Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 22 december 2009

Nog negen dagen voor 2010!!

Daar zit ik dan, en op de meegezonden foto ziet u mijn uitzicht, op een bankje in de Galerij van Auchan te Schweighouse in het noorden van de Elzas. De dag is wel heel woest gegaan en wat er vandaag allemaal gebeurd is ga ik hieronder, vanaf dit bankje met achter mij een bloembak, beschrijven. Zoals u weet heb ik de nacht doorgebracht in Aosta en de hele avond en nacht bleef het maar sneeuwen zodat het om mij heen en ook op mijn DAFje witter en witter werd. De sneeuwlaag groeide maar door terwijl althans op de parkeerplaats waar ik stond geen sneeuwverwijderende voertuigen werden waargenomen. Om ongeveer half vier ben ik mijn mandje uitgekomen en ondanks dat ik een leeg voertuig had waardoor je in de sneeuw al snel slipt wegens -te- weinig trekasdruk besloot ik het er op te wagen. Met grote moeite kwam ik de parkeerplaats af de volbesneeuwde weg op, nam een rotonde, en nog een rotonde en daar bleek de winterdienst al zijn werk te hebben gedaan. Daarna richting Grand San Bernard, een tunnel die direct naar Zwitserland gaat, maar daar moet je dan wel eerst ca 20 kilometer voor klimmen.
Reeds na een kilometer zag ik dat ik het wel kon vergeten, de wielen slipten nu reeds, maar keren, hoe moest je hier keren! Langzaam liet ik hem achteruit glijden en duwde de oplegger een zijweg in en aldus kwam ik uit mijn benarde positie. Daar ik wist dat er vanaf negen uur op mij zou worden gewacht nam ik het besluit om om te rijden, dus de Mont Blanc door en dan via Geneve te gaan, maar ook dat bleek geen sinecure te zijn. Het eerste stuk was zwaar besneeuwd, maar vlak, dus hield ik de zaak rijdende. Daarna voeren zeer lange tunnels je hoger en hoger en, zoals de oplettende lezer zal opmerken, sneeuwt het in een tunnel allerminst. Maar wel op de stukken tussen de tunnels in en daar bleef ik tot tweemaal toe bijna steken terwijl er inmiddels een ware sneeuwtsunami van boven kwam. Enkele vrachtwagens stonden al vast op die tussenstukken maar gelukkig wist ik ze net te ontwijken. Tot slot restte mij nog de laatste klim van een kilometer en daar kwam ik niet verder vooruit. Maar niet getalmd, onmiddellijk haalde ik een sneeuwketting uit de zijvak van de DAF en gooide de ketting om een trekasband. Na ca 15 minuten kroop ik de laatste kilometer naar boven, ontdeed mijn wiel van de ketting, betaalde de tunnel en kreeg 14 kilometer om even uit te blazen. Aan de franse kant was er niets aan de hand, zodat ik als een Niki Lauda de bult af richting Geneve reed, alles nog om mij heen gehuld in diep duister. Ik besloot de grens bij Annemasse te nemen, de grens die direct de stad in gaat en ook de grens waar bijna geen vrachtwagen komt. Dat laatste klopte, ik was de enige, betaalde mijn wegenbelasting en ging de grens over de stad in. Toen ik om half zeven dwars door de stad heen aan het rijden was bedacht ik mij dat het dit jaar onder andere ook het Calvijnjaar is en het eigenlijk wel weer heel toepasselijk was dat ik nu net in dit jaar dwars door deze oude stad reed waar, deze in Noyon geboren en op de Sorbonne te Parijs tot advocaat gepromoveerde meneer, tot zijn overlijden gewoond heeft.
In het donker, nog steeds in het donker, kachelde ik maar verder, richting Lausanne, en daar, daar pas, werd het een beetje licht. Na bij Vervey naar "boven" te zijn gereden sloeg ik bij Bulle af, de Jaunpas op en even voor de top is daar het dorpje Charmey alwaar ik met twee andere voertuigen een compleet hijswerktuig zou ophalen. Alleen een mobiele kraan met bijbehorende machinist waren aanwezig en het terrein lag bezaaid met ijzer en andere materialen en we wisten niet wat er zou moeten worden geladen. De lui van het bedrijf waren reeds met kerstreces. Nadat de kraandrijver telefonisch overleg had gepleegd wisten we uiteindelijk wat er totaal geladen moest worden en ik overlegde met het thuisfront wat ik dan zou laden. De kraandrijver, die constant handsfree aan het bellen was, had echter weer andere orders gekregen en zodoende werd de zaak zeer onoverzichtelijk en verwarrend. Daar kwam nog bij dat ik achteruit door de sneeuw een hellinkje op moest wat ook al niet ging en in plaats dat de mobiele kraan nu naar mij toe werd verplaatst vond de kraandrijver dat ik toch maar moest zien nog een paar meter achteruit te komen. En toen hij uiteindelijk de onmogelijkheid van zijn eis inzag verplaatste hij toch maar de kraan, maar niet voordat ik had meegedeeld aan hem en aan het thuisfront, dat, als het geeikel nog langer zou duren, er voor mij niets anders op zat er mee te kappen en hier weg te gaan. Sta je om half vier op, haal je alles uit de kast om er te komen, kom je op een plek waar de organisatie te wensen over laat en wordt er een onmogelijke eis aan je gesteld. Kijk, dan heb ik het echt even gehad. Nadat echter de machinist bijdraaide en toch maar die zaken in mijn voertuig hees die ik volgens mijn opdracht moest laden, kon ik om dertien uur de laadplek verlaten om naar de grens te rijden waar een uitvoerdokument op mij lag te wachten. Daarna bij Neuenburg weer de rijn overgestoken en, om het verhaal niet al te lang te maken, via Strassbourg en Hagenau naar hier gereden. En daar zit ik dan, op dit bankje in de Auchan.

Aldus schreef ome Willem.
---