Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zaterdag 19 augustus 2017

De waanzinnigen

Een vrije dag midden in de week; dinsdag, 15 augustus en “dus” een rijverbod voor vrachtverkeer in de meeste Europese landen, zich niet afvragend wat de betrokken vrachtrijders die dag dan wel moeten doen.  Doorgaans laat de verveling toe: allerminst wordt het leuk ervaren. 

Die dag bevond ik mij in het oude Bayeux, het eerste noemenswaardige stadje dat door de geallieerden in juni 1944 werd bevrijd en dat toen enkele dagen de hoofdstad van Frankrijk was; een stadje dat tegenwoordig, de vele toeristen uitgezonderd, uiterst veel rust uitstraalt rondom een fantastische oude kathedraal en dat Honoré de Balzac tot de woorden “Oh le bon pays à exploiter que ce Bayeux plein de dévotes” inspireerde.

Calvados, en even verderop het departement Manche; op de dag van de Maria ten hemelopneming vertrok ik met rijwiel naar Arromanches, de plaats waar de bevrijding van het West-Europese vasteland begon; het kleine strandje waar voornamelijk Engelsen en Canadezen aan land gingen en waar nog steeds de door Churchill zo genoemde  mulberries in zee liggen als een herinnering aan die tijd: de tijd waarin zowel euforie als onbeschrijfelijk veel pijn , verdriet en leed hand in hand zich langs de kustlijn ophielden.

Vreemde dag, zo temidden van een vakantiemaand, een dag waar pas in 1950 door paus Pius de XII officiële status aan werd verleend hoewel er reeds eeuwen daarvoor over werd gediscussieerd: iets wijst op een metabletisch verband met het enkele jaren daarvoor uitgeroepen Israëlische onafhankelijkheid: Mirjam, de moeder van het diepste zijn van het Joodse volk , Mariaverering als omfloerste wijze tot eerherstel van juist dát volk dat in de voorafgaande periode zo gruwelijk heeft geleden; de weg naar Arromanches blijkt meer heuvelachtiger te zijn dan ik dacht en het laatste stuk laat ik me met grote vaart van een steile helling afsuizen

Via een wat minder steile helling aanvaard ik de wat langere terugtocht; zonnig, afwisselend met wolkendotten en in de namiddag dwaal ik een uurtje door het oude Bayeux dat elk jaar meer bekijks trekt. 

Montauban de Bretange en Le Havre vulden de woensdag en donderdag terwijl ik reeds vrijdag weer terug was in Nederland.   Even nog, langs Les Hayons nabij Neuchâtel en Bray.  Abbeville en Lillers, alsmede Haverskerque; misschien wel afsluitende herinnering aan die streek: bij Steenvoorde was de parkeerplaats nog steeds afgesloten; het was alsof de lucht er met heimwee werd aangelengd.

Ruw worden de mijmeringen verstoord: Barcelona, terreur.  Wie en waarom werden ze zo waanzinnig? Welk mysterieus krachtenspel speelt zich achter onze schermen, buiten ons gezichtsveld af in oorden waar wij geen flauw benul van hebben, maar die op ons een kennelijke weerslag hebben? 

Een diepgrijs wolkendek klimt vanuit de richting van de zee en trekt als een monster over de gele reeds geschoren korenvelden; even later, als ik door een groot bos rol, ontrolt en klatert een vreselijke regenbui op de aarde neer.  Alsof ook de wolkenmonster weet van de waanzinnigen.


Aldus schreef ome Willem