Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 27 juli 2016

De verandering

Hoog boven mij tuimelden de wolken over elkaar heen; soms kaatsten zonnestralen nog door tot op de aarde en terwijl ik verder snorde begreep ik dat het Zandvoortse strand opeens heel ver weg was; voor de meesten, toen, in praktische zin, zelfs onbereikbaar terwijl de route, zo dwars door de Harz, niet eens bestond; de weg van Bad Lauterberg naar Mackenroda, voorheen jarenlang hermetisch door het IJzeren Gordijn afgesloten.

Nog steeds lijkt over het landschap het gure duister te liggen van de na-oorlogse jaren en ik vroeg me af waar dat aan ligt: had ik 't zelfde gevoel indien ik hier zou ronddolen zonder enige geschiedkundige notie, had ik dán wellicht ook de beklemming waargenomen maar er geen verklaring voor gehad?

En ondertussen aangekomen bij veld g2, een tamelijk bijzonder veld dat na het spelen van de pion naar g3 nog al eens een tijd bewoond wordt door de loper van f1; natuurlijk, nog steeds is 't raadsel van de vierenzestig velden niet opgelost, maar ben ik wel op de goede weg?

Een streek vol oude ijzer- zilver en kopermijnen, de oostelijk Harz; Saksen-Anhalt; een vreemde rilling doortrok mijn lijf toen ik door het oude stadje Sangerhausen fietste, het stadje waar tussen vijftien- en zeventienhonderd zeventien vrouwen en vijf mannen in een heksenproces betrokken geraakten en bijna allemaal door een foltering de dood vonden. Nabij 't stadje in de verte een typische mijnheuvel van de kopermijn die in DDR-tijd nog dienst deed, maar na 1990 werd gesloten omdat de kosten tien keer zo hoog waren dan de opbrengst. Terug fiets ik een ferme heuvel op, en kom dan langs het reusachtige rosarium met de grootste rozencollectie van Europa en dat reeds meer dan honderd bestaat; dan daal ik zonder te trappen een paar kilometer af tot aan het wachtende Dafje; het begon ook donker te worden.

Toch vermoed ik, door eerst voor elk vakje aandacht te vragen, verder te komen; tot nu toe kwam ik niet verder dan louter door wit bezette velden en is er nog eentje te gaan. In de verte, wellicht vanover de rand van 't vierkante bord klinken Baruch's woorden: "zonder macht geen recht", geen oproep tot, maar keiharde analyse van: werd dat maar eens beter begrepen.

Geschichte des Abfalls der vereinigten Niederlande uit 1780 werd, voor zover mij bekend, nimmer vertaald, maar ik reisde door de streek waar Goethe Schiller ontmoette, twee bekende Duitsers die later "Von" voor hun naam mochten dragen; langs Leipzig waar in café Zimmerman ooit de vermaarde Bach op vrijdagmiddag gratis -met andere musici- concerten gaf en even later, wanneer ik van Grimma de weg op ga naar Bennewitz, kom ik zowaar door 't dorpje Bach; een uurtje later ben ik bij 't eerste losadres, net een dertig kilometer boven Dresden; Dresden in het oude Saksen.

Vrees ik verder te gaan na veld g2, zoals het bijna iedereen inmiddels ontgaan is dat de Ode an die Freude door Von Schiller werd geschreven voor de loge De Drie Zwaarden? En pas na zijn overlijden deels door Ludwig werd gebruikt voor zijn laatst voltooide symfonie? En net zoals in 't spel zelf: dat het meeste niet, over het hoofd, wordt gezien?

Rond de middag kwam ik er langs; langs de stad die ooit bevolkt werd door ruim vijfduizend Joden waarvan er slechts 41 de donkerste jaren hebben overleefd; Dresden, de stad die vlak voor 't einde van de oorlog, februari 1945, door bombardementen bijna volledig werd verwoest. Victor Klemperer, de neef van de dirigent en componist Otto, die als één van de zeventig laatste Joden het gruwelijke bombardement overleefde, schrijft erover: "Op de avond van deze dertiende februari brak de catastrofe in Dresden los: bommen vielen, huizen stortten in, het fosfor stroomde en brandende balken stortten op Arische en niet-arische hoofden en dezelfde vuurstorm sleurde Jood en Christen de dood in. Voor wie van de ongeveer 70 'Sternträger' deze nacht overleefden betekende het de redding, want in de algemene chaos konden zij aan de Gestapo ontkomen."

Drukkend weer, ik rolde langs de stad over een zesbaans snelweg; links van mij de in oude glorie herbouwde stad; een onvoorstelbare herkenning; alles draait, woelt en leeft alsof er nooit iets was gebeurd en toch, meer dan elders bekruipt mij 't gevoel van nog steeds neerhangende doem over de streek, zeker als je beseft dat dezelfde Victor thans honderd jaar geleden aan de zijde van als Duitser met de Duitsers zich vrijwillig aan 't Franse front begaf en de Slag aan de Somme nauwelijks overleefde.


Wie zo naar feiten en dingen kijkt, weet, wéét: men ziet meer niet dan wel, en daarom is de mens niet op zien maar op horen aangewezen omdat woorden een beter bereik tot de ziel genieten; veld g2 blijft deswege de aandacht vragen omdat het niet zelden onderhevig is aan een plotselinge zwarte aanval die soms een verwoestende uitwerking heeft; Victor verkoos liever te wonen in de DDR, dan in een na-oorlogse maatschappij waarin de "bruine hemden" in een nieuw jasje het weer voor 't zeggen zouden hebben.

Net boven Zwickau een laatste losadres; daarna, in de avond reeds, het Ertsgebergte in en ik passeer Silberberg, Schneeberg en Aue; wederom onbestemd wolkenweer en over het afgrijzen van weleer lijkt een deken van berusting te liggen; door het paradijs te vergeten hebben de meesten alleen oog voor 't hier en nu, slaaf geworden van eer, genot en geld; gebukt. Het spel begon; jaren speelde ik het, zo ongeveer als enige: g2-g4 en slechts weinigen konden het in eerste aanleg weerleggen.

Nabij de Tsjechische grens zette ik 't voertuig stil in de merkwaardige streek; te midden van een uranium- zilver-, nikkel, ja, zelfs een enkele platinamijn. Ook in deze streek liet de geschiedenis zijn sporen achter. In de avond herinner ik me de aadrijkskundelessen van weleer; de kaart uit de Boschatlas van de streek waar ik me nu bevind en nieuwsgierig kijk ik naar de namen die zich, toen, bevonden op en in een voor de "westerse" mens ontoegankelijk gebied en één van die namen: Ertsgebergte, achter "het" gordijn, op de grens van twee werelden; en het lag daar, zoals voor zwart het veld g2; onbereikbaar, totdat alles anders werd. Verandering lijkt onmogelijkheden mogelijk te maken.

Aldus schreef ome Willem.

.