Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zaterdag 24 december 2011

Het oorlogsfeest.

 "Tijdens het kerstreces zullen we de strijdbijl enkele weken laten rusten", hoorde ik de politicus zeggen,  "dat gebeurt zeker om die bijl te laten slijpen om straks nóg feller te kunnen hakken", dacht ik meteen. 

Het komt steeds meer naar buiten, de Europese slavernij op de vrachtwagens, de uitbuiting door de toch al veel te veel hebbenden, een grimmig spookbeeld komt in zwartwit voor de ogen, hoe kan dit, heeft men het nu nog niet geleerd? 

Leven en dood, geluk en ongeluk, vrede en oorlog, eeuwigheid en tijd, rijk en arm, licht en donker en goed en kwaad zijn, bijna algebraïsch, met elkaar verweven zodanig, dat er velerlei dwarsverbanden te herkennen zijn, maar dan moet men wel de moeite nemen om af te dalen naar de diepere, soms stoffige, kelders van de eigen gedachten, maar helaas, muzikale pop, heroïne voor de menselijke geest, heeft maar al te vaak deze kelders ontoegankelijk gemaakt.  Wie zal nog een poging durven? 

Nog geen drie euro per uur, verdienen ze, de uitgebuitene in het vrachtverkeer, en ze vervoeren de containers met fair trade producten uit Afrika, die producten waar u meer voor wilde betalen, weet u nog wel, zoals er in de loop der tijden van het kerstfeest een karikatuur werd gemaakt, het feest rond de geboorte van een rebbe, de Rabbie, de Leermeester uit, in de volksmond Nazareth, maar eigenlijk uit Beit lechem, maar niemand die dat meer wist. 

Het kon ook niet, vond men, want ene Herodes had immers alle kleine kinderen van dit laatstgenoemde stadje laten uitmoorden, dus kon deze rebbe nooit uit dat stadje komen, maar toch; insiders wisten wel beter, zoals insiders ook wel weten dat het ontwijfelbaar geloof in de Euromammon op luchtkastelen werd gebouwd.  We lenen immers van de toekomst, maar het geloof in de Euro heeft zo wel zijn duizenden verslagen; onze nieuwe God! 

De dwaze gedachten, ik hoorde ze deze week om mij heen, het dzjingobelgehalte deed weer zijn verdovende werk, vrede op aarde en zo, maar het blijkt weer een groot misverstand, de grootste misvatting aller tijden te zijn, want hoor de woorden van de Rabbie: "Meen niet dat ik gekomen ben om vrede te brengen, ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard ", maar ja, dát kunnen we op deze dagen van "Oh dennenboom" natuurlijk niet aanhoren, alsof het een snerpende valse noot betreft die pijn doet in de oren. 

Oei! Verwarring alom, want het verhaal is toch dat er engelen waren die "vrede op aarde" proclameerden? Het zwart-witte spookbeeld doemt weer op, het beeld dat ik zag uit een verleden toen ik nog niet in de tijd was, maar wel was. 

Zoals immers iedereen er was, voor de tijd, en er blijft, na de tijd, altijd, in de tijd, op weg naar de nimmer eindigende, en komende van de nooit begonnen, eeuwigheid, het duizelt. "Wij werden vóór ons komen niet gemist, na ons vertrek zal het niet anders wezen", dichtte een slordige duizend jaar geleden Omar Khayyam, maar J. Hoogenboom zette dat recht toen hij schreef: "Ik miste je allang vóór die tijd, en daarna, nu, nog oneindig veel meer". Een Zaddik, Rechtvaardige, Rechtvaardiger,  wordt geboren en meteen staat het onrecht op om daar een eind aan te maken.  Het licht breekt door het duister heen terwijl het donker op de loer ligt om aan dit verkwikkende licht het licht te ontnemen, de armoede en het ongeluk pogen het geluk en de welstand met alle middelen te overmeesteren, zoals de dood het leven tracht op te eisen; Herodes, de moordernaar.

Bulgaren, Roemenen, Kosovaren en anderen staan op deze dagen langs snelwegen, stil, in armoede, vaak in uitzichtloze toestand, familie ver weg, hun ongeluk is voelbaar, soms peilloos diep, maar de uitbuiters lachen. 

Wodka versus cognac. 

Wie heeft het laatste woord? Ik staar naar buiten, de wolkenloze hemel af, ik luister, en hoor een zwijgen. De aarde is in de tijd oud geworden en vertoont steeds meer gebreken, zoals een steeds ouder wordend mens, de oppervlakte steeds meer rumoer, herrie, en hoe luider, hoe stiller daarbuiten, want stilte is de spraak van de Eeuwige eeuwigheid. Lawaai in de tijd betekend diepe, serene stilte daarbuiten en daarbinnen, maar afgezonderd van de tijdelijke tijd, de Eeuwige in doeken gewikkeld, dus verborgen, onherkenbaar, snel, verder onder een pseudoniem, en de wereld draait door. 

De meeste bomen zijn kaal en de vorst moet nog komen, maar is het dan een Vorst van geen betekenis? Afgebroken leven, afgebroken tijd, afgebroken geluk, of toch niet? 

De zwartwitfilm doemt weer op, het getto van Warschau en het moet aan de begintijd zijn geweest, toen deze onmogelijkheid nog mogelijk was. Een vreselijk rijk echtpaar doet zich in het getto-restaurant te goed aan een veel te overvloedige maaltijd terwijl rondom het etablissement  broodmagere uitgemergelde volksgenoten rond hangen. Opeens schiet één van de hongerigen naar voren, grist snel wat van de bord van de vrouw af en stuift weg, intussen wanhopig etend van het gestolen goed en achterna gezeten door het inmiddels roodwoedende echtpaar en ik zie het, opeens, voor mij, vóór mijn tijd.  

Goed en kwaad, een strijd is gaande en we zien de wiskundige verbanden, althans, ik zie ze, soms plotseling, soms een ogenblik, alsof ik de inhoud van een driedimensionale kaart zie, plotseling de oplossing in een netelige schaakstand ontwaar, hoe de rijkdom de armoede overwint, het geluk het ongeluk, het leven de dood en hoe licht steeds de duisternis het donker injaagt, achter het "is"-teken de uitkomst.

Strijd van het goede tegen het kwade en ik hoor de woorden; "Overwin het kwade door het goede". 

Het geproclameerde "Vrede op aarde" is een oorlogsverklaring! 

25 december.  Oorlogsfeest!  

Aldus schreef ome Willem.
---