Verdachte omstandigheden, op weg naar de nieuwe
tijd, het Hamansoren bakken voorbij en Saturnus in Het Schild; opengebroken,
juist wanneer de laatste pion voorbij komt, en ik had niets gehoord, die nacht,
die nacht in Steenvoorde.
Wie is ze, de laatste pion? Welk veld? Afgelopen maandag weer eens via Hesdin dwars
door Picardië; over de benedenloop van de Somme, “de zoom” of de Samara, de
rustige, langs erevelden waar de duizenden verslagenen en gesneuvelden nu reeds
negenennegentig en honderd jaar rusten;
de wrange en boze, verboden vruchten van de Grote Oorlog. Maart 1917, als in het verre Rusland het keizerrijk
verdwijnt en elders in de wereld Woodrow Wilson aanstalten maakt om militaire
troepen te zenden naar Europa terwijl het Britse leger nabij Kamerijk, het
huidige Cambrai, de Hindenburglinie doorbreekt.
Dankzij grof geschut, dankzij de eerste tanks, de
mark IV, werd een onneembaar geachte vesting geslecht; veld h7, met daarop de
gelijknamige pion wil ook doorgaans zo’n vesting voor de koning zijn; maar soms
ook: tevergeefs.
De maand van het plotselinge einde van drie eeuwen
Romanov-dynastie; de maand van The Butcher boy, de eerste van Buster Keaton als
ware hij een pion op h7 ten tijde van Chaplin’s “Cure” en ik snorde verder; voorbij de Seine,
Normandië, de stadjes Sées en Argentan. Eerst regen, later zonneschijn en verheugde
mij in mijn bezoek aan de routiers te Les Hayons, destijds een kwartiertje
nadat je Neuchatel en Bray was uitgereden, of, indien je van gene zijde kwam,
een stief kwartiertje ervoor; nog steeds, ja, elke keer weer zie ik in
gedachten op het kruispunt het aan een overdwarse kabel hangende verkeerlicht in
de wind zwiepen onder de nachtelijke sterrenhemel; als ware het een tricolore vallende
ster. Hachelijke tijden, mooi ook.
Op het randje; dát is de plek die de pion op h7 is
toebedeeld terwijl muziek het moet doen met een toonladder van zeven klanken en
wellicht evenzovele halve klanken in vorm van kruisen en mollen, 21 of 24 stuks
verdeeld over een aantal octaven dat bewijst dat de mogelijkheden van het
schaakspel oneindig veel rijker zijn dan klanken kunnen voortbrengen. De pion op h7 alleen al bergt reeds een schier
oneindige hoeveelheid van mogelijkheden; behoudens, als enige zwarte pion, het promoveren op veld a1.
Aan de oever van de Seine, Les Andelys, onder de
Ruïne van Gaillard, onder het oog van Leeuwenhart, een laatste Franse nacht
waarna ik in voorjaarszon en over de bekende route naar huis keerde.
Steenvoorde, die nacht. Wie waren die
grimmige booswichten die het slot forceerden door de ogen eromheen weg de
knippen?
Zijn het randpionnen, aan de zelfkant van ’t
maatschappelijke bord? Alleen tuinaarde vonden ze, en zelfs mijn oude rijwiel
namen ze niet mee.
Deurklink met oog voor slot |
...hier opengebroken... door de randpion(nen) |
Een inbraakpion, veld h7, op ’t randje, geheimzinnig, en van
de dader ontbrak elk spoor.
Aldus scheef ome Willem