Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 9 juni 2011

Vier en zes.

Het is allemaal weer achter de rug en inmiddels hebben we de terugreis aanvaard. Hoewel we eigenlijk nog even hadden willen blijven, zijn we door omstandigheden genoopt met hoge snelheid onderweg naar Nederland te gaan.

Ransuilen pakten nog hun laatste prooi, klipdassen roerden zich nog in het duister, de herbergier sliep nog toen we de Col de Lauteret, alwaar wij in een nabij gelegen herberg onze intrek hadden genomen, afdaalden richting Alpe d' Huez om daar voor KWF naar boven te fietsen, althans, Rob en Jaïr. De herberg verlaten was op zich al een klein probleem omdat de herbergier de deur -bijna- hermerisch had afgesloten, maar door een handigheidje konden we toch weg komen.

Even over drieën zeilden we af en net voor vieren voegden de jongens zich bij het team terwijl reeds om half vijf de eerste twee groepen van 500 (!!) fietsers in het donker en bij uitermate fris weer aan de kilometers lange klim begonnen.

Een "happening" van Nederlanders, in een uiterst gemoedelijke sfeer, die allen voor het Koningin Wilhelmina Fonds geld aan het bijeenbrengen waren: een heel leger vrijwilligers leidden alles in goede banen, terwijl de ruim 4.000 renners voor hun sponsors op weg waren. Ruim 20 miljoen euro werd vandaag bij elkaar gereden! Het team waar Rob en Jaïr aan mee deeden, Stichting Team Onderweg, sprokkelde met hun vier teams ruim 60 000 euro bij elkaar.

Rob reed vier keer, Jaïr liefst zes keer naar boven en dat laatste houdt in 175 kilometer fietsen waarvan zeven kilometer "naar boven".

Maar inmiddels zijn we al weer Dijon voorbij omdat één van de fietsers, de fietser die zes keer op en af ging, zich morgenochtend om half tien moet vervoegen bij zijn vriendin omdat haar zus gaat huwen. Dus ja, dat wordt wel weer even afzien, terwijl de jongen zelf nu boven mij in de busopbouw ligt te snurken.

De zon is bijna onder en boven het bossen in de buurt van Till-Chatel zie ik een aasgier rondcirkelen terwijl Rob het voertuig met hoge snelheid verplaatst en als hij zo doorscheurt zijn we nog ruim op tijd.

Als ik de aasgier naar de grond zie duiken, denk ik even aan vanmorgen, aan die andere gier, de herbergier, die wel vreemd zal hebben opgekeken toen hij zag dat we spoorslags waren vertrokken.

Nee, we hebben de rekening heus wel betaald!

Aldus schreef ome Willem.
---