Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 19 juli 2017

De zalfklank

Driehonderd jaren terug; het jaar 1717.  Londen, de Theems.  En juist in dat jaar, op de zeventiende van de zevende maand, dus in de avond van 17 juli, klonken alle voorname klanken tot drie keer toe over het kabbelende water terwijl de Britse vorst, koning  “king” George, toen nog gewoon King George, later aangevuld met “de eerste” omdat toen er na hem een tweede kwam.

Vijf en zeventig jaar terug in de tijd: Erwin tracht toe te slaan om via de noordkust van Egypte het toenmalige Palestina te bereiken om de door ene Adolf  bevolen genocide onder de reeds uit Europa gevluchte Joden voort te zetten en het was onder de verantwoording van Bernard overgelaten dit te voorkomen: El Alamein, en klein plaatsje aan voornoemde noordkust waar in twee veldslagen ruim driehonderdduizend merendeels jonge Duitse soldaten in de barre woestijn hun levenseinde vonden; dertienduizend Britten, wat het totaal op ruim 50.000 keer één soldaat brengt.

Tussen 17-7-1717 en 17-7-2017 driehonderd jaren; de verschrikkingen van El Alamein zijn door bijna iedereen welhaast vergeten hetgeen de zinloosheid van dit bloedbad weergeeft; de geschilderde klanken van ’s-Konings naamgenoot die 225 jaar daarvoor over het water golfden kent bijna iedereen; roept bij menigeen aangename herinneringen op, aangenamer dan de barbaarse kanonschoten aan de zeeoever van Egypte.

Vijf en twintig jaar later: Bernard, Bernard Montgomery keert nog één keer terug naar El Alamein; het is 1967, eind mei 1967 en hij bevindt zich, na later zal blijken, in sinister gezelschap van Abdel Hakim Amer, legergeneraal van het Egyptische leger.
Was het vanwege de vijfentwintig jaar na de veldslag of was er een andere reden? 

Twee jaar na de veldslag, 14 oktober 1944, doodde  Erwin Rommel zichzelf; het einde van het Nazi-tijdperk heeft hij niet gekend; alweer een veeg teken van hoe, ten opzichte van zelfs nabije toekomst, nutteloos de soldatendoden in de woestijn. Inmiddels spreken de klanken die ooit rolden over de golven van de Theems nog immer boekdelen.

Het valt zwaar; Bernhard Montgomery heeft het tijdens zijn bezoek aan El-Alamein Abdel Hakim Amer nog ingefluisterd; dus toch?  Misschien meer ambivalent; was het bezoek dan toch tweeledig? Trachtte de oude generaal wederom te voorkomen waarvoor hij die vijfentwintig jaar daarvoor “zijn” soldaten moest offeren? “Een oorlog met uw buurland”, zo fluisterde hij Amer in ’t oor “zult u nimmer winnen”  “Egyptian Army would lose any war with Israel!`.  

Nauwelijks veertien dagen later is de zesdaagse oorlog een feit: het resultaat dat de doden die vielen rond El-Alamein met nog eens ruim twaalfduizend één keer een militair werden aangevuld en drie maanden later, op 13 september, Hakim Amer op dezelfde wijze de dood vond als Erwin rommel . Wederom werd het zo begeerde land niet bereikt.

17.7.2017 ligt alweer achter ons en is nog zichtbaar aan de horizon te zien.  De strijders van weleer zijn, net als de doden die vielen, niet meer.  Alleen Shlomo Erell als laatste getuige. Uit de luidsprekers rollen behagelijke klanken van Händels zogenoemde watermuziek, zinvol treden ze nog ruim driehonderd jaar later na de uitvoering op de Theems zalvend mijn oren binnen; het zinloze van duizenden omgekomen soldaten in een woeste woestijn tegenover zinnige klanken op perkament, neergeschreven door één enkele enkeling.


Aldus schreef ome Willem