Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 29 november 2011

Groen.

Ooit, ook alweer lang, lang geleden, kocht ik een Ford, een Ford Comet, acht cylinders, cabriolet, een oude amerikaan uit 1963, bijgenaamd "de oude schicht", waarmee ik naar dit land, toen in spee, reed, maar en nu net hier niet ver hier vandaan hield dat ding er mee er op.

Groen, ik houd wel van groen, de groene bomen, heuvels, weiden en het waren er nog al wat, vandaag.

Een afwisselende dag waarin ik door vijf landen reisde en zeven grenzen passeerde en er ook niet al te veel snelweg aan te pas kwam.

Na lange tijd kwam ik weer eens, nadat ik nog even gedag had gezwaaid naar het vakantiehuisje van Gustav Mahler, door Sillian, een dorpje waar ik inmiddels veertig jaar geleden voor twintig shilling in een hotel sliep, oude herinneringen kwamen boven drijven, een deel van de weg dat toen nog niet was verhard, en de rust hier was toen nog intenser dan nu.

Soms was het groen in de middag bedekt met sneeuw, zeker op die plekken waar de bergen de dagzon tegenhielden en toen ik in het Draudal tussen de witte, met bevroren rijp bedekte, bomen doorreed leek het alsof ik in een sprookje van Grimm aan het rondsnorren was en het was vandaar dat ik de Peer Gynt-suite van Grieg even beluisterde.

Ach toch, foute boel, Grieg en Mahler zijn immer niet van vóór Wagner.

Maar de zonbeschenen berghellingen lagen er rustig mooi groen bij, met daartussen plukjes bruine naaldbomen, lariksen dus, die in de winter hun naalden verliezen en tussen de bergen door vlogen soms grote roofvogels op zoek naar wat lekkers.

Het laatste restje van de reis, nadat ik de vijf landen had doortrokken en achter mij liet en in Slovenië, het zesde land vandaag was aangekomen, ging langs Podkoren en Kransjka Gora, plekjes voor mij uit een zeer grijs verleden, maar helaas, het was reeds donker dus ik heb er weinig van kunnen zien.

Maar vanuit het grijze verleden dacht ik mij de groene bomen en bergen om mij heen en even kreeg ik er kippevel van, want veertig jaar is een lange tijd.

Uiteindelijk kwam ik aan in Jescenice, een stadje waar ik nog op een heuse stoomtrein heb staan wachten die mij later naar Postojna bracht en wie toen had voorspelt dat Joegoslavië, toen nog onder leiding van maarschalk Tito, uiteen zou vallen en hier nu Slovenië zou ontstaan, zou vermoedelijk voor jaren zijn opgesloten.

Ergens, tussen de groene heesters, zouden nog resten terug te vinden moeten zijn, want we, ik was met nog een paar vrienden, hebben die oude amerikaan toen maar een zetje over de helling gegeven en daar stortte de slee met donderend geraas naar beneden, tussen de groen steeneiken door, het ravijn in en daarna zijn we uit arren moede maar liftend naar huis gegaan.

Misschien was ik toen nog wel een beetje groen, te groen in ieder geval voor zo'n lange reis met een oude amerikaan uit 63.

Groen, ach, ik houd toch wel van groen.

Dan kun je doorrijden.

Aldus schreef ome Willem.


---