbeeldingen stelden Jeshua voor aan wie door de Romeinen het kruis werd opgelegd en, uitgeput, bezweek onder de zwaarte van het gewicht, maar de evangeliën verhalen nergens dat het kruis door Jeshua werd gedragen en de ene die het, kort, wel noemt, Ioannes, schrijft dit louter omdat hij wilde aangeven dat Hij de handelende en niet de ondergaande was.

Gevult met koele lucht liep ik het gebouw weer uit, ik verliet de kerk, mijn fiets, die ik vergat op slot te doen, stond er nog, ik daalde de helling af waarop de kerk stond; midden in het stadje, nu, zonder mij, een totaal verlaten kerk, het was er binnen nog stiller dan vannacht op de snelweg.


Aldus schreef ome Willem.

---