Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 3 januari 2012

De modderstromen.

Merkwaardig, het weer, zo in deze eerste week waarbij het water in ontelbare liters vanuit de lucht op de aarde neerdaalt en menig rivier buiten haar oevers laat treden.

Niet lang nadat ik vertrok kwam ik vanmorgen aan in Aubange, een dorpje tegen de Luxemburg-Franse grens aan, maar nog net in België en gaf daar bij een fabriek vier zogenaamde bigbags af, palletgrote zakken van, meestal, ongeveer 1.000 kilo per stuk en daarna reisde ik verder, via Verdun naar Saint Dizier en Auxerre, en daar ook weer verder.

Een donker uitgestrekt wolkendek zweefde boven mij, aangevoerd met nog meer uit het westen zodat het dek al maar dikker en dikker werd en aan de verre einder, naar dáár, waar ik naar toe reed, nam ik een paar keer nog een opklaring waar, een doorbrekende zon, maar de wolken haastten zich zo snel, dat ik daar nimmer aankwam.

Om mij heen ondergelopen akkers, steeds meer, kolkende riviertjes en nagenoeg de hele dag regen, regen met straffe rukwinden, en terwijl het donker werd reed ik Auxerre uit, de weg op naar Nevers waarbij ik een tijd lang, tot aan deze stad, langs de Nièvre reed en links en rechts van de weg in het duister de spiegeling van water zag, enorm veel water, van een veel te breed geworden rivier die in de verderop gelegen stad de Loire in stroomt, op weg naar de oceaan. 'T is als een metafoor voor het einde van onze beschaving, want wij zijn inmiddels afgedreven langs woelige modderstromen en onze mogelijkheden om de rotsgronden van de zelfcontrole nog te bereiken zijn zo goed als uitgesloten en zo drijven we af, ver van onze oude lichtbakens, onze Europese schipbreuk tegemoet.

De herhaling van de noodlottige cyclus van vroegere beschavingen.

Een woeste stroom neemt alles, wat op haar weg ligt, mee. Soms blijven er hier en daar slechts wat scherven achter, misschien nog een verroest euromuntje.

Stromen de rivieren ons niet tegen?

Aldus schreef ome Willem.


---