Aanvankelijk een betrekkelijk saai dagje wat het werk betrof, hoor, gisteren, hoewel, ook weer niet helemaal. Eerst naar Apeldoorn, dan naar Amsterdam waarna ik weer naar Apeldoorn had gemoeten, maar dat ging opeens weer niet door en dus vervolgens het karretje afgeladen afgeladen en daarna naar huis, maar niet voordat ik mij met enkele collega's te goed hadden gedaan aan de door het bedrijf verstrekte moorkoppen (mag dit woord nog wel na het afschaffen van negerzoenen??), saucijzenbroodjes en andere versneringen die ter ere van een bijzondere gelegenheid op de achttiende deze maand, zonder inhouding van loonbelasting, werden verstrekt, terwijl ikzelf voor een kratje Bofferding had gezorgd waar, zo vernam ik wat later, gulzig gebruik van is gemaakt. Gisteravond na het eten heen en weer naar Amersfoort gefietst om familie, in bezit van een eendagskuikentje, te bezoeken en opeens werd tijdens het fietsen de lucht en geuren geheel anders en ook de kleuren werden intenser en dit alles werd nog versterkt doordat beginnende zomertekens, zoals de eerste boterbloemen en de eerste gemaaide grasakkers wat ook altijd zo lekker ruikt, ja opeens lijkt het of je een andere eon, een ander era, een andere tijd bent binnengefietst, of een ontdekking deed waar je heel hard eureka bij riep en terwijl ik terugfietste en door de laaghangende zon achter mij voortdurend mijn fietsende schaduw voor mij zag als een enorme lange reus ontwaarde ik bovenvoor mij tussen de bomen die de weg omzomen een hangende halve maan en vroeg mij deemoedig af of die mij nu wel voor vol aan zou zien.
Aldus schreef ome Willem.
---
