De Sinaï rookte; de spanning was om te snijden en vanaf de berg klonken de woorden: “Gij zult” en “Gij zult niet” en als eerste klok het, na de proclamatie van “Ik Ben (Erbij)”: “Gij zult géén ANDERE goden….”
Eeuwen
gingen voorbij, misschien wel meer dan tweeduizend jaren en in gedachten zie ik
ze schrijven. Nee, geen brieven, maar
noten op perkament papier, aandachtig en geconcentreerd en ze dragen lange,
gekrulde haren. De één in het oude
Engeland, de ander in Duitsland, Georg Friedrich Händel en Johan Sebastiaan
Bach. En ze hadden de hiervoren
geschreven woorden begrepen. Geen andere
goden kwamen er aan te pas. Ja, zelfs ook
zijzelf niet. Onder vrijwel al hun
geschriften verschenen de letters S.D.G. of, soms voluit “Soli Deo Gloria”
Maar wee
mij, ik ben een mens uit deze late tijd.
Het DOM, Dominus Ominus Magnifucus is mij niet vreemd, evenzo het Soli
Deo Gloria.
Geschokt zie
ik de letters weer verschijnen, maar wie is thans de Deo?
Is het de
Deo? 17 doelen, maar wie of wat is de D?
Ze gaan er mee op de loop, de heersers van deze wereld. Het SDG, het Soli Deo Gloria behelst een totaal andere inhoud. Na de afschaffing van de Deo blijft er niets anders over. Wie kent het geheim, wie onthult het raadsel?
Hoorde ik zo diep
het ravijn de afgrond sidderen? Donker monster; uit de diepte moet de hoogte komen; in de
stilste nacht nimmer zo diep gepeild. Ziehier de mensengod; Het “Gij zult niet”
is een “IK Zal Wel` geworden. Soli Demon
Gloria. Het verschrikkelijkste werd
aangekondigd.
Aldus
schreef ome Willem