Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 8 september 2010

Lopen naar Polen.

Een tamelijk boeiende dag, vandaag, die begon toen het al wat licht was geworden, half zeven, en al snel passeerde ik Chomutov, Most, Bilina en kwam na Teplice op de juiste weg naar Decin terecht zodat ik Usti nad Labem (en de Labem is de Elbe) rechts kon laten liggen.

Nadat ik de autobahn Praag-Dresden had gekruist werd het werkelijk rustig. De wegen en hun omgeving hadden bijna niet te lijden gehad onder de moderne vooruitgangswaanzin zodat ik mij meer en meer waande in vervlogen tijden, de jaren 60, 70 van de vorige eeuw. Even voor het dorpje Jilove stopte ik een moment bij een "Obchod" die "protavini" verkocht, dus een winkel waar men levensmiddelen verhandelde en in dit monumentale jaren vijftig winkeltje kocht ik een potje yoghurt en een paar chlebitsjek, broodjes (onbegelgd) en vervolgde mijn weg.

Even voor negenen passeerde ik Decin waarna je eigenlijk het reuzengebergte in rijdt. Meteen, nog in het stadje, voert een weg je loodrecht omhoog en vlak daarna heb je dadelijk een prachtig uitzicht over de karakteristieke reuzentoppen waarvan de verste wat in nevelen waren gehuld. Op de eerste top hield ik halt bij een plek waar je zowel kon parkeren als een kop koffie drinken. Na een twintig minuten en wakker van de sterke koffie stiefelde ik verder, richting Novi Bor waar ten noorden daarvan een natuurgebied ligt waar zich nog origineel "oer"bos bevindt, dus bosgebied dat nog nooit door mensen werd aangeroerd.

15 kilometer voor Novi Bor, in Ceska Kamenice, sloeg ik links af naar het zo ongeveer enige stadje in deze republiek dat nog zijn oude duitse naam heeft behouden, Varnsdorf en kwam daarbij door een gedeelte van het oude bos heen.
Niet lang daarna reed ik bij Rumburk de grens over en na tien kilometer was ik bij mijn laatste klant te Ninive bij Ruppersdorf, even bezijden Zittau.

Al snel kon ik verder en reed over Lobau, Wospork en Niska naar Rothenburg. Wospork? Niska? U zult ze wederom tevergeefs zoeken tenzij u in de gaten hebt dat ik de sorbische namen geef van Weissenberg en Niesky. Even boven Rothenburg, te Lodenau heb ik geladen bij een fabriek die direct aan de Neisse lag, de grensrivier met het huidige Polen en de fabriek lag ook aan een doodlopende weg, maar tot april 1945, zo vertelde mij een autochtoon, was hier een brug verder Duitsland in, naar Silezie, maar die werd, om te proberen wat russen tegen te houden, door de Nazi's opgebazen.
Nadat ik geladen had reed ik langs de rivier omhoog, richting Muskou en bij het dorpje Prodrosche hield ik halt, want hier was nog wel een brug. Maar aangezien die maar geschikt was voor 3 1/2 ton, liet ik mijn voertuig staan en wandelde naar de overkant en zo zette ik voet aan wal in Polen en wel in het gehucht Przewoz, een uitermate rustig dorpje waar ik begroet werd door een zeer oude pool die kennelijk al die jaren gevrijwaard was gebleven van de moderne tandheelkunde en met nog de laatste tand in de mond wees hij mij de weg naar wat vermoedelijk de enige dorpskroeg annex winkel was. Ik dronk er wat, nam vanwege de olijke sluiting twee timbark limonadeflesjes mee, wandelde nog wat rond en stelde mij voor dat zo de dorpjes in Groningen en Drente, midden jaren vijftig, er uit zouden moeten hebben gezien.

Daarna tippelde ik de brug weer over en liet het oord, waar het verleden nog vrijbaan heeft, achter mij en reed via Wuskidz, Grodk, Drjowk, Kalawa, Lukow en Mark naar Jüterbog. Jawel, alweer van die vreemde namen, sorbische namen weer (een paar maanden geleden schreef ik hier al over, over de sorben, op willemdeschaker.web-log.nl), en deze staan voor resp. Weisskeissel, Spremberg, Drebkau, Calau, Lukau en Dahme. Vanaf Jüterbog volgde nog Treuenbrietzen, Niemegk en Weisenburg waarna ik bij Ziesar de autobahn richting Hannover nam en omdat de tijd op was hield ik halt even voor Braunschweig en hoewel het de hele dag droog bleef en zelfs de zon zich liet zien, begon het bij het passeren van de oude DDR-grens te regenen en terwijl ik op hield bleef zij doorgaan. En het regent nog steeds.
En zo trek ik nu mijn gordijnen weer dicht op een desolaat autohof, even naast de autobaan en luister naar wat deze regen tot mij te zeggen heeft.

Aldus schreef ome Willem.
---