Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 7 december 2016

De zesde rij

Slechts enkelen wordt het gegeven, niet voor de eerste keer een eerbiedwaardige koningszet van a6 naar b6,  ja, slechts een enkele éénling haalt voor de tweede maal de zesde rij terwijl de winter met haar rillevrachten de eerste koude over ons heeft uitgestort en een halve maan tussen Waterman en Vissen staat en rond de diepste duisternis, wanneer de Orion de maan volgt achter de horizon, in het oosten Jupiter : tussen het eerste laatste kwartier en de nieuwe maan kan het zover komen: Ka6-b6!

Kaalgeworden bomen; een braafliggende wind terwijl steeds meer somberheid over het avondland lijkt neer te zalven; zwart en wit, rood en zwart: "De mens", aldus de zoon van  Chérubin Beyle  "is niet gelukkig, omdat ze ijdel is" en steeds korter, korter zijn de komende dagen.

 

Op zich al 'n vreemd en eigenaardig veld voor de koning, wit of zwart, dat maakt geen verschil, maar soms is 't een werkelijkheid voor een ieder die voor elk veld zijn eigen jaren invult, beginnende bij a1.  Sommigen halen het einde van 't bord niet, anderen, zoals Howard Staunton, halen precies het laatste veld; niet voor niets prijkt op de grafsteen van deze vroege schaakmeester een statig schaakpaard; velen echter reizen over de einder heen en starten, symbolisch, weer opnieuw, maar wie?  Wie haalt voor de tweede keer het laatste veld?

 

Verwarrende gedachten ; een groot dwaallicht ben ik, zoals een dwaalster aan het duistere firmament, een Jupiter of Saturnus en daarboven, ook nog de weg kwijt: dolende gedachten terwijl velen het goede alleen maar waarderen om beter, fanatieker, tegen datgene wat men kwaad heeft genoemd tekeer te gaan; het lijkt niet langer meer uitsluitend duister, maar of ze beter begrepen wordt?

 

Zestigers, ja, zeventigers maken aanstalten en schuifelen voort langs de rand van de eerste  rij; drie en zeventig, een aanvang met de tweede keer de tweede rij: ooit, in het toenmaals, was er een ander soort mensen;  men beheerste één idee. Tegenwoordig zijn we nerveuzer, ontwikkelder, ja, gevoeliger zelfs, schaken beter en hebben twee of meerdere ideeën tegelijkertijd; welk een ironie, ik, idioot! Maar het absoluut van het NEE voert ons in de droogste woestijnen; de held weet dat het einde van zijn strijd altijd de dood is; het absurde gaapt ons aan en grijnst en steeds verder raken we op drift, steeds meer ontwricht door de begeerte die nergens meer te vinden is: tenslotte zoeken we in ons datgene wat de goddelijkheid van onszelf totaal ontkent: dat wil zeggen, een zoektocht naar het onbezielde: de grootste scherpzinnigheid is daarmee verworden tot de grootste blindheid: "Zij zullen de dood zoeken, maar deze zal van het vlieden!" Het demoon heeft één naam: Legioen, uniek en talrijk tegelijk. Duizelingwekkende val, sprong in 't duister. Zelfs als ze waarheid spreken logen ze.


<P>


Buiten, de zon schijnt; door kale takken staar ik in het blauwe; vrij en onverveerd, verlost van schaduwen der onwetendheid; ontsnapt. Een zwart-witte ekster doorklieft de lucht zonder een spoor achter te laten. Dan, een lokroep, maar die hoor ik niet, want ik luister naar de kilte die door de takken stilletjes tot mij fluistert; wat, kan ik niet verstaan.  Nochtans speur ik de blauwe woestijn af op zoek naar voedsel voor een dorstige ziel; wiens probleem is het eigenlijk?



De derde, vierde rij: wie meegeteld heeft begrijpt, dat aan het einde van vierde rij de acht en tachtig werd bereikt en nóg eens acht jaar verder: zes en negentig, voor velen een nauwelijks vattende leeftijd, wellicht onhaalbaar geacht. En toch! Nogmaals een rij verder! Verwondering, verbijstering misschien en als onmogelijk geacht: honderd en vier! 


Mijn  ogen verlaten de blik door de oude boom; ietwat neerslachtig kijk ik naar de grond; gedachten zwerven rond en eindigen op het bord, op a6, precies op a6, het eerste veld op de zesde lijn; toen de oude van dagen hier de eerste keer was, had hij de leeftijd van één en veertig jaar; in het jaar toen ik op a1 verscheen droeg hij reeds zijn karakteristieke snor .

 

Vrachten razen ondertussen even zonder mij over de Europese wegen die, naarmate de onvrede toeneemt, steeds rechtser lijken te worden. Hoezo?  Heb ik onjuist geteld?  Maak ik alweer een fout op het bord? Wederom een stelling verkeerd beoordeeld? Hoe verder men afdwaalt van de Eeuwige, hoe meer toch zinkt men weg in het irrationele; om vervolgens te verdwijnen in  onze eigennaam en –waan:  a6, een zwart veld, een zwart gat; nochtans komt voor de ene enkeling veld b6 in zicht. Achtergedachten zinken weg terwijl op de achtergrond Händels Messiah,  "Ev'ry valley shall be exalted" klinkt.

 

Aldus schreef ome Willem.