Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 25 oktober 2011

De dwarsdoorsnede.

Een intense sterrenhemel spant zich boven mij op de duistere parkeerplaats als ik tussen de wegreuzen door naar de routier loop. T' is laat geworden vandaag.

Het begon vanmorgen ook al in het donker, eerst koffie en een pain chocolat en daarna over de glooiende vlakten naar Beuzeville. Lossen bij de supermarktketen Super U, en meestal belooft dat niet veel goeds.

Bij de meeste centrale magazijnen van grootwinkelbedrijven wordt je als chauffeur vaak naargeestig behandeld, zeker in Frankrijk, maar de Super U is hier over het algemeen een gunstige uitzondering op. Meestal een schoon en net wachtruim met versnaperingen en je wordt er ook niet afgeblaft, ook niet in Beuzeville, en hoewel ik pas half elf een "rendez-vous" had, reed ik al voor tienen weg, op naar Athis, een kleine twee uur rijden, nabij Flers.

Op dat adres was ik al meer geweest en het kenmerk daar is over het algemeen lange wachttijden, ook deze keer weer, zodat ik pas na vijven vertrok.

Een reis dwars door Frankrijk, van west naar oost, én nog een tikkie naar het zuiden zodat ik een groot aanbod van divers landschap zag en ga zien, vandaag Zuid-Normandië en de Loirestreek.

Via Bellême, Sées en Chateaudun ging ik naar Orleans en vanaf dat moment zocht ik een fatsoenlijke overnachtingsplek, maar ik moest nog tot voorbij Biarre rijden voor ik wat vond.

Het wordt stilaan steeds grimmiger. De wolken lijken, met het korten der dagen, steeds kouder en ze grijnzen zo nu en dan regen. Een herfsttreuris overvalt mij, een melancholieke treurnis zoals van vallend blad, afstervend leven en kleurloos grijs. Ook de wind fluistert over naderend onheil en de lucht ademt weerspannigheid.

Gelukkig, als ik het etablissement binnen ga, vertelt een kortharige mevrouw in een wit mao-pakje dat er nog wat voedsel over is. Omdat het voorgerecht mij niet aan staat, bestel ik maar meteen het hoofdgerecht en eet een lekker kaasje toe.

Samen zit ik met een andere laatkomer te eten, maar doordat mijn disgenoot geobsedeert naar de kwelbuis kijkt, is hij niet in de stemming voor een vluchtige babbel, dus knagen we zwijgend verder.

Na enige tijd sta ik op, betaal de mao-dame wat stuiptrekkende euro's en verlaat als één na laatste de eethut, schuifel door het duister weer naar de Daf en trek de gordijnen dicht.

Hier, in de cabine, in werkelijk hartje Frankrijk, waan ik mij veilig en beschut tegen alle dreigende onheil en gevaren, tegen de regen en wind, terwijl ik op de achtergrond het kacheltje gemoedelijk hoor snorren.

Knus hier, hoor!

Aldus schreef ome Willem.
---