Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 28 juni 2011

Stilte.

Frankrijk. Reeds vaak, voor sommigen misschien wel te vaak, schreef ik over de stille Franse wegen, slingerend van deze naar gene zijde van dat bijna grootste land van Europa, van de rust en de schoonheid die ik dan, letterlijk, op mijn weg vind.

Vanaf mijn tafeltje observeer ik de dikke ober die in rap tempo heen en weer snelt met bijna altijd zijn hand vol volle of lege borden en ander dinnergerei in de andere.

Vandaag, nadat ik Gießen had gelost, over de snelweg naar Ohrdruf gesneld, een klein oordje even beneden Gotha en ook daar wat meegebrachte artikelen ergens in een reuzeloods gezet en daarna via Köningssee, Saalfeld en Bad Lobenstein naar Töpen gereden, mooi langs stille paden, al was het bij Saalfeld wel even druk, maar onder het voortgaan vroeg ik mij af of er verschil is tussen de stilte van Franse en Duitse wegen. Hoor ik twee verschillende stiltes?


En hoe stil moet het zijn wil je zelfs de stilte niet meer horen?

Een blonde del in een rose truitje en met een te lange onderkin die achter de teek staat en de glazen met een franse slag weet te spoelen draait de joeldoos, nadat kennelijk het nieuws is geweest en er vermoedelijk een muziekje gaande is dat haar aanstaat, een stuk harder. Nou ja, muziek. Muziek tot nummers verlaagd dan.

Maar als er verschil is in stilte, hoe hoor je dat dan? Komt het door het verschil in geschiedenis van de diverse streken, door de wegvorm of de wegbelijning, door het verschil van kleur in de wegwijzers? Een ander kleur bomengroen misschien? Of is het louter suggestie dat ik verschil hoor tussen beide stiltes! Zit het door mij waargenomen verschil in stilte dan alleen maar tussen de oren? Mijn oren?

Na de laatste Duitse klant bij Selb naar Cheb gereisd en door, via Karlovy Vary en verder, langs het geheimzinnige riviertje de Ohrid waar een prachtige stille slingerweg de loop van het water volgt. En genietend van weer die stilte, weer een andere stilte dan de twee vorige, kwam ik aan, even voor Chomotov bij dit aardige, maar iets te verwesterde etablissement.

In plaats van een vrolijke slavische folklore worden mijn oren getergd door modern geschal, muziek die, net als bij Wagner, slechts middel is, slechts commentaar is op een idee, een waanidee, narcotica, eh, hypnotica voor de massa, kaalvreters van het algemeen bewustzijn en deze onrust is overal te horen, overal! In elk restaurant, elke winkel, elke supermarkt, elke loods waar ik los of laad, elke, alles, bijna universeel, alsof men bang is, of , beter, omdat men bang is. Bang is voor stilte.

De stilte!

Buiten mij zitten er nog twee mensen binnen, een tiental zit buiten aan de halve liters bier en de rennende ober staat, omdat iedereen heeft wat hij hebben wilde, nu wat tegen de del te schreeuwen. Het is in 't slavisch en ik kan het niet verstaan, maar als ik de te grote onderkin zie heen en weer bewegen begrijp ik dat zij in dat rose truitje antwoord schreeuwt.

Door de aanzwellende herrie sta ik op, overleg de benodigde kronen en vertrek naar mijn stuurhut waar ik nog even nageniet van een stilte, weliswaar een betrekkelijke stilte, want af en toe snort er een voertuig voorbij.

En opeens realiseer ik mij dat ik mij op die eindeloos stille wegen, of ze nu in Frankrijk, Duitsland of Tsjechië zijn, altijd laat vergezellen door het sonore geluid van mijn voertuig.

Misschien ligt het wel aan de echo's, zijn de echo's van de stilten in de diverse streken steeds anders.

Aldus schreef ome Willem.

---