Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 23 februari 2012

Te late wijn.

De parkeerplaats staat vol met plassen en trucks, het is een heuse modderpoel, maar het heeft dan ook de hele dag gemiezerd. Na de maaltijd in Relais 77 zoek ik tussen de vele trucks en in het duister het groene dafje en onverwachts zie ik hem tussen één van de rijen staan.

Vroeg, wel erg vroeg, vanmorgen, was ik aan het lossen, voor vijfen reeds en om kwart over vijf snorde ik alweer terug naar vanwaar ik vanmorgen vertrok, want even verder, in Romanache Thorins was het eerste voor de terugvracht en ik was er zo vroeg dat er nog niemand was.

Dat gaf mij tijd om te graven in de CD-bak om er weer eens iets uit te vissen wat ik al een tijdlang niet hoorde en zodoende kwam ik Eroica tegen waarvan de componist zei dat ze voor een groot man was geschreven, maar terwijl iedereen lange tijd meende dat die grote man dan wel Napoleon zou zijn, had hij echter met deze symfonie zijn grootvader op het oog.

Om negen uur vertrok ik met een halve vracht, de rest zou ik gaan ophalen in Pouilly sur Loire en Sancerre, toch al snel drie uur verder, dus maar meteen de sokken er in en op weg, via Macon, Digoin, enfin, eenzelfde stuk weg terug als de dag ervoor heen.

Ook bij muziek kun je constateren dat, zodra zij niet meer onder invloed staat van hogere standen, haar glans verbleekt en weldra, niet lang na Beethoven, nagenoeg geheel verdwijnt totdat zij ophoud de ziel te zalven en slechts alleen nog maar de zenuwen prikkelt en bevredigt.

Beethoven, een toch al merkwaardige persoonlijkheid, niet al te sympathiek, erg sikkeneurig, maar dat zal met zijn verregaande doofheid te maken hebben gehad, want doofheid is, al geloof ik het zelf niet, erger dan blindheid. Immers Jan Hendrik van den Berg merkt in zijn boek ZIEN op, dat met oren meer, zeer veel meer, gezien kan worden dan met ogen kan worden gehoord.

(Klopt eigenlijk aardig. Blinden zijn in het algemeen erg opgewekt, doven zijn vaak wantrouwend en slecht gehumeurd).

De drie adressen rond Sancerre zaten er binnen een kleine twee uur in, dus kon ik de thuisreis aanvaarden en de eerste zestig kilometer ging over prachtige wegen door Frans boerenheuvelland dat in de miezerregen zorgde voor een unieke aanblik en ondertussen klonken de klanken van de Eroica door de luidsprekers.

De grootvader van Ludwig was een fervent wijnliefhebber en wellicht was dat ook de voornaamste reden dat hij, ook een echte liefhebber, hem een "groot man" noemde en hem een symfonie waardig achtte. Beethoven kende, en zeker niet onterecht, zelfs geneeskrachtige werking aan wijn toe en een tekort daar aan heeft, volgens Ludwig zelf, zijn leven verkort.

De terugreis liep verder, zoals gebruikelijk over de N 77, Auxerre, Troyes en niet lang daarna, even buiten Aubeterre, bevindt zich dan de haptent met de simpele naam Relais, het frans voor pleisterplaats, N 77 met net er voor een bij regen blubberige parkeerplek.

Terug in de stuurhut houd het mij bezig, het probleem van de afname van het, zeg maar, voorname en het daaruit voortvloeiende verdwijnen van glans, gelijk met het opkomen van de alom om zich heen grijpende gelijkheid en het streven daarna

Steeds meer merkwaardige gelijkheidsbeginsels doemen aan de einder op en slaan lustig om zich heen alsof ze alle gelijk van de wereld hebben, maar de vraag is of die waarheid, die tendens, niet één grote vergissing is.

Hij had al enkele weken er voor een nieuwe hoeveelheid bestelt, en zelf was hij erg ziek, ten dode toe. En juist op de dag dat hij niet meer kon drinken en hij, later in de avond stierf, kwam de wijn ten huize van Beethoven aan, Beethoven, die juist de wijn had besteld om van ziekte te genezen.

"Zu Spät, zu Spät", mompelde hij toen de wijn werd binnengebracht en het waren meteen zijn laatste woorden.


En dit waren mijn laatste woorden.

Voor vanavond dan.

Aldus schreef ome Willem.
---