Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 28 april 2016

De klaroen

Klaroenstoten, langzaam dringt het door, juist langs de bovenrijn; Waldshut, alwaar ik de haar overstak; meteorologies een prachtige dag. Peren-, appels- kers- en andere fruitbomen in volle bloei en jong blad ik hoge bomen dat langzaam de maretak verstopt benevens geelgestipte weiden en ondertussen, uit de hoogte, met tussenpozen sneeuw en hagel.

Säckingen, vanaf 1978 met het voorvoegsel Bad, zag ik, evenals Waldshut, twee keer. Heen snorde ik langs Winterthur, Frauenfeld en Weinfelden naar Romanshorn en terug rolde ik langs de zuidkant van het Rijnmeer; reed ik in stralend zonnenweer, kwam er een brede boze zwarte wolk vol met hagel en sneeuw aangesneld en in een kort ogenblik verandere de wereld; hooguit een half uurtje en vervolgens was 't weer net alsof er niets gebeurd was; zon, enkele fantastische witte wolken en blauwe lucht met verder, jawel, een boze, grimmige zwarte wolfswolk.

Tussen Romanshorn en de Franse grens vijf keer waarbij ik voor de tweede keer langs Bad Säckingen, de stad van de trompetter, kwam, indachtig het in Duitsland veel gelezen boek (het verscheen meer dan 300 keer in herdruk) van Joseph von Scheffel "de trompeterer von Säckingen"; het stadje heeft een heus trompetmuseum.

Nabij Colmar, twee adresjes die ik er nog voor zessen inkreeg; links en rechts van mij twee lange bergruggen, opnieuw witbesneeuwd, een prachtgezicht, vooral omdat het brede rijndal zelf vrijwel wolkloos was en de wolfswolken wat laf zich in de hoogte op afstand hielden; als de twee legers Maginot en Siegfried van weleer.

Vanaf de Col de Bonhomme via Luneville tot voorbij Metz was nog drie uur; die tijd had ik nog over en zo snorde ik door tot het invallen van de avond.

Terug naar de klaroenstoor van de trompetspelen; 't zijn klanken van een einde of een nieuwe tijd; een "last post", een Magnificat of een inval; wanneer valt het eerste schot? Inmiddels schept Europa steeds meer vijanden om zich heen; het naiefe Europa dat meent dat boycots de wapenen van weleer wel vervangen kunnen; helaas, niets zal minder waar blijken, straks, als de klaroenstoten van de horden schallen gaan en de echo's tussen de bergruggen weerkaatsen; als verse sneeuwlawines denderen ze, onverwachts, naar beneden.

Signalen zijn er niet voor niets; geluiden als van vele wateren, maar doof zijn lijkt volksziekte nummer één; teveel gepraat en geschreeuw zorgt ervoor dat de klaroen alleen voor de stilte luisteraar hoorbaar is.

Aldus schreef ome Willem.

.