Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 1 april 2016

De omslag

Nog geen week geleden was ik hier om een klein peloton fietsliefhebbers te begeleiden tijdens een Ardennentoer. Toen was 't mooi, dreigend voorjaarsweer. Afgelopen avond was de temperatuur tot 't vriespunt gedaald en snorde ik een poosje door een heuse sneeuwjacht in Noord-Luxemburg. Weersomslagen zijn van alle tijden.

In de morgen toefde ik nog in het dal van de Jura, Zwitserland, nadat ik te Waldshut de Rijn overstak. Aarau, en passeerde Soloturn om de laatste goederen te Lüsslingen af te leveren waarna de terugreis werd aanvaard.

De reis, dwars door een streek, bewoond met voormalig zich bevechtende volkeren en het wordt vaak als argument aangevoerd dat sinds de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal binnen dat gebied geen vechterij meer heeft plaatsgevonden om toch vooral vóór alles wat Europa is te zijn.

Nog steeds zijn de beboste hellingen grauw en grijs; slechts hier en daar is op afstand een groen polletje te zien en 't heeft soms het aanzien van een broccolieveldje, maar duidelijk: alles staat op springen, te popelen om uit te lopen en de eerste kleuren, geel, wit en rose, kondigden zich reeds in de lentebloeiers aan; wie goed oplet, herkent de tijden.

Vanuit Lüsslingen toog in naar 't noorden, de Jura zelf in, de echte Jura; de Zwitsers hebben op magistrale wijze er dwarsdoor een weg gebouwd en zo kwam in onder meer door Delémont, in 't Duits Delsberg geheten en stak bij Delle de grens weer over waarna ik via Lure de weg berolde richting Nancy.

Nee, op zich genomen valt het niet te ontkennen; aanvankelijk heeft de grondige samenwerking met de voorheen zich bevechtende landen en streken geen windeieren gelegd; al die tijd is er geen gewapende strijd gevoerd tussen Fransen en Duitsers; behoudens een langdurige "koude oorlog" tussen west- en oosteuropa waar soms een voelbare spanning werd gevoeld, bleef een echt massaal bloedvergieten uit.

Tegen de schemer bereikte ik, als vanouds, Weiswampach en dit keer tijdens een steeds witter wordende wereld; in de nacht werd daar nog een flinke schep bovenop gedaan terwijl sneeuwschuivers in alle vroegte de weg begaanbaar trachten te maken. Vandaag nog even verderop wat lading voor Nederland ophalen, en dan is ook deze week weer passé.
Het is, zoals Friedrich Nietzsche het verwoorde in Morgenröte; "We zijn scheep gegaan en hebben de horizon weggewist; we drijven rond op een eindeloze oceaan". Een oceaan met een vlakke, stille waterspiegel: niet altijd is ze een gevaar; sterker nog: ze straalt rust en vrede uit, soms lange perioden.

Maar wanneer de wind merkbaar wordt en zich steeds sterker ontwikkeld, gaat 't oppervlak deinen en een voorheen zo kalme oceaan zal ons schip in zwaar weer brengen; heeft ook de Rabbi uit Nazareth zich niet op gelijke wijze uitgelaten? "Let op de tekenen die de tijd ons geeft!"

Nieuwe volkverhuizingen; de uittocht van 't Oude Volk, oplopende spanningen en opkomende uitbuiting, slavernij en aftakelende integriteit, aanwassende kleptomanie en inmiddels tergen we een Russische beer tot het uiterste. Een Europese vrede in het verleden geeft geen enkele gerantie voor de toekomst; een plotselinge verandering vindt steeds bij verrassing plaats; overvalt ons, zoals de sneeuw, hier, in de Ardennen of door één slechte zet of een aantal zwakkere zetten met loper en paard een mooie, bijna gewonnen partij omslaat in haar tegendeel en opeens een mat niet meer te voorkomen blijkt.

Aldus schreef ome Willem

.