Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 16 maart 2016

Het verveloze

Rond twee uur in de nacht; aan boord slechts 80 passagiers en ruim 200 bemanningsleden, op weg naar Buenos Aires. Dan wordt een explosie gehoord en begint het schip te zinken; alle opvarenden worden gered, maar het vrijwel nieuwe schip, net drie jaar oud, is verloren. In de vroege morgen van de zestiende maart, honderd jaar geleden, zinkt de Tubantia voor de kust van Walcheren, het in Glasgow gebouwde stoomschip.

Sneeuw op de hoogten van 't Centraal Massief en de truck torste met alle paardekrachten die het in zich had de zware lading de aanzienlijke hellingen op; drie stevige cols over, en dan, na Millau, stijl naar benden, kruipend, op de motorrem, om rokende remmen te voorkomen. De bermen geel vanwege de bloeiende brem en, eenmaal de bergen uit, het strelende jonge geboortegroen van de eerste uitlopende bomen en heesters; in de Languedoc is 't voorjaar begonnen!

Voor de afvaart een uiterst zenuwachtige passagier, Rene Schoo, die zijn goederen, bestemd voor de overtocht, geen moment alleen liet en nauwkeurig bij 't laden alles in de gaten hield; achteraf is het vermoeden ontstaan dat hij voor de Duitse keizer goederen, verstopt in plantenaarde en kaas, aan boord smokkelde waaronder duizenden gouden munten en een aanzienlijke hoeveelheid juwelen.

Carcassonne, de oude Kartherenstad, de stad reeds voor Romeinse tijden bekend; een steunpunt aan de Via Aquitaine en waar later het Canal du Midi voor een opleving zorgde in de toen tanende stad; niet ver er vandaan parkeerde ik het voertuig; in een wat in verval geraakt stadje, Lézignan-Corbières, vol verveloze huizen en achterstallig onderhoud aan zowat alles; zelfs de dertiende eeuwse stadskerkje Saint Felix de Gérone staat er verlaten bij terwijl de bewoners daardoor afwezig en apathisch door de straten dolen.

Tevoren, op de terugreis uit Zuid-Amerika, had het schip meer dan honderd Duitsers aan boord; Duitsers die wilde meeknokken in de Grote Oorlog; kennelijk was er ooit een tijd dat "vaderlandsliefde" bestond en de vraag kan worden gesteld, dat, als ze wisten wat ze te wachten stond, ze nog zo enthousiast zouden geweest zijn of dat hun liefde direct zou bekoelen. We zullen het wel nooit weten, want voordat deze potentiële soldaten Nederland bereikten, werden ze door een Engelse patrouille onderschept en, nog voor dat ze het legeruniform hadden aangetrokken, in krijgsgevangenschap gevoerd.

Wachtend op de dag; in de streek waar Eduard van Woodstock, bijgenaamd de Zwarte Prins, nogal aardig heeft huisgehouden; wat heet: dagelijks stond hij erop om met minstens vierhonderd gasten uitgebreid te dineren en had daarvoor veel roof en buit nodig dat tot stand kwam door een waar schrikbewind; de tiran overleed echter aan een uitputtende diaree nadat hij kennelijk toch iets "verkeerds" had gegeten; velen waren er niet rouwig om.

Inmiddels was 't schip weer op weg: was 't een wraakoefening? Of had het Duite leger lucht gekregen van de heimelijke keizersmokkel? Het is altijd duister gebleven waarom honderd jaar geleden de torpedo op 's lands grootste passagiersschip werd afgevuurd; de duikboot en haar bemanning raakte korte tijd later, niet ver van Tubantia's onheil, verstrikt in een mijnenveld: de u-boot verging met alle ondervarenden; het antwoord verdween voor altijd in de rumoerige zee.

Na een korte fietstocht door 't stadje keerde ik terug naar 't wachtende Dafje; in de avond aanwakkerende wind en gedurende de voornacht slopen geheimzinnige valwinden vanuit de noordelijke bergen het brede dal in, heftig schuddend aan de groene cabin.

Soms lijkt het, of een torpedo over de stuurhut scheert; het verveloze stadje in; alsof de Zwarte Prins is weergekeerd.

Aldus schreef ome Willem.

.