Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 8 oktober 2010

De maren

De trein is net vertrokken, de werkweek zit er weer op. Maar niet zonder slag of stoot, want gisteren, toen ik vroeg vertrok en reeds even na zevenen bij het laadadres stond, was geen leuke dag.

Om net voor negenen vertrok ik uit Schkopau, een plaatsje tussen Meerseburg en Halle, een tamelijk desolate omgeving waar in de DDR-tijd een paar enorme fabrieken stonden met vele kilometers oppervlakte en enkele oude gebouwen staan er leeg, verlaten en vreselijk bij, waar vermoedelijk ratten en ander ongedierte welig tieren, maar andere delen werden overgenomen, onder meer door chemie-reuzen die een groot deel hebben gemoderniseerd en die staan dan tussen de vervallen hallen in.

De lading die ik er in kreeg was voor een bedrijfje in Duiven en naar mijn berekening was dat om en de nabij zeven uur rijden. Met een 45 pauzeminuten zou ik er dan net voor vijfen kunnen zijn en wellicht nog kunnen lossen waardoor ik dan vandaag vroeg in Amsterdam kon zijn.

Dit hield wel in dat ik strak via de autobahn, Halle, Goettingen, Kassel en Dordmund naar Duiven moest knallen, al reed ik nog een stukje via Werl om de file op het Kreuz van Unna te ontwijken.
Geen trip die je echt leuk kan noemen, maar daar gaat het niet om, want tijdens deze saaie tijdsspanne bereikten mij twee berichten, twee keer een mare, over twee mensen, één in Nederland en een andere elders dat ze wellicht getroffen waren door een gruwelijke ziekte en zoiets gaat je, althans bij mij niet, in de koude kleren zitten en was de oorzaak dat ik gisteren geen letter meer kon tikken.

Maar het leven gaat, net als het voertuig, door, ik loste Duiven en kwam thuis even bij, waarna ik vanmorgen op ze zaak wat kluswerk deed, naar Delft en Rotterdam ging en uiteindelijk weer in Amsterdam terugkeerde.

En omdat ik de komende twee weken niet werk, liet ik de brik achter en ga nu met de trein naar huis. Hilversum zijn we al voorbij en we lopen zo Amersfoort Centraal binnen, zodat ik zo de trein weer verlaat.

Inmiddels zijn mijn gedachten bij die twee die getroffen werden door de mare, twee, die ik ken, en ik weet, er zijn er zo velen.

Aldus schreef ome Willem.
---