Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 18 maart 2016

De zuigerslag

Fluisterend, zacht fluisterend klinken ze het mooist, de namen.
Zacht uitgesproken, met een zeker ontzag, passen ze bij hun omgeving, zoals Marvejols, Saint-Flour, en Cantal, de wereld van Gerbert of Géraud uit een verweg vervlogen verleden; Aumont-Aubrac, Rodez en de Puy Marie, meer dan 1750 meters, ook toen.

Even, even maar de Catalanen bezocht, vanuit Lézignan Corbières een anderhalf uur rollen voor aantrekkelijke Spaanse boodschappen en een opdoen van weer oude herinneringen. Ook hier heeft hij, de man uit de Auvergne, ooit langsgereisd, op weg naar Barcelona waar hij een poos studeerde en van daar uit wellicht in contact kwam met de Arabische cultuur. Zelf kwam ik niet zover; in Figueras stonden de paletten klaar met bestemming Nederland en die dag eindigde in Nimes nadat er enkele gehuchten rond Perpignan waren bezocht.

Natuurlijk; 't is maar 'n pennenstreek van een enkele dag, slechts een stamelen. De blinkende zon die zijn stralen door de wolken zond op het gladde water van 't etang, de gulzig bloeiende brem, gindse donkere wolken en reeds was ik op weg naar Millau toen het bericht kwam dat er nabij Nimes nog wat te wachten stond.

Wel eens van gehoord? Montfrin, een dorpje aan de oever van de Gard waar deze zich bij de Rhône voegt; aldaar ontving ik nog eens twee paletten en vandaar uit volgde een uren durende reis waarvoor menig vakantieganger alleen maar van durft te dromen en bovendat: het werd een lange reis met een uiterst merkwaardige afloop; waarbij 't lachen zou vergaan als er niet zoveel humor aan toegevoegd zou kunnen worden: reist u, naar believen, maar mee.

Maar eerst nog even, zijdelings, over de man uit Cantal, Auvergne; beide is juist, hoewel de naam Cantal rond de millenniumwisseling nog niet bestond; althans, niet voor de streek dat zijn naam pas kreeg na de Franse omwenteling rond de tijd van Mozart's Toverfluit. De man had het voorrecht één van de grootste wetenschappers te worden van zijn tijd, een vent met grote invloed op 't wereldgebeuren en eigenlijk door velen onderschat; nog dagelijks ervaren wij de gevolgen.

Vanuit Montfrin werd een weg aangelegd naar Remoulins en vandaar kan men naar 't oude hertogstadje Uzès en dan, steeds maar recht door, over een wat smalle met platanen bezoomde weg waardoor Alès wordt bereikt. Dan volgt een schitterende weg over twee "colletjes", de ene achthonderd en ander meer dan duizend meters en tussendoor passeerde ik Florac. Vooral de eerste col, de col de Jalcastre, was bedekt met verse sneeuw; het was overigens beestenweer, de hele dag, met veel plensregens en op de hoger gelegen delen sneeuw; ferm rolde het dafje de bergen door, uur na uur en net voorbij Mende pauseerde ik een wijle.

Net voor de millenniumwisseling schopte hij 't tot paus, de eerste Franse paus en nam de naam Sylvester aan; Sylvester de Tweede en in zijn hoedanigheid en vanwege zijn beïnvloeding van de Arabische cultuur werd op zijn gezag het tiendelig cijferstelsel ingevoerd, zei het met eigen "tekens", tekens zoals wij die nog kennen: 1, 2, 3, enzovoorts. Maar niet alle! Het afzonderlijke getal "nul" werd door hem uitdrukkelijk verboden: Nul was immers niets, nihil, en dat mocht en kon in de schepping van De Eeuwige niet bestaan.

Terug naar de reis, die na de pauze verder ging. Een reis die menig reiziger jaloers zal maken en die ik natuurlijk altijd extra ervaar; gezeten vanaf een altijd wat hogere zetel dan menig toerist en daarnaast: ook nog vaak rond tijden dat de toerist nog nergens is te bekennen; nog thuis, in zijn reservaat gevangen zit. Ietwat zuidelijk afbuigend kwam ik eerst in Severac-Chateau, een stadje langs de oude N-75 en langs de weg Clermond-Ferrand Montpellier. Vandaar is 't nog een zestig kilometers naar Rodez en daarna snorde ik nog een aantal kilometers richting het stadje dat pas rond 1850 werd gesticht door hertog Decaze en ook zijn naam kreeg: Decazeville. Halverwege, nog steeds tijdens regenachtig weer -de ruitenwissers maakten overuren- ergens een tiental kilometers de binnenlanden in, naar 't dorpje Marcillac Valon alwaar ik mij bij 't juiste adres meldde.

'T lijkt steeds erger te worden en het zou juist moeten afnemen. Zeker deze tijd van het snel kunnen overbrengen van berichten: ie-meel, telefoon, epjes en wat al niet meer; maar toch. Nadat ik mij had gemeld keken men mij onderzoekend aan: het bleek dat de goederen niet voor verzending gereed waren; dat de fabricage voor een deel nog in gang gezet moest worden; wat is dit? Humor of ergernis. Wellicht beide: een voertuig bestellen als je weet dat er geen goederen zijn: hoofdschuddend verliet ik het kantoortje, de goederenhal, klom in de stuurhut en vertrok, mijzelf wijsmakend dat er niets mooiers is dan overal naartoe te rijden zonder te laden of te lossen; een glimlach telkende even mijn gezicht terwijl ik verder reed, nu in de richting van Decazeville waar ik rechts afsloeg naar Aurillac en met een smalle brug de Lot overging. "Mijn lot", dacht ik nog even, nog steeds met het hoofd schuddend.

Nimes, Rodez en dan Aurillac; een droomreis voor velen. De laatste rijrijd besteedde ik nog om laatstgenoemde te passeren en verder te gaan: nog net genoeg om het wintersportstadje Lioran voorbij te komen om in Murat te eindigen, een reis dwars door ruimschoots witbesneeuwde hellingen, met een fascinerend zicht op de Puy Marie.

Naast sneeuw, naast de bergen vult geheimzinnigheid de streek: fluisterend spreekt men haar namen uit: Gerbert van Aurillac, paus Sylvester de tweede vond het eerste technische instrument uit dat alle grondbeginselen van de huidige techniek beheerst: de herhaling!

Sylvester de Tweede heeft er later diep berouw over gehad: sidderend bediende hij tijdend het millenniumnacht de mis; overtuigd zijnde dat het einde der wereld nabij was: het heeft zo niet mogen wezen. Geruchten bestaan, dat hij zijn vinding verbood: het eerste, mechanische uurwerk; de klok. Voorheen was tijd de tijd van elders, gegeven door de eeuwige; sindsdien is tijd geen geven tijd meer, maar verworden tot voor de mens beschikbare tijd: elke seconde een herhaling van de vorige, zoals de herhaling van de zuigerslag dat mij met de spaanse lading over de bergen heeft gesjord.

Aldus schreef ome Willem.

.