Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 18 november 2010

Extra editie.

Bij mijn stuurhut gekomen bedacht ik mij dat ik nog best een klein uurtje verder kon rijden en zo vatte ik het plan op om naar elders te gaan.

Nadat ik nog geen vijfhonderd meter op weg was, begon er een rood signaal op het display van het instrumentenbord te branden. Het bleek een te kort aan koelwater te zijn en ook mijn stuur begon, bij het nemen van een bocht, jankende geluiden te maken. Binnen een minuut stond ik terug op de plek waar ik net vandaan kwam.

Onderweg had ik al een keer koelvloeistof bijgevuld en ik wijtte het te kort toen aan het feit dat net vorige week de koelvloeistof er helemaal uit was geweest en dat het te kort een luchtbel in het circuit zou kunnen zijn geweest.

Maar nu bleek de vloeistof wel erg snel het systeem te verlaten zodat ik de hulpdienst van de DAF in riep.

Om even over tienen was zij daar en een defecte en lekkende waterpomp werd, naast een kleine lekkage van de stuurolie, geconstateerd, waarna de reparatie begon. Zo'n reparatie is wel iets van enkele uren en omdat mijn cabine voorover stond, ben ik Uzes maar weer ingelopen.

Het was niet koud en het wolkendek had inmiddels de sluizen wat open gezet zodat ik een tijdlang door de regen drentelde. Ik houd daar wel van. Een warme jas aan en lekker het hoofd nat laten regenen. Ik had wel verwacht dat er, zo rond elf uur, wel iets open zou zijn, maar ik bleek zo ongeveer als de laatste wandelaar rond te lopen. Niemand te zien en niets open, alleen af en toe een voorbijsnorrende auto waarvan er eentje zelfs snoeihard herrie (sommigen noemen het muziek) voortbracht waarvan de bastonen nog na een kilometer waren te horen.

En terwijl het steeds harder begon te regenen, zo hard, dat het klossen van mijn voetstappen niet meer opviel, liep ik over het deels met herstbladeren bedekte binnenpleintje waar een niet werkende fontijn stond.

Na een uurtje zo te hebben gelopen ging ik terug naar het DAFje en de monteur, ook half verzopen, had er net de waterpomp af. In deze omstandigheden aan een voertuig werken is ook niet al te benijdenswaardig, maar gelukkig hield het op met regenen.

Terwijl de monteur verder ging en omdat ik toch niets voor hem kon betekenen, rustte ik wat uit in zijn busje. Immers, het voertuig heeft straks voldoende stil gestaan om weer te mogen rijden. Vreemde wet, die rijtijdenwet.

Om twee uur in de nacht kwam eerst vaag, maar daarna duidelijk de maan tevoorschijn en door het verspreide licht kon ik zien dat er slechts nog wat flarden van de wolken over waren. Vanuit de zee dreven de wolken de bergen in en dra zag ik ook de sterren fonkelen.

Tegen half vier was de reparatie voltooid en kon ik eindelijk mijn foedraal in schuiven en ik weet eigenlijk niet of ik deze nacht nu leuk of vreselijk moet vinden.

Welk beroep kent nog meer van dergelijke ongein.

Aldus schreef een slaperige ome Willem.


---