Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zaterdag 15 april 2017

De paradox

Het is er donker; hoge bomen, en tussen haar door kronkelt een zwijgzaam riviertje; het gebied heeft een vrijwel onbekende schoonheid en beslaat de oppervlakte van twee keer het land Luxemburg.

Dat was de omgeving waardoor ik de afgelopen stille week doorkruiste; doorkruiste…
Veld c8, de thuisbasis van de witte zwarte loper; meestal niet direct bij het spel betrokken; vaak een stuk voor het doen van een stille zet; zoals voornoemd riviertje dat geheimzinnig door het gebied stroomt; in alle stilte.

Eisfeld, dat zwarte bladzijden kent: het kende niet alleen aan Paul von Hindenburg, maar ook, als eerste –en één van de weinige- steden Adolf Hitler het ereburgerschap toe terwijl het in vroeger tijden stevig meedeed aan waanzinnige heksenvervolging; even daarvoor, eigenlijk nét buiten het gebied, passeerde ik Hildburghausen, twee keer op één dag.

Neuhaus am Rennweg; het stadje dat zo ongeveer op het hoogste gedeelte ligt; rond 800 meters en waar reeds enkele honderden jaren glas wordt gemaakt, tot op de dag van vandaag. Steile hellingen, ragfijn voorjaarsgroen, bloesems, uitzonderlijk vergezichten en desondanks een onbekend gebied; zoals onbekende, onberekenbare zetten vanaf c8 gezet worden.

Afgelopen dinsdag begon het oude Pascha; het oude volk begon zijn jaarlijkse herdenking van de bevrijding; de dagen dat ik niet alleen langs en over berghellingen en riviertjes snorde, maar ook links en rechts een graftuin zag die de autochtone bevolking Friedhof noemt: ze ademen doorgaans rust en vrede uit, ondanks de doodsdreiging: nooit lijkt ze vol te komen.  

Aan de oostzijde de Saale, even er voorbij en daarna weer terug, nu even anders, zoals ook de loper vanaf c8 ook diverse mogelijkheden kent om eventueel, na een ongeslagen avontuur, terug te keren naar veld c8, het witte veld c8 waardoor het zwarte stuk desondanks ook wit wordt genoemd; paradox is, gelijk religie, het grondbeginsel van alle schaken.

Judenbach, vlak aan de oude Duis-Duitse grens van weleer; ooit een centrum van Duits anti-nazi verzet waar veel vervolgden –Joden en zigeuners- ondergedoken onderdak vonden tussen de vele woudreuzen; desondanks rolde ik door Sonneberg, de zuidzijde van ’t gebied, een stadje dat bekend werd om zijn speelgoed én zijn jarenlange –gedwongen- kinderarbeid om de speelpoppen samen te stellen.

Donderdag verliet ik het Schiefergebirge en reed via Eisenach en Nordheim langs de Wesel naar Hameln waarbij ik even voor Duderstadt het “westen” weer binnenreed; weer staarde ik menigmaal over een Friedhof heen: de avond van het laatste maal, de vrijdag waarop de Eeuwige werd gedood: maar hoe kan de Eeuwige er niet meer zijn?
Verbijstering, gevolgd door verbazing: de bewoners van een graftuin bewaren een serene vrede; stille sjabbath, de dag na de dag waarop de Joodse menigte voor het paleis van ene Pilatus de vrijlating van Bar-Abbâ, vertaald Zoon van de Vader, hebben geroepen, de loper van c8 lijkt velerlei omzwervingen te maken, maar nimmer op de zwarte velden terwijl ik uit herinneringen put en een oude Matheus herinner, een bijzonere van Telemann waarin dit detail uitzonderlijk door de klankenschilder werd neergetekend.

De dag waarop de tijdelijken het eeuwige hebben getracht om te brengen; waarop enkele laatsten getrouwen de doodgewaande Thora in de graftuin achterlieten.  Maar kan dat?

Morgen is het Pasen; het volk, het oude volk werd tot drie keer doodgewaand: Egypte en Auschwitz, vierduizend jaren, maar edoch, het herrees; en temidden daarvan hoop en verwachting. Alleen zó kon onze laatste vijand verslagen worden: als de Eeuwige uitlevert wordt aan de dood, doodt de dood zichzelf; als de Eeuwige uitgeleverd wordt aan de tijd, wordt de tijd gedood.

Het witte veld; c8; de loper zoekt een veld met een dodelijke dreiging; plots  raakt de in een witte vork en wordt geslagen.


Aldus schreef ome Willem