Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 13 januari 2011

De warmtebel.

"Aan de rechter hand krijg je een grote silo", had de mevrouw mij in verstaanbaar italiaans verzekerd en daar zou het zijn. Maar als het zicht nauwelijks 100 meter is, dan kan de silo nog zo hoog zijn, dan heb je aan zulke informatie niet veel want te zien was hij niet.

Toch gelukte het mij het laadadres in cesole te vinden en om half negen reed ik er al weer weg. Volgens de radio zou het wel tien graden zijn hier, maar het was hier maar twee. En mist, steeds maar mist, langs Piadena naar Cremona, mist, en dat was er ook in Verolanuova, bij het tweede laadadres.

Later, toen ik net na de middag in Rodengo, in de buurt van Brescia, het laatste adresje ging laden, was het een stuk beter, een graad of acht, negen, maar toch wel fris hoewel er een aangenaam zonnetje straalde.

Om drie uur kon ik huiswaarts keren, nam de grote weg naar Milaan en besloot een transit-document te laten maken in Busto Arsizio. Op de parkeerplaats aldaar was men net bezig met een vrachtvoertuigcontrole, compleet met weegbrug en andere snuisterijen, maar ik parkeerde het voertuig, pakte mijn spullen en ging het kantoor van de declarant binnen om het document te laten maken.

Gelukkig hebben agenten ook venstertijden, want even voor vijven klapten de de spullen al tezamen en maakten aanstalten om te vertrekken, net op het moment dat mijn papieren klaar waren.
En zo ontsprong ik de dans, klom in de stuurhut en toog herwaarts, richting Arona, en dan langs het Lago en verder, naar de Sempione. Toen ik bij de grens de deur open deed kwam een zwoele lucht mij tegemoet. De temperatuurmeter gaf 16 graden aan en dat was wel te merken ook! Hoewel ik hier al aardig hoog zat, bleek dus dat ik in extreem warme lucht was terecht gekomen.

Op het douanekantoor te Gondo vertelde ik aan de beambte dat nauwelijks twintig kilometer terug de 5 nog niet werd gehaald, maar de beambte vertelde mij dat het de hele dag in Gondo al zo warm was en ook boven op de berg werden vandaag temperaturen van ver boven de tien gemeten! Er was hier dus sprake van een eigenaardige warmtebel, een bijzonder natuurverschijnsel.

En inderdaad, hoewel de lucht helder was en dit meestal garant staat voor koude temperaturen, was het boven op de berg en twee uur na zonsondergang nog zes graden!

Naar boven toe kwam ik trouwens niemand tegen en bovenop stond ik een tijdje stil. Er was niemand, ik zag niemand en er kwam niemand, geheel alleen stond ik aan de top, in een met maanlicht overgoten sneeuwlandschap, de sterren duidelijk te zien terwijl een jas niet echt nodig was. Alsof ik in een andere wereld was. Het was een verrukkelijk gezicht om zo naar de ruim halfwassende maan te kijken en te genieten van het snarenspel van de nietruisende stilte in deze witte wereld. Na een korte stond weer verder en met duizelingwekkende snelheid rolde ik de berg weer af. Niemand kwam mij tegemoet en halverwege genoot ik van de aanblik van de duizenden lichtjes ver beneden mij die het stadje Brig voortbracht en even later maakte ik ook onderdeel uit van de vele lichten.

Ook tussen Brig en Visp zag ik werkelijk niemand, alsof de Zwitsers een avondklok hadden ingesteld, maar daarna kwam ik wel weer wat tegen.

Tot slot toch nog, ondanks het late vertrek, een aardig eind gekomen, Martigny. De temperatuur zakte, hoe westelijker ik reed, steeds meer, tot aan nu net rond het vriespunt.

Maar met mijn kacheltje creëer ik wel weer, net als bij de Simplon, een warmtebel.

Aldus schreef ome Willem.
---