Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

maandag 3 januari 2011

Hoeveel waarheid?

Tussen half december en half januari reden er nooit treinen en in die tussentijd werd er nauwelijks voor voedsel gezorgd.

Alles was wit en gelukkig zag je het nauwelijks, de eerste paar uur, want toen was het nog donker, maar tussen Dortmund en Kassel, na het krieken, was het goed te zien. Nergens meer een sneeuwvrije plek.

Pal naar het oosten, net als toen die treinen, ging de reis en ik dacht na over die absurde situatie en vergeleek.

Inmiddels ging het sneeuwen en er waren slechts twee sporen waar ik nog over kon rijden. Na Kassel klaarde het wat op en al gauw reed ik de weg van Eisenach naar Erfurt.

Vandaar over Naumburg, de plaats en omgeving waar Nietszche na de dood van zijn vader enkele jaren met zijn moeder woonde, naar Schleisz en rond half twee even boven Hof de eerste klant dit jaar er uit en om een uur of vier kon ik nummer twee bij Plauen er uit krijgen en toen weer verder, nog steeds pal naar het oosten.

Nee, helemaal tot Oswiecim, daar waar destijds de treinen heen gingen, kom ik deze reis niet, maar wel betrekkelijk dichtbij.

Terwijl er geen treinen reden omdat in de kerken de geboorte van de joodse Jeshua werd gevierd en vereerd werd als de Heer der Werelden, werden intussen al zijn volksgenoten vermoord, per dag 6.000, waarvan 2.000 kinderen.

Hoeveel waarheid kan een mens verdragen?

En in de tijd dat de treinen niet reden, kreeg het "sonderncommando" nauwelijks meer te eten.
In een interview van Serge Landsman vertelt een overlevende van dat commando dat ze, min of meer, een zucht van verlichting slaakten als de treinen, de treinen naar de hel, weer aankwamen, want dat betekende weer meer water en voedsel voor dat sonderncommando dat de afschuwelijke opdracht had de lijken van hun volksgenoten te verbranden.

Intussen overpeins ik de ongeriefelijke reis die ze maakten en waar ze uit eigen zak ook een retour voor moesten kopen, want de trein moest uiteraard ook terug.

Wie de feiten nuchter onder ogen ziet kan niet anders dan een deel niet accepteren of, zoals Nietzsche in Turijn deed, zich storten in krankzinnigheid, want zoveel waarheid is niet te verdragen. Door niemand niet.

De gedachten aan de treinen van weleer, samen met het naargeestige weer, maken mij somber, erg somber. Net in de periode dat de treinen niet reden, reis ik oostwaarts, met het vrachttoestel en dit alles komt me merkwaardig over.

De rij-omstandigheden zijn slecht, de wegen regelmatig glad en alles wit en koud. Maar ik klaag niet. Over kou al helemaal niet, want, in tegenstelling tot destijds de "reizigers" van die treinen, beschik ik over een kachel.

Het enige wat ik kan doen, wat ik doe, is symbolisch van aard, meer niet, maar ik kan ook niet meer.

Vandaag eet ik niet. Net als die stakkers in die treinen naar de hel.


Aldus schreef ome Willem.
---