Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

maandag 24 oktober 2011

In Normandië.

Een heldere, frisse morgen verwelkomde mij vandaag toen ik met het fietsje naar mijn voertuig toog.

Het spul stond al klaar voor de volgende reis waar ik vandaag dus aan begon.

Vrijdag stond ik, zoals de trouwe lezer nog wel weet, in de parel van de Meijerei. Later die dag loste ik nog Renesse, diep in Zeeland, en deed op de terugweg nog wat werk op de Moerdijk. Via Amsterdam kwam ik toen thuis, weer met een volle kar.

Voor de file uit passeerde ik vandaag Antwerpen en Brussel en weet dan wel: daar moet je dan bijtijds voor op pad gaan. Even voor Charleroi schoof ik een parkeerplaats op, deed de gordijntjes dicht en deed een verkwikkend morgenslaapje.

Na ruim een uurtje snorde ik verder, via Beaumont naar de Franse grens en niet lang daarna kabbelde ik onder een stralende herfstzon de oude N-2 af naar Parijs.

De hersftkeuren worden steeds intenser, het weer onstuimiger. De hele weg gierde een stevige oosterwind over de kale velden die koude lucht meenam en daardoor kwamen we niet boven de zes á zeven graden uit.

Rond de middag rolde ik Parijs binnen en de hedendaagse aanblik (vaak zo lelijk "de skyline" genoemd) van deze metropool met zijn enorme wolkenkrabbers krijgt steeds meer trekken van een grote Amerikaanse stad. Jammer, want het wordt er dus niet Franser op.

In Clichy had ik mijn eerste adres deze week en ik wurmde mij naar de te kleine losplaats vlak aan de Seine. Het duurde nauwelijks tien minuten toen ik er weer weg reed, op weg naar Epernon, vlak bij Rambouillet en ook daar was ik snel van de handel af. De wind scheerde nog steeds sterk over de Franse akkers, maar ten zuiden van Parijs was ze niet fris en koud meer, integendeel, de achttien graden hebben we wel gehaald vandaag.

Na Epernon reed ik noordwestwaards, zeg maar, richting Caen, passeerde Dreux en Nonancourt en tussen Evreux en Lisieux vond ik een bijzonder goede smulhut met een parkeerplek voor een rustige overnachting, hier, in Normandië.

Op het menu stond ondermeer Sauté d'agneau, zeg maar, stoofvlees van 't schaap, maar ook het voorgerecht, een echte ouderwetse œf du mayonaise, was niet te versmaden terwijl de kaas "na", de maaltijd afrondde. Daarna maakte ik nog een gezellig kletspraatje met de uitbater, een reeds de zestig jaar gepasseerde bebrilde Fransman zonder centrale schedelharen waardoor hij met zijn tonsu een wat pastoorachtig uiterlijk kreeg. Toen echter zijn veel te snel sprekende roodgeverfdharige echtgenote tussen het serveren door aanhaakte in het gesprek, raakte ik het onderwerp kwijt, glimlachte wat minzaam en deed of ik het allemaal begreep en er mee eens was wat ze in streekfrans vertelde, maar toen ik een juiste gelegenheid vond, groette ik hen beleeft en verdween de duistere parkeerplaats op waar ik tussen een menigte wegreuzen mijn Dafje terug vond.

Inmiddels heeft de wind de eerste regen meegevoerd en dat maakt, dat het in de geriefelijk verwarmde stuurhut lekker knus wordt.

Aldus schreef ome Willem.
---